"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ontij

Vrijdag, 15 maart, 2019

Geschreven door: Tomás González
Artikel door: Nico Voskamp

De oude man en zijn zoons

[Recensie] Een boek met de zee als personage, hebben we dat niet al eens eerder gelezen? O ja, denk je als titel en vervolgens inhoud, stijl en niet geringe impact van dat boek je te binnen schiet, dat was met recht een klassieker. Nu we toch deze twee boeken in ons hoofd hebben, hoe komt dit boek er dan vergelijkenderwijs vanaf?

Niet slecht. Ook absoluut niet beter, maar redelijk eh… niet slecht. Maar dat is nou eenmaal het risico als je langs de Hemingway-meetlat komt te liggen. Gonzaléz heeft zijn best gedaan op een stormachtige beschrijving die in essentie gaat over de eeuwige strijd tussen vader en zoon. De vader wil zijn heerschappij niet opgeven en de zoon wil niet langer onderdanig zijn, dat botst, het Oedipuscomplex en alles, u kent dat wel.

We hebben het over een bruisend vat van onderbuikgevoelens, gevangen in een boot op een woelige zee. In de boot zitten ’de vader’ en zijn zonen Mario en Javier. Ze laden de spullen in en gaan vissen. Dat het geen ontspannen tripje wordt, wrijven de eerste zinnen je meteen in:

“Laaiend van woede maar met vaste hand plaatste Mario de twee roeiriemen in de boot en ging naar het strandhuisje van zijn vader om de jerrycans met benzine te halen… Het was nog steenkoud op dit uur, maar toch liep Mario al in zijn blote bast. De woede jegens zijn vader hield hem warm.”

Foodlog

De zoons zijn vanaf hun geboorte door ‘de vader’ altijd als niksnutten en mislukkelingen behandeld, waardoor ze maar één emotie voor hem hebben ontwikkeld: ze haten hem tot in het merg van zijn botten. De vader, eigenaar van een strandresort, wil zijn zoons niet anders zien dan eigenwijze, onhandige slungels die te dom zijn om voor de duvel te dansen, nooit iets bijgeleerd hebben en ook nog eens amper een bootje recht in de golven kunnen houden.

In die gezellige sfeer vaart de motorboot uit, met voorspelbare gevolgen. Het vissen op zich is succesvol. Na een aantal uren grote zeebrasems en nog grotere haaien binnenhalen, ligt de bodem van de boot zo vol buit dat ze bijna niet meer kunnen lopen. Dus strippen ze eerst de vissen en doen ze in de meegebrachte koelboxen. Dan gaat het mis. Het onweer dat al uren dreigend aan de horizon hangt, trekt naar het bootje toe.

Regen en storm vallen over hen heen. De vader verzwikt zijn enkel bij het vechten met een bijzonder hard tegenstribbelende tarpoen en ligt in de boot. De zoons vechten met de elementen om de boot veilig terug naar het strand te krijgen. De zee is veranderd in een monster, een wild, alles verslindend beest dat met tsunamiformaat golven, wind en regen er alles aan doet om ze de diepte in te sleuren.

González brengt het allemaal tot leven in kleurrijke taal. De dreiging van de elementen, de haat tussen pa en zonen, de waanzin van de moeder thuis en de onverschillige botheid van de vader: alles krijgt de bijpassende toon. Complimenten voor de vertaler, die dat alles uitstekend in levende taal omgezet heeft. Zoals de mentaliteit van de vader naar zijn gasten:

“Als hij met de hotelgasten zat te drinken, speelde hij het spelletje van langdurig naar de zonsondergangen kijken wel mee en kon hij zelfs lyrisch worden, maar dat was toeristische lyriek, dat was professioneel en had niets te maken met zijn intieme, van hoogmoed doortrokken relatie tot de zee. En als het niet schadelijk voor zijn business was geweest, zou hij meermaals tegen de hotelgasten, die de loftrompet staken over die doodgewone, ordinaire zonsondergangen hebben gezegd: ‘Geloof mij maar, hier word je op de lange duur doodmoe van al die kutzonsondergangen.’”

Niet slecht.

Voor het eerst verschenen op De Leesclub Van Alles

Ook verschenen op Nico’s recensies

Boeken van deze Auteur:

Ontij

Auteur:
Tomás González
Categorie(ën):
Literatuur

Ontij