"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onder het net

Woensdag, 1 augustus, 2018

Geschreven door: Iris Murdoch
Artikel door: Tea van Lierop

Filosofische roman in de sfeer van Bloomsbury

[Recensie] Onder het net is de debuutroman van Iris Murdoch. Volgens critici is het haar levendigste boek, niet omdat haar personages de vrije loop kregen, maar omdat ze zichzelf vrijheden heeft gegund onder invloed van het surrealisme. In haar latere werk zou ze die vrijheden niet meer toestaan. Dit is geen eenvoudige roman. Je kunt hem op verschillende manieren lezen. Als een avonturenroman, waarin het leven in een schilderachtig artiestenmilieu in Londen beschreven wordt, dat is op zich zeer lezenswaardig. De prachtige verhaallijnen, uitgesproken karakters en vooral de sfeer maken prachtige beelden. Of tegelijkertijd ook de diepere laag meepakken, in dat geval zorgen de talloze filosofische, literaire en autobiografische verwijzingen voor een extra dimensie.

De titel komt terug in hoofdstuk 6, Jake leest een passage uit z’n eigen boek De Dooddoener:

“Alle getheoretiseer is vlucht. We moeten geregeerd worden door de situatie zelf en dit is onuitputtelijk persoonlijk. Het is werkelijk iets waar we nooit genoeg bij kunnen komen hoezeer wij ook proberen als het ware onder het net te kruipen.”

Jake Donague, de ik-figuur, is schrijver van beroep en probeert zich staande te houden in het naoorlogse Londen. Hij is van nature lui en heeft de gewiekstheid om zo voordelig mogelijk te wonen bij anderen, het liefst gratis. Hij vertaalt ook boeken uit het Frans. Finn is zijn trouwe metgezel. Gedurende het hele boek is Jake op zoek naar Anna, zij was Jake’s geliefde. Haar zuster Sadie is een filmsterretje, wispelturig type.

Boekenkrant

Jake en Finn worden op straat gezet door Madge, hun hospita, en gaan op zoek naar woonruimte. Jake bezoekt zijn oude vriend Dave, een joodse filosoof, in de hoop er onderdak te krijgen. Deze spoort hem aan een echte baan te gaan zoeken en het schrijven naar de avonden te verschuiven. Het personage van Dave lijkt gemodelleerd naar de filosoof Ludwig Wittgenstein, er zijn meerdere overeenkomsten tussen die twee en Murdoch heeft door de roman heen een aantal theorieën van Wittgenstein verwerkt.

Hugo is een kleurrijk personage met vele talenten, van hem steelt Jake ideeën voor het boek De Dooddoener. Hugo heeft dat uiteindelijk helemaal niet in de gaten, hij vindt dat Jake een geheel eigen, originele draai aan de theorieën van Hugo gegeven heeft.
Finn raadt aan op zoek te gaan naar Anna en hiermee begint een absurde, soms surrealistische zoektocht. Murdoch maakt er echt wat van met haar beschrijvingen van het nachtelijk Londen, de kroegen, zwemmen in de rivier, (dit is typisch een autobiografisch element), een beroemde hond die gekidnapt wordt, een klein theater waar een maskerspel opgevoerd wordt, vuurwerk, schrijverschap en onduidelijke liefdesverhoudingen.

De ene geweldige beschrijving na de ander zorgt voor spektakel, zeker wanneer hij zijn zoektocht uitbreidt naar Parijs. Genieten is het juiste woord voor deze roman en fijnproeven voor het ontdekken van de extra laagjes.

Motto
“Eender, eender de een aan de ander:
Jullie joegen altijd op het Beest.
Jullie bevochten zonder winst elkander.
Jullie minnaars zijn nooit trouw geweest.
’t Is goed dat je voorbij bent, Oude Tijd.
Een Nieuwe Eeuw is voorbereid.”
Dryden, The Secular Masque

Dit motto verwijst naar de manier hoe Jake zich door de vele misverstanden van de ene naar de andere plek beweegt. Extra interessant is dat het masker ook weer terugkomt in het mime-theater van Anna.  Een maskerspel is een toneel-, muziek- en dansspektakel dat populair was in aristocratische kringen in de 16de en 17e eeuw.

In De Existenstialisten beschrijft Sarah Bakewell hoe Murdoch in 1945 Sartre ontdekt en uitroept: “De opwinding – ik herinner me niets dat erop lijkt”. Murdoch schreef als eerste een monografie over Sartre, ze was in eerste instantie aanhangster van zijn filosofie, maar nam later afstand. (Sartre dacht dat de mens als een lege huls geboren wordt en daarna keuzes maakt, Murdoch dacht dat er al zaken aanwezig zijn, zoals ‘het goede’)

De term ‘bewoonde filosofie’ is afkomstig van Iris Murdoch:

“Murdoch merkte op dat we niet kunnen verwachten dat filosofen op een simplistische wijze ‘leven naar’ hun eigen ideeën, alsof ze een reeks regels volgen. Maar we mogen wel van hen verwachten dat ze ons laten zien hoe je in die ideeën leeft. We moeten als het ware door de ramen van hun filosofie naar binnen kunnen kijken, om te zien hoe ze daar leven, hoe ze zich bewegen en hoe ze zich gedragen.”

Kan een filosofe iets anders dan een cerebraal werk schrijven? Murdoch zelf geeft hierover haar mening in een essay uit 1961, Against Dryness. Ze stelt dat de hedendaagse literatuur droog, of journalistiek is. Een ‘droge’ of symbolistische roman is een benepen quasi-allegorie die ‘la condition humaine’ beschrijft en bevat geen ‘persoonlijkheden’ zoals men in de negentiende eeuw beschouwde. Als voorbeeld noemt ze T.S. Eliot, Paul Valéry en de filosoof Ludwig Wittgenstein.

De journalistieke roman noemt ze: een grote, amorfe quasidocumentaire […] die met behulp van bleke, conventionele personen een recht toe recht aan verhaal vertelt dat verluchtigd is met empirische feiten”.
De middenweg is het creëren van karakters die de vrijheid krijgen zichzelf te ontwikkelen tot zichzelf. Murdochs personages zijn niet ‘af’, ze moeten wel iets begrijpen, maar niet alles.

Ik las deze roman met groeiende bewondering. Deze moedige, onconventionele vrouw met lef heeft me overtuigd van haar briljante geest. Jammer dat er niet meer zoveel over haar werk gesproken wordt. In ieder geval wil ik zeker nog iets van haar lezen en ik hoop dat deze auteur niet in de vergetelheid raakt, tenslotte vertegenwoordigt ze een interessante periode van de naoorlogse geschiedenis.

Eerder verschenen op met de neus in de boeken

Boeken van deze Auteur:

Het aardige en het goede

De leertijd

Vlucht voor de tovenaar

Op zand gebouwd

Bruno's droom