"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onheilsdochter

Zaterdag, 18 juni, 2022

Geschreven door: Jean-Claude van Rijckeghem
Artikel door: Jaap Friso

Het lot haalt je altijd in

[Recensie] Het lot van elke Deen zit bij de geboorte in zijn of haar navel geknoopt, weet Yrsa. Ze is de hoofdpersoon uit de nieuwe roman van Jean-Claude van Rijckeghem, die goed past in een rijtje historische boeken (Jonkvrouw, Galgenmeid, IJzerkop) over jonge vrouwen die voor zichzelf opkomen. Dat is voor Yrsa een hele uitdaging omdat ze gelooft dat haar toekomst is voorbestemd. Als dochter van een stuurman groeit ze in de negende eeuw op in een Deens dorpje aan de kust dat ‘Mimirs krukje’ heet. Het meisje is geboren met een hobbelvoet en lijkt een gave te ontwikkelen waardoor ze de levensloop van mensen kan voorspellen. Daarmee dwingt ze ontzag af maar het bevestigt haar status als buitenbeentje, die wordt versterkt omdat haar overleden moeder een slavin was.

Een personage waaraan nogal wat kleeft, zoals vaker bij Van Rijckeghem, maar het is de auteur toevertrouwd om dat op een geloofwaardige en boeiende manier uit te werken. Yrsa raakt tegen wil en dank bevriend met zuster Job, een jonge non die haar vader als gijzelaar mee terug neemt van een zeereis. Haar geloof staat haaks op de mythische godenwereld van de Denen. “Die nonnen hebben streken onder hun staart”, waarschuwt de stiefmoeder van Yrsa haar dochter. “Ze stoppen je hoofd vol rare verhalen om ervoor te zorgen dat we onze goden vergeten.” De onderlinge plagerijen zijn soms vilein maar op een droogkomische manier beschreven. Zo wensen ze elkaar goedenacht met: ‘welterusten nonnetje’ en ‘welterusten heidentje’. Het geeft aan dat de meiden, ondanks hun diametrale levens, steeds meer naar elkaar toetrekken. Na een heftig incident gaan ze zelfs noodgedwongen samen op de vlucht. Stoere meiden die zichzelf op hun toekomst moeten voorbereiden waarbij ze zich soms alleen staande kunnen houden door als man verkleed te gaan. Genderrollen vormen een van de rode draden in het oeuvre van Van Rijckeghem.

Het avontuur mondt uit in grote levensdilemma’s. Is het inderdaad zo dat ze de dingen moeten aanvaarden zoals ze zijn of zoals Yrsa is ingepeperd: “We hebben niks te willen” want het lot haalt hen immers altijd in. Of kunnen ze zich wel degelijk ontworstelen aan de verwachtingen van de familie en de vastliggende patronen? Daarmee is het een boek over vrije wil en lotsbestemming waarin het geloof in welke god dan ook een hoofdrol speelt.

Met de vele personages en (persoons- en plaats) namen is het zaak bij de les te blijven, maar wie eenmaal in het verhaal zit, komt er moeilijk weer uit. Hardop lachen bij de scene waar Yrsa een emmertje visafval over een huwelijkskandidaat gooit die haar voor lelijk en kreupel uitmaakt. Of als Job vertelt hoe de bijbel waar ze met monniken jaren aan werkte, naar kattenpis is gaan ruiken.

Ons Amsterdam

Onheilsdochter mag dan iets minder toegankelijk en meeslepend zijn dan de geweldige voorganger IJzerkop maar boeit opnieuw van begin tot einde.

In de 73e van de Grote Vriendelijke Podcast is een uitgebreid gesprek met Jean-Claude van Rijckeghem te horen.

Eerder verschenen op Jaapleest.nl