"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onderwijsvuur

Dinsdag, 20 maart, 2018

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Onbekend

Met energie en plezier voor de klas

[Voorpublicatie] “Werken in het onderwijs is intensief. Er wordt veel van je verwacht, je wilt veel geven, maar je krijgt niet altijd de waardering en steun die je nodig hebt. Veel docenten en leerkrachten raken ongemerkt vermoeid, hun vuur dooft en het plezier neemt af. Een burn-out ligt op de loer.”
In Onderwijsvuur willen de auteurs docenten laten ontdekken welk ‘vuur’ hen gaande houdt. “Waar krijg je energie van en waar lekt het weg? Je leert je grenzen te bewaken om jouw onderwijsvuur weer maximaal te laten branden. Ervaringsverhalen en oefeningen helpen je om weer met energie en plezier voor de klas te staan. Je krijgt er weer zin in!
Auteurs Thitia Kollen en Rolien Dijksterhuis hebben allebei hun sporen verdiend in het onderwijs. Ze coachen docenten en teams en geven workshops en presentaties over werken met plezier. ” [Achterflap]

De Leesclub van Alles publiceert als voorpublicatie de inleiding en een deel van hoofdstuk I van Onderwijsvuur.

Inleiding

Werken in het onderwijs, het mooiste beroep op deze aardbol. Althans dat vinden wij. En met ons vele docenten en leerkrachten. Ons hart gaat sneller kloppen als we denken aan klassen vol leerlingen, de vakken die we mogen geven en de bijdrage die we mogen leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren.

Hereditas Nexus

Dit boek is dan ook geschreven voor jou! Of je nu in het PO, VO of MBO werkt, of je nu docent bent of onderwijsassistent, je wilt met energie en plezier je werk kunnen doen. Je wilt vol passie je beroep uitoefenen en op een positieve manier de kinderen en jongeren die je ontmoet in je werk, verder helpen. Of je nu barst van de energie of je regelmatig uitgeblust voelt, inzicht in wie jij bent en hoe jij als docent wilt zijn, kan je helpen om vol vuur je werk te blijven doen of je vuur juist te hervinden. Want naast dat lesgeven een prachtig beroep is, kan het soms voelen als een zwaar beroep. Je begint vol energie, maar in de loop der jaren zwakt de energie gaandeweg af en lijkt de passie verdwenen. Wij zijn er van overtuigd dat als je merkt dat jouw onderwijsvuur afneemt, je het ook weer kunt laten oplaaien. Je kunt zelf het heft in handen nemen en je vuurtje weer flink opstoken.

Jouw werk in het onderwijs is intensief, van buitenaf kan er veel aan je getrokken worden. Vraag is dan of je je laat meetrekken of dat je je eigen grenzen weet te bewaren. Uiteindelijk kun je je omgeving niet beïnvloeden, maar wel hoe je zelf erin staat. Met dit boek willen we je daarbij helpen. Hoe ziet jouw onderwijsvuur er eigenlijk uit? Wanneer brandt jouw onderwijsvuur volop en waardoor dooft jouw vlam soms uit? Hoe kun je je eigen onderwijsvuur maximaal laten branden, zodat je licht en warmte kunt uitdelen aan de kinderen en jongeren in je klas?

In de eerste drie hoofdstukken maken we inzichtelijk welke factoren een rol spelen bij het branden van jouw onderwijsvuur en helpen we je jezelf en je omstandigheden in kaart te brengen. Op deze manier krijg je inzicht in hoeveel energie jij voor je werk hebt. In de hoofdstukken vier tot zes zoomen we in op je functioneren en op de omgeving waarin jij je werk doet. We gaan op zoek naar waar je energie van krijgt en waar je energie misschien weglekt.

De laatste vier hoofdstukken geven inzicht in hoe je je werk zo kunt inrichten dat je energie en plezier ervaart als je voor de klas staat. We laten je zien hoe je kunt veranderen en wat je nodig hebt om je nieuwe levensstijl ook vol te houden.

Misschien is je vuur wel zo uitgeblust geraakt dat je thuis zit met een burn-out. We kunnen ons voorstellen dat het dan te veel is om in je eentje zo’n heel boek door te lezen. Het kan dan fijn zijn om dit samen met je coach of therapeut te doen.

Het is niet per se nodig om het boek op volgorde te lezen. Misschien wil je eerst de stukken lezen waar je het meest door geraakt wordt. Je zult merken dat je tijdens het lezen continu deze drie vragen tegenkomt:

  • Wie ben jij als docent?
  • Waar komt jouw eventuele stress vandaan?
  • Hoe kun je vanuit je hart je werk doen?

Het boek is doorspekt met ervaringsverhalen en oefeningen. De verhalen hebben we gehoord van collega’s of van cliënten in onze coachingpraktijk en zijn gebaseerd op waargebeurde situaties. Wel hebben we namen en omstandigheden veranderd om de privacy van onze cliënten en collega’s te kunnen waarborgen. Veel oefeningen kun je zo uitvoeren, maar soms is het fijn om de oefening samen met een collega of vriend te doen. Sowieso hopen we dat je je ervaringen die je opdoet tijdens het lezen van dit boek deelt met naasten.

Delen zorgt er vaak voor dat je uit je eigen denkcirkel komt en vanuit de ogen van de ander kunt kijken naar jezelf. Zodat je steeds weer nieuwe dingen leert over jezelf en je werk. Achterin het boek vind je een aantal notitiepagina’s. Misschien vind je het prettig om tijdens het lezen aantekeningen te maken of wil je een aantal oefeningen uitwerken achterin het boek, zodat je ze bij de hand hebt als je weer verder leest.

Tot slot hopen we dat dit boek mag bijdragen aan een positieve boost voor het hele onderwijs. Hoe geweldig zou het zijn wanneer we ons als docent gezien en gekend voelen op school. Zodat wij dit ook naar onze leerlingen uit mogen stralen en hen uitnodigen zichzelf te zien zoals zij zijn. Hoe geweldig zou het zijn als de kinderen en jongeren ons jaren later weten te herinneren en ons als voorbeeld zien van hoe je vanuit je kwaliteiten kunt leven en werken en hoe jij je passie kunt uitdelen aan de mensen om je heen.

Thitia Kollen, Rolien Dijksterhuis, Dedemsvaart/Veenendaal

Hoofdstuk 1 Gedoofd vuur

Hoe kun jij je energie in je werk kwijtraken?

Tessa is 31 jaar, mentor en docent Frans op een vmbo-school. Van kinds af aan wist ze het al. Ze wilde juf worden! Uren zat ze boven op haar slaapkamer, met krijtbord, poppen en beren die haar leerlingen voorstelden en speelde ze schooltje. Als ze later groot is, dan wil ze met kinderen werken. Een klas helemaal voor haar alleen, vol enthousiaste koters. Waarbij ze haar geduld en enthousiasme kan inzetten en elke leerling de aandacht kan geven die het nodig heeft. Een grote droom, die uiteindelijk uitkwam! Met 23 jaar had ze haar diploma op zak en kon ze meteen starten op de school waar ze nu nog steeds werkt. Ze wordt gezien in haar werk en krijgt veel mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Ze blaakt van energie en zit vol verhalen over haar prachtige vak en de kinderen die ze mag begeleiden.

Gedurende de jaren die volgen, merkt ze dat de veelzijdigheid van het vak haar tol begint te eisen. De diversiteit van de leerlingen in de groep, contacten met externen, het leerlingvolgsysteem en alle nascholing doen een behoorlijk beroep op haar uithoudingsvermogen als docent en het begint steeds meer energie van haar te vragen. Ze merkt dat ze vaker dingen laat liggen, telefoontjes naar ouders  stelt ze uit. In vergaderingen is ze minder scherp en trekt ze zich meer terug. ‘s Nachts ligt ze vaker te piekeren en ze merkt dat haar enthousiasme voor het lesgeven langzaamaan afneemt.

Waar Tessa ooit bevlogen en vol vuur begon, neemt gaandeweg haar passie af. Ze voelt haar energie steeds meer weg stromen en er komen vaker frustraties en bedenkingen bij. Waar ze ooit de keuze maakte om het verschil te maken bij de leerlingen en voldoening haalde uit het werken met mensen, komt er steeds meer stress, frustratie en opslokking voor in de plaats. Alles wat haar deed opvlammen staat op een laag pitje en soms zelfs helemaal uit. Haar vuur raakt gaandeweg uitgeblust.

Onderzoek laat de volgende resultaten zien. Nergens komen zoveel burn-outklachten voor als in het onderwijs. Volgens bronnen als TNO, CBS en AOB kampt één op de vijf leraren met deze klachten en maar liefst één op de acht leraren denkt erover om ander werk te zoeken. Belangrijkste overweging is de hoge werkdruk in verhouding tot het salaris. Verder groeit het ziekteverzuim aanzienlijk, is er een lerarentekort en nemen de aanmeldingen bij de pabo’s af.

  • Wat heb jij nodig om te kunnen blijven stralen in je werk?
  • Hoe zorg jij er voor dat jouw onderwijsvuur brandend blijft?
  • Hoe blijf jij met energie en enthousiasme naar je werk gaan?

We hopen dat jij gaandeweg het lezen van dit boek antwoorden krijgt op deze essentiële vragen en hoe jij aan de slag kunt om jouw onderwijsvuur weer op te laten laaien.

Mogelijke oorzaken van de druk in het onderwijs

Het onderwijs scoort het hoogst wat betreft het percentage werknemers met burn-outklachten. Er zijn nauwelijks nog vervangers te vinden bij ziekte en leerlingen worden opgesplitst en verdeeld over andere groepen of krijgen vrij. Hoe komt het dat er zoveel uitval is? Om ons heen horen we allerlei geluiden en krijgen we de volgende veelgehoorde signalen terug:

  • Gepersonaliseerd leren vraagt om kennis en kwaliteit van de docent
  • Grootte van de groepen met soms meer dan dertig leerlingen
  • Verslaglegging vraagt extra tijd en inspanning
  • Digitale leerstof vraagt extra voorbereiding
  • Continue vernieuwing
  • Kritische ouders

Hoe doen we in deze tijd recht aan alle leerlingen en krijgt de leerling dat wat hij nodig heeft en verdient? Dat is een hele uitdaging! Er zijn hoge verwachtingen van mensen die werken in het onderwijs. We zetten ze als het ware op een voetstuk. We willen een leraar die betrokken is bij de leerlingen, uitzonderlijk goed is in zijn vak en die ook nog de kwaliteit heeft om alles perfect op de leerlingen over te kunnen brengen. Het gaat bijna klinken als een schaap met vijf poten. Elke leerling verdient toch een geweldige leraar! Zou dit ook de oorzaak kunnen zijn van de extra druk die leerkrachten en docenten voelen?

De volmaakte docent

Er bestaat geen docent die volmaakt is en op alle punten perfect zal scoren, alleen worden de verwachtingen steeds hoger. De docent en de leerkracht moet eigenlijk perfect zijn en dat is onmogelijk. We hebben te maken met een verscheidenheid aan mensen en dat is het prachtige aan onderwijs. Zoveel verschillende persoonlijkheden voor de klas met elk hun eigen kwaliteiten.

Met daarbij de leerling die op zijn eigen manier leert. Diversiteit van docenten geeft hierin juist een sterkere schakering om leerlingen passend te bedienen. Een van Roliens grote voorbeelden is haar docent scheikunde van de middelbare school. Een ontzettend lieve man, die niet heel streng was of vanuit macht en gezag lesgaf. Maar omdat hij zo betrokken was bij zijn leerlingen en zo zorgzaam was, dacht niemand eraan een puinhoop te maken in zijn klas en waren zijn lessen altijd gezellig en leerzaam. Ze weet nog goed dat een van haar medeleerlingen een keer ballonnen had meegenomen en de klas ging volleyballen. De scheikundedocent werd niet boos, maar deed rustig een paar minuten gezellig mee en zei daarna dat iedereen nu ontspannen genoeg was om met de les te beginnen. Geen vuiltje aan de lucht, iedereen pakte z’n spullen en deed mee. Deze docent was Roliens initiator. Hij heeft bij haar het vlammetje laten oplaaien om docent te worden.

Het onderwijs is een gevende organisatie, dienstbaar aan jongeren, dienstbaar aan de samenleving. Dit betekent dat docenten heel veel geven. En ieder mens heeft het nodig om ook weer te mogen ontvangen door erkenning en waardering te krijgen voor wat hij doet. Wordt je geven als docent niet gezien en gewaardeerd, dan kun je uiteindelijk leeggegeven raken en uitgeblust zijn. In hoofdstuk 5 en 6 zullen we hier verder op ingaan, hoe je binnen het onderwijssysteem toch kunt ontvangen wat je nodig hebt, om daarnaast ook te kunnen uitdelen.

Het docentschap wordt door veel docenten gezien als roeping. In het verleden heeft bijna altijd iemand of iets de liefde voor het docentschap geïnitieerd. Een leerkracht, een voetbalcoach, maar het kan ook een ouder of een fijne tijd bij de scouting zijn geweest. Het vuur werd aangewakkerd en jij besloot docent te worden. Misschien is je drijfveer het helpen van jongeren en kinderen of misschien vind je het prettig om je kennis over te brengen. Door lesgeven als roeping te zien sta je je zelf toe om er voor de volle honderd procent voor te gaan. Ook ben je bereid offers te brengen om jouw doel in je werk te kunnen bereiken: overuren draaien, ’s avonds doorwerken etcetera.

De combinatie van het onderwijs als een gevende organisatie en het docentschap als roeping kan gevaarlijk zijn. Allebei zorgen ze ervoor dat de docent zich als gevende persoon opstelt. Voor de docent zelf, maar ook voor het onderwijsmanagement is het dus belangrijk in de gaten te houden of de docenten ook genoeg erkenning krijgen en waardering voor hun inzet en hun dienstbaarheid.