"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ontregelde geesten

Maandag, 3 augustus, 2020

Geschreven door: Douwe Draaisma
Artikel door: Cyril Lansink

Eponiemen uit de hersenwetenschap

[Recensie] Eind november 1901 wordt in Frankfurt een vrouw opgenomen in een inrichting. Ze is verward, en lijdt aan slapeloosheid. Ze herkent haar eigen man niet meer en haar geheugen laat haar in de steek. De volgende dag heeft de neuropatholoog Alois Alzheimer een gesprek met haar en noteert als eerste zin op de ziektestaat ‘Zit in bed met radeloze uitdrukking’.

Na haar dood, ruim vier jaar later, onderzoekt hij haar hersenen en ontdekt specifieke weefselafwijkingen die kenmerkend blijken voor de geestelijke aftakeling die de vrouw in de greep had. Vele jaren later zal zij te boek staan als de eerste Alzheimerpatiënt.

Alzheimer is een van de dertien eponiemen – eigennamen die een soortnaam zijn geworden – uit de hersenwetenschap die Douwe Draaisma bespreekt in zijn nieuwe boek Ontregelde geesten. Naast Alzheimer onder andere ook Gilles de la Tourette, Parkinson, Korsakov en Asperger: arts-onderzoekers die voortleven in de naam van ziektes en syndromen in de vaststelling en beschrijving waarvan zij een beslissende rol hebben gespeeld. Wie waren deze mannen? Hoe kwamen ze tot hun ontdekkingen? Hoe kwam hun vernoeming tot stand? En wat gebeurde er daarna met ‘hun ziekte’ in de arena van de wetenschap? In het beantwoorden van deze vragen verweeft de auteur op fraaie wijze biografie, ziekte- en wetenschapsgeschiedenis. Hij haalt de artsen weer achter hun eponiem vandaan, beschrijft hun gedrevenheid en twijfels, en geeft een beeld van de klinische context waarin zij hun werk verrichtten. Daarbij paart hij wetenschappelijke zorgvuldigheid aan een prachtige schijfstijl, en nog steeds actuele psychiatrische discussies aan historische couleur locale. Draaisma is een van die schrijvers van wie je de boeken graag van je bureau naar je nachtkastje verplaatst. En terug. 

In zijn speurtocht naar de oorsprong van de dertien ziektebeelden ontdekte hij – maar niet als eerste! –  dat de meeste ontdekkingen van eponimisten herontdekkingen waren. Vóór Alzheimer had ene Redlich al de afwijkingen in de hersenen geconstateerd die de eerste beroemd zou maken. ‘De eerste zijn’ is hooguit een bijkomende factor bij het toekennen van een eponiem.

Kookboeken Nieuws

Eenmaal verbonden met de naam van zijn ontdekker is de geschiedenis van een syndroom of aandoening niet afgerond. Een diagnose stellen is een ding, het vaststellen van de oorzaken is wat anders. De eponimisten zelf zaten er in hun verklaringen soms behoorlijk naast. Gilles de la Tourette verbond de vreemde tics van zijn patiënten (het roepen van obsceniteiten, het dwangmatig maken van geluiden en gebaren) met erfelijke degeneratie en wilszwakte. Psychiaters na hem schroomden niet de oorzaak te zoeken in een te beschermende moeder of  in een te sterke onderdrukking van masturbatieneigingen. Pas driekwart eeuw na de ontdekking van het syndroom begon men zicht te krijgen op de organische stoornissen die tot de tics leiden. Over de rug van ontregelde geesten speelt zich een strijd tussen psychiatrische theorieën af – ook dat leert ons deze studie. De geschiedenis van een geestesziekte weerspiegelt voor een belangrijk deel de machtsverhoudingen in het wetenschappelijk bedrijf.

Zoals hij zelf in het eerste hoofdstuk ironisch vaststelt, is er voor Draaisma geen eponiem weggelegd. Maar niet getreurd, ook het schrijven van een goed boek kan iemand behoeden voor de vergetelheid.

Eerder verschenen in Intermediair