"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ontregeld

Vrijdag, 7 april, 2017

Geschreven door: Charlotte Wood
Artikel door: Marnix Verplancke

Harde kritiek op onze masculiene wereld

De Australische Charlotte Wood schreef een snoeiharde roman over wat mannen met vrouwen doen, over vrijheidsberoving, pijniging, denigratie, verkrachting en verminking. Dat Ontregeld je wakker schudt is een understatement. Nadien kan je gewoon niet meer slapen.

[Recensie] Tien jonge vrouwen van onder de vijfentwintig worden gevangen gehouden in een met dodelijke elektrische hekken omheind kamp in een Australische woestijn. Hoe ze daar gekomen zijn weten ze niet, net zomin als de reden voor hun gevangenschap. Hun eigen kleren hebben ze moeten omruilen voor een stel ‘prairiepoppenkleren’, zoals een van hen het zegt: antieke ondergoed, wollen kniekousen, een bloes van ruw katoen, een lange groene canvas jurk en bruine laarzen van stug leer. Op hun kaalgeschoren hoofd dragen ze een pet. Overdag zeulen ze met zware betonplaten. ’s Nachts slapen ze in hondenhokken. De vrouwen worden bewaakt door twee verlopen, sadistische mannen, Teddy en Boncer, en een collaborerende verpleegster die twijfelt tussen hysterie en depressie en daarom haar eigen pillenkast maar leegvreet. Ook zij lossen niets over het opzet van het kamp. Ze wachten op de komst van Harding, zeggen ze, maar wie die Harding dan wel wezen mag, wordt niet vermeld.

Dit is het uitgangspunt van Charlotte Wood in Australië veelvuldig bekroonde roman Ontregeld, een boek dat zijn titel meer dan waar maakt, want dit is zo ongeveer de meest ontregelende leeservaring die we ooit hadden. Vooreerst komt dat door het schaamteloze en gratuite geweld dat de meisjes ondervinden. Boncer breekt met zijn knuppel het kaakbeen van Barbs omdat ze te veel noten op haar zang heeft en even later gooit hij Hetty tegen het elektrisch hek, gewoon om te illustreren wat dat met een mens doet. Ze houdt er een hevig verbrande arm aan over. Geen van beide moet op verzorging rekenen. Meer zelfs, beschrijft Wood in een van haar grandioze scènes, de steeds zwakker wordende Hetty deed een ander meisje aan de kippen van haar oma denken: “Die hielden een zwak dier aandachtig met hun kraaloogjes in de gaten, omcirkelden en taxeerden het. Keken om zich heen wie al een aanval overwoog, wie als eerste, schielijk, aftastend zou beginnen met pikken.”

Maar ook de onwetendheid waarmee je als lezer zit ontregelt je. Net als de meisjes zelf weet je immers niets en kom je de toedracht van hun verblijf slechts mondjesmaat te weten. Wie zijn zij? Het antwoord van Boncer is typerend voor het hele boek, alsof Wood niet met een pen, maar met een scheermes schreef: “Het reissletje van de minister, de Skypesnol, de hondslelijke cruisekut, het varkentje aan het spit, de grote rode gleuf, delletje nummer twaalf en die ordinaire gangbangtrut die voor geld op haar rug gaat. Zij staan voor wat er gebeurt als je goddomme je grote sloeriebek niet houdt.”

Boekenkrant

Ontregeld gaat over wat mannen met vrouwen doen, hoe zij tegen hen aankijken en hoe zij bestraffen wanneer die vrouwen uit protest ook maar een piep durven geven. Het gaat over de fascinatie van de man voor de vrouw en over zijn angst voor haar die hij alleen met geweld weet te onderdrukken. En het gaat over vlees, het vlees waar die man uiteindelijk bang voor is, dat maandelijks aangroeit binnenin die vrouw, dat donker gewas dat erop wijst dat zij vlees is en vlees zal voortbrengen. Ontregeld beslaat niet toevallig een tijdspanne van drie seizoenen; negen maanden dus.

Woods nachtmerrie van een roman komt in een stroomversnelling wanneer blijkt dat Harding helemaal niet van plan is om af te komen en Boncer, Teddy en Nancy daardoor van bewakers medegevangenen worden. Bovendien raakt de voorraadkamer razendsnel leeg. Twee meisjes werpen zich op als leidsters: Yolanda, die konijnen vangt met een paar roestige vallen en daardoor de symbolische brenger van het leven wordt, en Verla, die paddenstoelen plukt en als enige weet welke voedzaam en welke dodelijk zijn.

Wood is een meester in het neerzetten van onvergetelijke beelden. Haar piëta met kangoeroe is gewoonweg fabuleus, net zoals de beschrijving van de pop die Yolanda en Verla voor Hetty maken nadat zij zich opgeofferd heeft voor de anderen door Boncer haar lichaam aan te bieden. Ze maken de pop van een oud kussen, waar omheen ze konijnenvellen naaien. Op het hoofd plakken ze hun eigen afgeschoren haar en binnenin snijden ze een kleine baarmoeder uit, met daarin een naakt en levend babykonijntje dat na verloop van tijd sterft en begint te rotten. En dan beschrijft Wood het koppel, zittend, als was het een foto van een gedegenereerd koningspaar: het verfomfaaide, uitgemergelde meisje, Boncer breed glimlachend met in zijn hand het harpoengeweer waarmee hij iedereen bedreigt en tussen hen in, als hun kind, het misselijk makende gedrocht van een stinkende pop.

Ontregeld is snoeihard, zowel in zijn beelden als in zijn kritiek op onze masculiene wereld. Als u dit jaar slechts één boek wil lezen, dan moet het deze roman zijn.

Eerder verschenen in De Morgen