"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nooit meer slapen

Maandag, 5 maart, 2007

Geschreven door: W.F. Hermans
Artikel door: Nico Voskamp

Nooit meer lezen (zoals vroeger)

Een boek herlezen is als naar een reünie gaan: soms is het leuk maar het kan uitdraaien op een uitermate saaie gebeurtenis. Maar W.F. Hermans Nooit meer slapen herlezen is allesbehalve saai. Het is als een verfrissende kennismaking met een oude liefde. Het boek heeft nog dezelfde schoonheid van vroeger, alleen nu vallen je extra mooie dingen op die je vroeger niet zag.

Zo oogt het verrassend actueel. Het verhaal is uit 1966, maar het zou in 2007 kunnen spelen. En menige moderne roman is niet zo helder en kernachtig geschreven als deze. In Nooit meer slapen reist Alfred Issendorf voor een expeditie naar Noorwegen, waar ene Professor Nummedal luchtfoto’s voor hem zou hebben. Helaas zijn de foto’s zoek geraakt. Alfred gaat toch op expeditie, hij wil de hypothese bewijzen dat bepaalde gaten in het Noorse landschap ontstaan zijn door meteoorinslagen in plaats van door smeltijs. De expeditie is net als de rugzak zwaar. Alfred kan niet slapen van het licht en de muggen. Een geschiedenis van falen begint.

Mikkelsen, de expeditiegenoot van Alfred, blijkt toch luchtfoto’s van het gebied te hebben. Na een fikse ruzie mag Alfred de foto’s ook gebruiken. Niet dat het helpt. Hij vindt geen bewijs voor de hypothese en hij raakt er steeds meer van overtuigd dat hij niet geschikt is voor de geologie. De anderen lachen hem uit, denkt hij. Hij ziet het steeds somberder in.

Alfred denkt dat Arne, een geoefende Noor, zijn kompas verkeerd leest en vertrekt daarom de andere kant op. Natuurlijk heeft Arne toch gelijk en Alfred verdwaalt. Na lang zoeken vindt hij Arne terug, dood. Gefrustreerd over zoveel moedwil (van het noodlot dat Arne laat omkomen) en misverstand (tussen de expeditieleden) vertrekt Alfred uit Noorwegen maar hoort nog de knal van een meteorieteninslag. Thuis krijgt hij een cadeautje van zijn moeder. Twee manchetknopen die gemaakt zijn van een meteoriet. Zijn overleden vader had hem dat willen geven voor zijn zevende verjaardag. Alfred heeft met die meteoriet-manchetknopen zijn meteorieten toch gevonden, maar voor zijn onderzoek komen ze te laat. Die laatste desillusie besluit het boek passend: het leven is één lange mislukking.

Boekenkrant

Een onbezorgd karakter geeft Hermans zijn personages niet mee. De hoofdpersoon Alfred Issendorf wil koste wat het kost de expeditie doen in Noorwegen om zowel een meteoriet te vinden als de mislukte carrière van zijn vader af te maken. Zijn karakter werkt hem tegen: hij is te kritisch, erg onhandig, hij wil zich bewijzen maar heeft faalangst en is als de dood om bedrogen te worden. Sluw heeft Hermans de andere expeditieleden ongeveer tegengestelde karakters gegeven waardoor Alfreds slechte eigenschappen juist komen bovendrijven.

Een inmiddels bekend Hermans-thema, dat het menselijk bestaan leeg en nutteloos is, wordt in Nooit meer slapen verwoord door de vele mislukkingen tijdens de tocht. Het bestaan heeft geen zin en het is zinloos ergens aan te beginnen, alles zal mislukken, lijkt de schrijver te willen zeggen. Een subtiele variant is het minderwaardigheidsgevoel van Alfred. Zo noemt hij zichzelf ‘de kruk der krukken, de klungel uit de lage modderlanden’. Ook uit, wat waarschijnlijk in dit boek het belangrijkste motief is, het slapen (de gevreesde middelbare schoolvraag: ‘Verklaar de titel’), spreekt het falen. Alfred kan letterlijk niet slapen. De muggen en de Scandinavische zomer houden hem uit zijn slaap. Ook zijn zwakheid ten opzichte van de andere expeditieleden komt erin terug, slapen staat immers symbool voor levenskracht. Nog een voorbeeld van mislukking is het onvermogen van mensen om te communiceren. In het prille begin van het boek al, als Alfred vergeefs zijn aanbevelingsbrief aan de blinde portier wil laten lezen. Aan het eind van hoofdstuk twee staat een prachtig zinnetje dat nu extra opvalt. (Dat komt na een uiteenzetting over hoe de bijna blinde professor Nummedal hem heeft geprobeerd uit te leggen waar hij heen moet.) ‘Blinde chef van de blinde portier.’

Dan de crux: Alfred vindt zijn vermiste expeditiegenoot Arne die van een rots is afgevallen: ‘verder is zijn gezicht precies zo als ik het gezien heb in zijn slaap: onbegrijpelijk oud en moe, gerimpeld als de schors van een eik. Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen.’ Deze specifieke passage was voor ondergetekende een keerpunt in zijn leesbeleving. Las ik tot die tijd boeken min of meer eenduidig; Nooit meer slapen leerde me hoe alleen al een titel minstens drie betekenissen kon hebben.

En er valt nog zo veel meer over Nooit meer slapen te zeggen. De symbolen die geraffineerd het verhaal ondersteunen (zoals aardse stenen als tegenstelling van meteorieten). De namen van de personages die naar de Griekse mythologie verwijzen. De verwijzingen naar Germaanse goden en Noorse mythen. De mislukkingen die steeds als cliffhangers terugkomen aan het eind van een hoofdstuk. Het verhaal dat zich in een cirkel afspeelt; de locaties en handelingen herhalen en spiegelen zich. Te veel om hier te noemen. Het beste is om het gewoon te gaan lezen. Mijn garantie: na dit boek lees je nooit meer zoals vroeger.

Voor het eerst verschenen op Bazarow. Ook verschenen op Nico’s recensies.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Volledige Werken 15

Niet uit kwaadaardigheid: De scherpste polemieken

Volledige Werken 1

Volledige Werken 8

Ik heb altijd gelijk

Volledige werken 6