"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Niet meer blaffen naar de maan

Zondag, 5 januari, 2020

Geschreven door: Raoul Bauer
Artikel door: Daniël Zevenhuizen

Een rijk tijdvak

Historicus Raoul Bauer onderzoekt in een erudiet boek de relatie tussen wetenschap, religie en magie in de middeleeuwen. Het tijdvak was rijker aan gedachten dan sommigen denken.

[Recensie] In de middeleeuwen worden wetenschap, religie en magie moeiteloos aaneengeregen tot het wereldbeeld dat die tijd kenmerkt. Raoul Bauer laat in Niet meer blaffen naar de maan de rijkdom van de middeleeuwen zien. Als we cynisch op de tijd terugblikken als ‘donkere eeuwen’, slaan we de plank flink mis. De Vlaamse hoogleraar cultuurgeschiedenis is inmiddels met emeritaat. Hij kan dus putten uit jarenlange omgang met bekende en minder bekende figuren uit de tijd tussen pakweg het jaar 500 en 1000. Dat tijdvak vangt aan met christelijke denkers als Augustinus en Boëthius, die beginnen aan de receptie van de Schrift op filosofische leest. Zo werd de Bijbel de gedeelde grondslag van het persoonlijke en gemeenschappelijke leven. Dat was nodig, want na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk was er behoefte aan eenheid. “[De Kerk] geeft aan de jonge beschaving een meesterlijk surplus: zonder de zin voor het mysterie te ontkennen, legt ze namelijk mede de basis van wat uiteindelijk zal uitgroeien tot de westerse cultuur, waarin God, de mens en de wereld op een unieke manier figureren.”

Rond het jaar 1000 zet dan een middeleeuwse renaissance in. Verspreid door Europa komt, mede door veroveringen van ideologisch gedreven heersers als Karel de Grote, een onderwijssysteem tot stand dat uitmondt in de hyperrationalistische leervorm van de scholastiek. Religie, magie en wetenschap drijven stilaan uiteen.

De vroegmiddeleeuwse periode geeft aan de rudimentaire wetenschap van de oudheid een goddelijke verdieping. De natuur komt in een ander bestel te staan. God heeft het hemelse en aardse raderwerk niet zomaar in gang gezet, maar deze ook van allerlei betekenissen voorzien. “Onze middeleeuwse soortgenoot neemt een andere aarde onder een andere hemel waar, omdat hij vertrekt vanuit een ander weten, vanuit een andere kennis waarin wetenschap, religie en magie elkaar vaak sterker en anders bevruchten dan nu het geval is.” De natuur wordt nooit volledig door het intellect gevat. Als het ‘mysterium tremendum et fascinans’ ontlokt de schepping bij de middeleeuwse mens gevoelens van eerbied en verwondering.

Hereditas Nexus

De ‘goddelijke verdieping’ van het wereldbeeld is tweeslachtig. Enerzijds stremde zij verder wetenschappelijk onderzoek. “Ongetwijfeld leidde deze visie tot een abstrahering van de natuur in haar concrete gestalten of een blind zijn voor de schoonheid of waarde ervan.”

Als de natuur slechts teken is van een ándere werkelijkheid, dan verliest zij de waarde die ze van zichzelf uit heeft. Anderzijds gaf het een nieuwe impuls aan natuuronderzoek. Zij was (naast de Heilige Schrift) een van de ‘boeken’ waarin Gods plan zich openbaart. Door studie van de natuur kon men tekenen van Voorzienigheid gewaarworden.

Door middel van spraakmakende figuren als Gerbert van Aurillac, die als paus Sylvester II de wetenschappelijke attitude zou promoten, en de Engelse historicus en geestelijke Beda Venerabilis, onttrekt Raoul Bauer de middeleeuwen aan de vergetelheid.

Eerder verschenen in Volzin

Boeken van deze Auteur: