"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Soldaat van Napoleon (1806-1815)

Woensdag, 2 juni, 2021

Geschreven door: Joost Welten
Artikel door: Gaëtan Regniers

De veldtocht naar Moskou door de ogen van een Vlaamse soldaat

Joseph Abbeel in dienst van Napoleon

[Recensie] Begin mei herdacht Frankrijk de 200e sterfdag van Napoleon Bonaparte. Van een uitbundige viering was geen sprake, daarvoor is de kritische benadering van de donkere zijdes van zijn bewind te actueel. Het boek Soldaat van Napoleon (1806-1815) is een illustratie van de hoge menselijke tol die Napoleons bewind eiste. In dit autobiografisch relaas over de desastreuze Russische campagne put de gewone soldaat Joseph Abbeel uit zijn ervaringen, zonder de rauwe werkelijkheid te verbloemen.

Net als miljoenen leeftijdsgenoten werd de Joseph Abbeel (1786-1866) als ‘conscrit’ ingelijfd in het Franse leger. Hij zou uiteindelijk tien jaar dienen onder Napoleon en stelde kort nadien zijn ervaringen te boek, een relaas dat start bij zijn gedwongen rekrutering in Gent en hem door half Europa zal leiden. Het grootste gedeelte van zijn autobiografisch verslag reserveert Abbeel voor zijn belevenissen in Rusland. Als karabinier maakt hij deel uit van de Grande Armée van 700.000 man die in 1812 optrekt tegen de legers van de tsaar. Verloopt de campagne aanvankelijk voorspoedig, de oorlog mondt uit een uitputtingsslag waarbij vooral het barre klimaat en het gebrek aan voedsel het Franse leger rechtsomkeer doen maken. De aftocht wordt een calvarietocht en het leger werd gedecimeerd, naar schatting een half miljoen soldaten overleefden het niet.

Ondanks het strategisch vernuft van Napoleon bleek de bevoorrading van het leger de achilleshiel van de campagne. Tijdens de opmars plukken de soldaten het land letterlijk leeg. Het grootste deel van Abbeels verhaal gaat overigens niet over de veldslagen, wel over de plundertochten die de soldaten dagelijks ondernemen. “Bij onze aankomst lieten we al het vee slachten dat wij nodig dachten te hebben: koeien, schapen, ganzen, kippen en andere dieren,” beschrijft Abbeel zo’n foerage. “Bovendien moesten zij schnaps, bier en andere drank voor ons halen, waarvoor zij vaak drie of vier mijl moesten lopen of rijden. (…) Bij hun terugkeer kregen zij dikwijls ook nog stokslagen omdat zij te weinig hadden meegebracht. Ik moet toegeven dat het te ver ging. Indien ze geen afranseling wilden krijgen, moesten ze dansen op de maat die wij zongen of floten.”

Boekenkrant

Misschien nog opzienbarender dan de ‘avonturen’ die Joseph Abbeel beleeft – hij raakt gewond, ontsnapt enkele keren aan de dood, wordt krijgsgevangen genomen – is de onderkoelde, afstandelijke toon waarop hij erover verhaalt. Zelfs wanneer hij beschrijft hoe hij per ongeluk een schuur in brand steekt waarin Franse soldaten schuilen (en die levend verbranden) blijft Abbeel er schijnbaar onbewogen bij en verbloemt niks. Het doet onwillekeurig denken aan de verhalen van Holocaustoverlevers die beschrijven hoe ontberingen en het gevecht om lijfsbehoud alle emoties doen bevriezen.

Over de Russische veldtocht van 1812 zijn een aantal uitstekende historische werken in het Nederlands vertaald, zie bijvoorbeeld Adam Zamoyski 1812. Napoleons fatale veldtocht naar Moskou (2005, Balans) en Dominic Lieven Rusland tegen Napoleon: de strijd om Europa 1807-1814 (2009, Het Spectrum). Waarom is Soldaat van Napoleon een relevante aanvulling op deze monografieën? Als egodocument is het een van de weinige verslagen die door een gewone soldaat werd geschreven. Verwacht geen ellenlange, saaie tactische uiteenzettingen over het verloop van een veldslag. Abbeel beschrijft hoe hij de ‘grote’ geschiedenis waar hij deel van uitmaakte vanuit zijn perspectief heeft beleefd. Zijn verhaal is bovendien onvoorstelbaar rijk aan details: over de gebeurtenissen, maar ook over de gebruiken van de vreemde volkeren die hij ontmoet. Abbeel staat duidelijk met een onbevangen blik in het leven. Dit alles getuigt van een grote authenticiteit die de leesbaarheid enkel ten goede komt.

Maar liefst 528 voetnoten geven duiding bij onder andere de plaatsen die Abbeel aandoet, de krijgsmakkers die hij bij naam noemt, allerlei gebruiken in het toenmalige leger, …: de lezer krijgt een pak extra informatie. Het notenapparaat is een noodzakelijke aanvulling op de tekst van bijna 200 jaar oud. Her en der slopen er herhalingen en onnauwkeurigheden in de verklarende voetnoten. Soms onbeduidend (Roeselaere in plaats van Roeselare), soms meer fundamenteel. Het Poolse “nie ma gospodarstwo” betekent “er is geen boerderij” en is niet de vertaling van “de heer is er niet”(“nie ma gospodarz”).

Het boek is een heruitgave van Met Napoleon naar Moskou. De ongelooflijke overlevingstocht van Joseph Abbeel uit 2011 (Joost Welten & Johan De Wilde, uitgave Davidsfonds). Die eerdere titel dekt eigenlijk beter de lading dan Soldaat van Napoleon. Los daarvan is het bewonderenswaardig dat dit belangwekkende egodocument opnieuw beschikbaar is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles