"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Niemand wil ze hebben

Dinsdag, 26 mei, 2020

Geschreven door: Linda Polman
Artikel door: Marjon Nooij

Europa en zijn vluchtelingen

[Recensie] Met Niemand wil ze hebben schreef Linda Polman een boek met uiterst urgente strekking. Het is een zeer leesbaar relaas over het vluchtelingenbeleid en met name over die in Europa. Leuke of ontspannende lectuur is het niet te noemen. Het is het resultaat van onderzoek en de bevindingen van de auteur. Wanneer je alles, wat zo geconcentreerd tussen de kaften is gedrukt, in ogenschouw neemt is het veel, heel veel ellende bij elkaar.

Van het vluchtelingenbeleid bakt Europa heden ten dage nog steeds niet zoveel. Polman stelt dit aan de kaak en steekt meteen van wal, benoemt veel precaire punten en neemt geen blad voor de mond, deelt links en rechts behoorlijk venijnige sneren uit. En terecht!

Ze begint haar relaas met de internationale conferentie van 1939 over de Europese vluchtelingencrisis in het Franse Evian. Door de dreiging in Duitsland en Oostenrijk ontvluchtten grote groepen Joden het land en er waren met spoed opvangplaatsen nodig. Nederland zou slechts als doorgangsland fungeren en wilde zekerheid dat de vluchtelingen binnen afzienbare tijd weer zouden vertrekken. Polman benoemt de angst voor een ongewenste ‘aanzuigende werking’. Wanneer je één vluchteling ‘over de dam’ laat gaan, volgen er meer. Overzeese gebieden en kolonies werden voorgesteld, maar de ervaring leerde dat slechts enkelingen daar welkom waren en het schip rechtsomkeert moest maken, om uiteindelijk bij Rotterdam aan te meren. De Joden werden in opvangkamp Westerbork ondergebracht, maar de Duitsers namen het later in, de vluchtelingen werden gevangenen en afgevoerd naar vernietigingskampen.

Na de oorlog was het echter niet gedaan met het antisemitisme en het leven voor de Joden werd niet voor iedereen makkelijker. Er zijn vele gevallen bekend van mensen nog lang in de kampen moesten blijven, verwaarloosd werden en niets anders hadden dan hun gestreepte kleding en mondjesmaat voedsel, terwijl ze om hen heen zagen dat het de niet-Joden steeds beter verging. Hun huizen waren ingenomen, pogroms vingen weer aan en velen zijn door Stalin naar Siberië gedeporteerd.

Je zou zeggen dat Europa hiervan heeft geleerd, maar uit het verhaal van Polman blijkt het tegendeel.

“In 1972 […] spoelden de eerste Haïtiaanse ‘boat people’ aan op de stranden van Florida. […] Tussen 1972 en 1988 slaagden 40.000 tot 50.000 Haïtianen erin in bootjes Miami te bereiken. Minstens zoveel werden zodra ze Amerikaanse wateren bereikten, door de Amerikaanse kustwacht onderschept en terug naar Haïti gebracht.”

De oprichting van de EU bracht de vrees voor de open grenzen en voor de aanzuigende werking met zich mee. Van idee dat je vooral niet te vriendelijk moest zijn tegen vluchtelingen, waren ze sinds de Evian-conferentie ook nog niet verschoond.

Polman benoemt de zogenaamde ‘veilige enclaves’ die onder bescherming vallen van de VN-blauwhelmen. De UNHCR zorgt voor tenten, de WFP voor voedsel. Vluchtelingen worden op die manier ‘netjes’ in eigen land gehouden, maar zijn nog steeds omsingeld door oorlogsgeweld. De UNHCR is afhankelijk van donorlanden, maar wordt financieel aan banden gelegd. De vluchtelingen in een veilige enclave hebben echter geen recht op het aanvragen van een asielprocedure. Ze vallen niet onder het VN-vluchtelingenverdrag, omdat ze ‘veilig’ in eigen land verblijven.

“In januari 2017 verdronk een tweeëntwintigjarige Gambiaanse asielzoeker in het Canal Grande in Venetië terwijl omstanders en passagiers aan boord van een voorbijvarende rondvaartboot lachten en joelden en zijn sterven filmden met hun mobieltjes. Het was zelfmoord zeiden sommigen achteraf, maar niemand wist het zeker, want niemand kende hem persoonlijk.”

Verontrustend is de passage waarin Polman de houding beschrijft van de EU ten opzichte van landen waar vluchtelingen vandaan komen. Ze stelt dat de EU deals sluit met dergelijke landen en dat ze flink financieel gespekt worden als ze ervoor zorgdragen dat ze de vluchtelingenstroom richting Europa binnen de perken weten te houden. Hoogst dubieus is dat wel te noemen. En ondertussen zijn er in de meest riskante landen – denk aan Soedan, Libië, Marokko, Turkije – opvangkampen, zogenaamde ‘verdwijngaten’, te vinden waar vluchtelingen onder hoogst precaire en barbaarse omstandigheden verblijven, verwaarloosd, gemarteld, psychisch gebroken of vermoord worden.

“De route naar Europa is de dodelijkste van alle reizen die mensen moeten maken als ze niet de juiste stempels in hun paspoort hebben. In vergelijking is de weg voor vluchtelingen en migranten naar de VS kinderspel, met op de grens met Mexico ‘slechts’ 10.000 doden in dezelfde periode. Terecht concludeerde de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in 2018 over het Europese ‘vluchtelingenmanagement’ dat ‘Europa een beleid heeft ontwikkeld dat impliciet of expliciet de dood accepteert als een effectief anti-immigratie-instrument’. Dat is een treurige constatering over een continent dat zich na de Tweede Wereldoorlog met ‘nooit meer’ voornam om een baken van beschaving voor de rest van de wereld te zijn.”

In een interview kreeg premier Rutte de vraag wat Europa moet doen met vluchtelingen vanuit het Libië van Khadaffi. Zijn antwoord was: opvang regelen in eigen land en wanneer ze alsnog op Europese bodem belanden vallen ze onder de verantwoordelijkheid van het land waar ze voet aan wal zetten. Op de opmerking dat het dan vrijwel zeker steeds Italië zou zijn die alle vluchtelingen op moest vangen, zei de premier: ‘Tja, dat is gewoon pech voor hun. Landen hebben voor- en nadelen van hun ligging.’

Het relaas van Polmans onderzoek is helder en uitstekend gedocumenteerd. De boodschap en analyse maken het geheel overzichtelijk en begrijpbaar. Een heel heldere uiteenzetting, maar ik als leek, zal de politieke beweegredenen hieromtrent waarschijnlijk nooit helemaal kunnen begrijpen. De uitkomst van haar onderzoek zou Kamervragen moeten oproepen, zodat er gezocht gaat worden naar oplossingen om de vaak mensonterende omstandigheden van de vluchtelingen drastisch te verbeteren. Polman zelf geeft die oplossingen niet, maar wellicht is dat ook niet haar bedoeling geweest.
Dit boek zou op middelbare scholen gelezen en besproken moeten worden, om zodoende dieper op de gevolgen het migratiebeleid in te gaan.


Eerder verschenen op Met De Neus In De Boeken