"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oeverloos

Dinsdag, 14 februari, 2023

Geschreven door: Nisrine Mbarki
Artikel door: Maarten Buser

Wij zijn water, wij vrezen onszelf

[Recensie] Je neemt als dichter wel een risico door je bundel oeverloos te noemen; zeker wanneer je zulke praterige po.zie schrijft als Nisrine Mbarki (1977). Veel gedichten lijken de vorm van een monoloog aan te nemen, zoals de openingsreeks ‘ضيبوأ†لحك†’. Daar in kijkt de ‘ik’ naar een foto die in haar huis hangt: “twee jonge mensen/ begin jaren zeventig/ […] ze spreken verschillende talen, maar zullen elkaars taal leren”. Vervolgens wordt opgesomd wat die twee de komende tijd te wachten staat: “ze zullen uitgaan reizen elkaars familie leren kennen/ ze zullen zich speels verloven en de komende jaren/ om elkaar heen dwalen/ […] ik zal hun eerste levendgeborene worden aan de andere kant van de/ Middellandse Zee”. In de daaropvolgende drie gedichten blijkt dat huwelijk allesbehalve vredig te verlopen en “zullen [zij] niet meer met een partner durven te leven”.

Vertellen van verhalen
Het effect van die consequente toekomende tijd doet denken aan een voice-over zoals die soms aan het begin van films of tv-series gebruikt wordt en die alvast wat verklapt over hoe het verhaal zich gaat ontspinnen. Het vertellen van verhalen blijkt een belangrijk thema in deze bundel – specifiek stemmen en geschiedenissen die te vaak ongehoord blijven in de westerse samenleving. oeverloos presenteert zich nadrukkelijk als een multiculturele bundel, geschreven in het Nederlands, maar ..k met woorden en zinsdelen in het Frans, Arabisch en Tamazight (ook bekend als Berbers). Volgens de verantwoording van de bundel zou Mbarki een website hebben waarop je de betekenis van die woorden kunt vinden; op moment van schrijven lijkt die site helaas (nog?) niet live te zijn.

Volgens Google Translate zou de titel van de openingsreeks voor ‘witte eyeliner’ staan, wat weer verschillende nieuwe interpretatiemogelijkheden oproept. Verwijst dit naar het modieuze voorkomen van de moeder op de foto, of is die titel ..k een subtiele verwijzing naar een vermeend wit schoonheidsideaal? Afhankelijk van je talenkennis krijg je zo geen ‘toegang’ tot bepaalde lagen van de gedichten, wat enigszins frustrerend kan zijn. Toch is dat eigenlijk best een sterke keuze in een bundel die verschillende verhalen en culturen naast elkaar zet; zie ook afdelingstitels als ‘polyfonie’ en ‘synthese’. Waarom zou je dan alles beschikbaar maken voor ..n bepaald lezerspubliek?

Scherp/onscherp portret
Opmerkelijk is dat sommige details van oeverloos op (auto)biografische details zinspelen, of daar in elk geval mee overeenkomen: eind jaren zeventig geboren zijn, de niet-westerse naam van de auteur in combinatie met niet-westerse talen – het is verleidelijk om op basis daarvan de ‘ik’ gelijk te stellen aan de auteur. Mbarki saboteert dat evenwel door ook mythische elementen in de gedichten te laten sluipen. In een gedicht als ‘ma m.re’ – nota bene binnen een afdeling met de zakelijke titel ‘archief’ – vind je regels als: “mama is gebouwd uit cactusbladeren/ en het lijfje van een bijenkoningin/ ze werd door de Franse nonnen gekneed/ […] mijn moeder is vuur en baart as”. Daar staan dan weer veel alledaagsere constateringen tegenover als “[ze] heeft een hekel aan politiek en stemt ook niet meer’ of ‘[ze] komt uit een gezin van tien”. Het is alsof je naar een portret kijkt dat constant scherper en onscherper wordt en dat is best spannend.

Het Weer Magazine

Een gedicht als ‘ma m.re’ laat ook zien hoe goed de titel van de bundel is gekozen. Niet alleen lijkt die te verwijzen naar het drijven tussen verschillende culturen, wat je als lezer uiteindelijk ook steeds doet. Soms wordt dat onbestemde gevoel beangstigend, zoals in het titelgedicht dat aanvangt met: ‘mijn moeder treedt regelmatig buiten haar oevers’. Daarin wordt veel indirecter gezinspeeld op de psychische problemen die de moeder heeft en die op andere plaatsen in de bundel explicieter worden besproken; onder meer door de PAAZ bij naam te noemen. In het titelgedicht gaat het om “abrupte wolkbreuken/ razende moessons zelfs”. Zulke onderlinge verbanden maken van oeverloos een hechtere bundel dan je zou verwachten op basis van die sprongen tussen realisme en mythologie; ook veel sterker geworteld in de actualiteit.

Associatief
Helaas is de bundel juist door die associatieve insteek ook een beetje oeverloos geworden in de negatieve zin van het woord. De verknoping van thema’s komt niet altijd even goed tot haar recht in de afzonderlijke gedichten, die nogal eens van de hak op de tak lijken te springen. Mbarki probeert bovendien soms wel heel veel in de gedichten te stoppen, zoals wanneer ze opeens begint over ‘in mijn huis heeft een Joods gezin geleefd/ […] op straat liggen struikelstenen met de namen van de gedeporteerden’. Hoe schrijnend ook, die aanwezigheid voegt niet veel toe aan het gedicht, of aan de bundel als geheel. Een geheel los eindje is het niet, want weer een ander gedicht haalt een opa aan die ‘het land/ van zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen heeft bevrijd’. Huis, Tweede Wereldoorlog, opa: ze lijken elkaar eerder toevallig te ontmoeten dan dat er echt een veelzeggend verband wordt blootgelegd. Mbarki’s ambities lijken soms groter dan wat ze daadwerkelijk presteert. oeverloos is zeker een veelbelovend debuut, maar de volgende bundel mag wel wat meer vaste grond onder de voeten krijgen.

Eerder verschenen op Poëzieclub