"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oneindig eiland

Vrijdag, 23 december, 2016

Geschreven door: Gamal Fouad
Artikel door: Monique van Gaal

Weinig nieuws onder de tropische zon

[Recensie] In zijn debuutroman Oneindig eiland neemt Gamal Fouad (1976) ons mee naar een tropisch eiland, waar zijn protagonist Ka – een niet schrijvende schrijver – een schrijfcursus zal geven. Het verloopt allemaal buitengewoon moeizaam, zowel Ka’s cursus als de roman zelf.

Het is van meet af aan duidelijk dat het lezen van dit boek een lange zit gaat worden. Het wemelt al direct van de trage zinnen, die bovendien ettelijke malen herhaalt worden. De toon is gezet:

“… de man tegenover hem was zeker niet flink te noemen in welk opzicht je het ook bekeek. Nee, er was niets flinks aan hem, of in de verste verte ook maar iets wat op flink leek, of zelfs bij flink in de buurt kwam. De man was gewoonweg on-flink te noemen.”

En wat doet Ka hier eigenlijk, zo vraagt hij het zichzelf ook af. Wat is zijn plan? Vrolijk wordt hij er niet van, hij wordt überhaupt nergens vrolijk van. Het boek is vooral één grote verzuchting. Wat doe ik hier? Wat moet ik ermee? Waarom zou ik schrijven? En dan denk ik: mijn hemel, nog driehonderd pagina’s te gaan…

Boekenkrant

Ka heeft een aantal cursisten onder zijn hoede die hij eenmaal per week ziet. Een paar vrouwen, die er verder voor het verhaal niet toedoen, en twee mannen: Freddy en Ravi. Oneindig eiland gaat over de mannen: Ka, Freddy en Ravi. Zij hebben met elkaar gemeen dat ze alle drie maar een beetje met de ziel onder de arm lopen. Freddy gaat enorm gebukt onder zijn zwaarlijvigheid. Hij blijkt wel enigszins talent te hebben voor het schrijven, maar dat zal hem verder worst wezen.

Onsamenhangend

Ka’s perikelen worden vanuit de personale verteller verteld, terwijl Ravi’s belevenissen in de ik-vorm worden beschreven. Waarom Fouad hiervoor heeft gekozen is mij niet duidelijk. De verteltrant is in beide gevallen exact dezelfde: een veelvoud aan trage, zich herhalende zinnen. Ook Ravi heeft niet veel te melden. Hij slikt paarse pillen, vangt zeekat met blote handen en ‘deed’ vroeger zwembaden. Tot zijn vriendin Monica hem aanraadde “dat ik wat moet doen met mijn leven.” Dus ging hij telefoonnummers verkopen. Nee helaas, boeiender dan dit wordt het niet.

Oneindig eiland is een verhaal over impopulaire figuren. Ka, de “schrijver die niet schreef”, Freddy, de veel te dikke man, en Ravi, de verkoper van telefoonnummers. Hun leven gaat zoals het gaat: traag, saai en strikt genomen niet bijster vertellenswaardig. Zielig komen zij echter niet over; ze lijken zich te hebben neergelegd bij het leven zoals het is. Mijn vraag is dan ook: welke boodschap wil de schrijver hier kwijt? Het verhaal is veel te dun om er iets zinnigs uit te halen. Nu en dan lijkt de schrijver wel iets uit te willen schreeuwen, maar dat komt dan vrij onsamenhangend over:

“Nee, schrijven was zeker niet het trotseren van anderen. Het trotseren van waanzin, misschien. Niet ‘een’ waanzin. Nee, ‘de’ waanzin. Het trotseren van ‘de algehele waanzin’. De heersende waanzin waar menigeen zich bij had neergelegd, of zelfs bij had aangesloten. Ze zagen het niet eens meer. Ze vroegen zich niets meer af. Over het hoe en waarom van de waanzin. De waanzin was voor hen doodnormaal geworden. Doodgewoon. En niet alleen hier op het eiland. Nee, de waanzin die overal heerste. Juist ja. Die waanzin.”

Vanwaar die tirade? Vanwege die “onmetelijke zwarte afgrond”, die schrijven is?

Dan zijn daar nog de stukken tekst die totaal onbegrijpelijk zijn:

“Het opperste oppervlak.

Het opperste oppervlak van de heuvel.

Geen plat oppervlak of plateau.

Nee.

Het is vals plat.

De top van de heuvel is vals plat.

Een valsplatte vlakte.”

En dat gaat zo maar door. Is hier een verwarde schrijver aan het woord?

Op een goed moment vertelt Ravi dat Ka hem had toevertrouwd dat het hem helemaal niet ging om de opdrachten die hij zijn cursisten gaf, maar dat zijzelf de opdracht waren: “vleesgeworden opdrachten”. Om te zien of zij bereid waren ‘het spelletje dat ze met zichzelf speelden om zich beter te voelen’ op te geven. Was dat er gedurende het verhaal nou beter uitgekomen, dan was het misschien nog wat geworden.

Fouad lijkt het boek met een climax af te willen sluiten: “Ik hoop niet dat het mijn idee was” (om samen te gaan nachtvissen). De lezer wordt hoopvol. Maar helaas, behalve de gebruikelijke herhaling van dergelijke toespelingen, wordt ook dit voorval niet naar behoren uitgewerkt.

Er valt kortom maar bar weinig aan Oneindig eiland te beleven.

Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.