"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oekraïne - Geschiedenissen en verhalen

Dinsdag, 17 januari, 2023

Geschreven door: Yermolenko Volodymyr
Artikel door: Jef Abbeel

De auteurs geven ons een veelzijdige kijk op hun land

[Recensie] Deze bundel bevat bijdragen van 16 filosofen, historici en denkers over de geschiedenis, literatuur, filosofie, mythes van Oekraïne. Ze willen daarmee tonen dat hun land behalve sport, corruptie, oorlog en Kozakken nog andere troeven heeft: kunst, literatuur, IT, mode, moderne staatsdiensten. En economie: het werd altijd begeerd om zijn graan en zijn grondstoffen.

Rond 1900 was 90% nog boer en Oekraïners kijken met trots naar hun boerendeugden: werklust en gastvrijheid. Het Oekraïens was vooral de taal van het platteland, het Russisch van de steden en van al wie carrière wilde maken. De Russische overheid verbood lange tijd om boeken te publiceren in het Oekraïens en bepaalde wie een functie kreeg.

De landbouw is inmiddels wel zeer ontwikkeld. En Oekraïne is veranderd van een ‘geboren antisemietenland’ naar één met de laagste antisemitisme-cijfers in Europa.

Kozakken
We krijgen informatie over de Kozakken, de betekenis van de woorden Oekraïne (grensgebied) en Roes (Fins voor roeiers), Rossia (de Griekse vorm van Roes) en de gifmoord op Bandera door een Oekraïner door de KGB. Het hoofdstuk over de vele Oekraïense schrijvers is vooral bedoeld voor ingewijden.

Boekenkrant

Oekraïners hebben andere karaktertrekken dan hun Russische buren: ze verwerpen elke vorm van monarchie, ze zijn democratisch-anarchistisch, ze willen hun bestuurders zelf kiezen, maar daarna hebben ze snel kritiek op hen. Er zijn meer dan 350 politieke partijen. Vijf of tien jaar vooruitplannen zit niet in hun bloed.

Russen daarentegen geloven dat hun tsaar of leider door God is gegeven en dat ze hem moeten blijven steunen. De Russen slaagden er niet in de Oekraïense mentaliteit te collectiviseren. Enkel in het oosten, langs de Russische grens en in de Donbas, is die collectieve mentaliteit nog sterk aanwezig als gevolg van Sovjet-deportaties en Russische kolonisatie.

Yermolenko filosofeert ook over de betekenis van de naam Oekraïne, over hun held Ivan Mazepa, de historische rol van de steppe, het ontstaan van het land te midden van het katholieke Rome en het orthodoxe Moskou, het verlies van de Kozakse autonomie in de 15de-18de eeuw. Volgens hem is corruptie een manier om veiligheid te kopen in een maatschappij waarin niemand zich veilig voelt.

Schrijver Bondar somt zaken op die de Oekraïners misten: Renaissance, Reformatie, Verlichting, Industriële Revolutie (hij vergeet dan wel de Donbas), een Nobelprijs literatuur. Eeuwenlang moesten ze overleven onder vreemde repressieve regimes.

De ‘Aeneïs’ van Ivan Kotljarevsky en ‘Kobzar’ (een muziekspeler) van Taras Sjevtsjenko tonen hun helden en beproevingen. Oekraïners denken niet met hun brein, maar met hun hart. En ze bezitten een lijst goede eigenschappen: tolerantie, vrije meningsuiting, tweetaligheid, weinig antisemitisme, talent om ontberingen te doorstaan.

Een dichteres strijdt voor ‘KyivNotKiev’. Hopelijk weet ze dat de naam ‘Kiev’ al minstens sinds de 9de eeuw bestaat. Sinds 1991 zijn vele Russische namen veranderd in Oekraïense.

Propaganda
Vóór 1991 werd het Oekraïens geassocieerd met het platteland. Voor de Russischtaligen was de overgang naar het Oekraïens een zware aanpassing, zelfs een vernedering. De Russische propaganda stelde en stelt dat het Oekraïens geen volwaardige taal is. Mensen uit de Donbas of de Krim, die gevlucht zijn naar het centrum van het land, hebben daar na 8 jaar nog geen stemrecht omdat ze… een ander geloof hebben, d.w.z. bij de kerk van Moskou behoren!

Eén auteur beweert dat het Oekraïens meer gediscrimineerd wordt dan het Russisch en dat de Holodomor ook diende om Oekraïners te vervangen door Russen. Hij zegt ook dat sinds Maidan het vertrouwen onder de Oekraïners is toegenomen, dat het antisemitisme is verdwenen (omdat de Joden meededen aan Maidan) en dat ook de corruptie is afgenomen. Een schrijver die in 2014 uit Donetsk naar Kiev is gevlucht, verklaart dat de Russischtaligen zoals hij niet verdrukt werden door de Oekraïners, dat hij overal Russisch kan spreken en dat het Donetsbekken zich op cultureel vlak nooit deel voelde uitmaken van Rusland: de ‘onderdrukking’ van de Russischtaligen was gewoon een voorwendsel voor Poetin om daar de afscheiding te bevorderen.

Een Oekraïense Krim-Tataar getuigt over de terugkeer van de helft van zijn volk uit Oezbekistan etc. naar de Krim rond 1989-1990. In 1944 had Stalin er 190.000 gedeporteerd. In 2013 zijn ze (dankzij hun groot aantal kinderen) met 270.000 of 13,5% op 2 miljoen Krim-bewoners, terwijl ze in 1783 nog 95% van de bevolking uitmaakten. Het aantal Krim-Tataarse scholen is sinds de Russische bezetting gehalveerd van 15 naar 7. En sinds 2014 hebben 30.000 Tataren de Krim verlaten.

Een Pools-Oekraïense vertelt over de ingewikkelde verhoudingen tussen beide landen in de 20ste eeuw en de verzoening tussen de twee volkeren. Inwoners van Lviv werden in 1945 verplicht naar Polen te verhuizen, vaak naar de westelijke gebieden die van Duitsland waren afgenomen. En een aantal Polen betreurt nog steeds dat het in 1945 gebied kwijtspeelde aan Oekraïne.

Ook tussen Oekraïners en Joden waren de relaties complex en moeizaam, maar sinds Maidan schieten ze goed op. De Holocaust is in Oekraïne nog bijna niet bestudeerd. In de Westerse literatuur overheerst het beeld dat de Oekraïners collaboreerden, maar er vochten en sneuvelden veel meer Oekraïners in het Rode Leger dan dat er actief waren in de collaboratie.

In Duitsland circuleren (of circuleerden) opvallend veel Poetin-vriendelijke standpunten: de schuld van de crisis zou bij het Westen liggen, Oekraïne is verdeeld tussen Oost en West, de Duits-Russische samenwerking en Nord Stream-2 mogen niet opgeofferd worden voor het verre Oekraïne, kritiek op Poetin is ‘russofobie’ (aldus zowel Die Linke als AfD, beiden anti-Amerikaans), er leeft een historisch schuldgevoel tegenover Rusland, maar niet tegenover Oekraïne, dat zowel in 1918 als in 1941 door de Duitsers werd bezet en dat in verhouding veel meer doden telde. Oekraïne wordt er nog altijd geassocieerd met nationalisme en collaboratie, hoewel Zelensky en zijn regering geen van beide aspecten vertonen. De Russische propaganda heeft veel impact in Duitsland.

De laatste auteur pleit ervoor om zijn land niet te beschouwen als een bufferzone: het is na Rusland het grootste land van Europa, met een breedte van meer dan 1.000 km van west naar oost en 46 miljoen inwoners. Hij wil ook niet dat men berust in het vooroordeel dat er tegen Rusland niet te vechten valt.

Drang naar vrijheid
De auteurs geven ons een veelzijdige kijk op hun land. Het boek zit niet vol met data, maar het beschrijft  wel de mentaliteit van de Oekraïners, hun drang naar vrijheid, hun afkeer van vreemde overheersing. De auteurs kennen de Grieks-Romeinse oudheid goed en tonen de invloed ervan op hun literatuur. Ze vergeten daarbij nog de plaatsnamen in het zuiden die Grieks geïnspireerd zijn. De bladspiegel is aangenaam, het boek is mooi uitgegeven.

Eén schrijver vreest dat zijn land over 30 jaar eentalig Russisch zal zijn. Maar de oorlog heeft de interesse voor het Russisch sterk verlaagd. Het grootste nadeel is dat de artikels geen precieze datum hebben en allemaal van vóór de oorlog zijn. Een kaart ontbreekt ook: de auteurs en de uitgever veronderstellen dat iedereen weet waar Galicië, Wolynië, Boekovina, Zhytomyr etc. liggen.

Bij de info over de auteurs (p. 281-284) mis ik ‘Dagboek van een invasie’ bij Andrej Koerkov en ‘De poorten van Europa’ bij Serhii Plokhy (de Engelse versie staat er wel bij).

Tot slot: alle inkomsten van dit boek gaan naar Oekraïense goede doelen.

Voor het eerst verschenen op Jef Abbeel