"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ontspoord

Zaterdag, 22 mei, 2021

Geschreven door: Sjoerd Punter
Artikel door: Jan Stoel

Een big bang in Noord-Brabant, schrijnend en toch humoristisch

[Recensie] Tijdens de COVID-19-pandemie speelden ze weer op: complottheorieën. Zo zou het 5G-netwerk het coronavirus verspreiden en ziekte door straling veroorzaken. De 5G-masten werden in brand gestoken. Ik moest hieraan denken toen in Ontspoord van Sjoerd Punter (1943) het woord terrorisme viel na het opblazen van een transformatiehuisje. De kloof tussen burger en overheid is een thema dat zorgen baart, ook in dit spannende verhaal.

In de opening staat deze passage:

“Was hij een terrorist? Natuurlijk niet, vond hij. Zijn aanslagen waren reddingsacties, de enige mogelijkheid die voor hem was overgebleven om mensen te waarschuwen voor het grote gevaar. Hij zag het als een daad van liefde. Helemaal gratis. Voor zijn eerste actie had hij een hoogspanningsmast uitgekozen die dwars door een woonwijk in het noorden van de stad liep. (…) Alsof de waarschuwingen over het gevaar van sterke magnetische velden er niet toe deden. (…) Natuurlijk werden die gevaren ontkend door de autoriteiten, maar hij wist wel beter.” 

Een van de twee hoofdpersonages is “de man die ze later een lone wolf zouden noemen”. Zijn vader werkte bij Philips, werd bij een grote reorganisatie ontslagen en pleegde daarna zelfmoord. “Hij haatte de president-directeur die naam maakte door zoveel mensen te ontslaan. Hij haatte de man met het hoofd van een overrijpe watermeloen.” Een verwijzing naar operatie Centurion waarbij de president-directeur van Philips, Jan Timmer, in de periode 1990-1996 het bedrijf saneerde.

Wandelmagazine

Transformatorhuisje opblazen

De lone wolf verzet zich tegen de nietsontziende manier waarop de overheid en de grote bedrijven omgaan met de belangen van de burgers. Niet voor niets noemt hij zichzelf De Missionaris. Bij wijze van proef blaast hij een transformatorhuisje op. Toevallig fietst er een andere activiste voorbij, Maryanne. Ze raakt zwaargewond. De politie gaat in moslimkringen naar de dader zoeken, te meer omdat het Radicaal Islamitisch Front de aanslag opeist en met meerdere aanslagen dreigt. Later wordt een hoogspanningsmast opgeblazen in de stad en het is wachten op de grote klap.

In dezelfde week van de aanslag arriveert Gino Argus (let op de woordspeling van zijn achternaam, die betekent ‘wantrouwend bekijken’) voor een korte vakantie in Nederland. Hij is ex-politieman nu master in de Martial Arts en eigenaar van twintig sportscholen in L.A. Als hij hoort dat er een aanslag op Maryanne gepleegd is, zijn ex-geliefde, wil hij de dader pakken. Hij gaat zijn eigen weg en komt in conflict met de autoriteiten. Daarnaast is het de politie die onderzoek doet, zijn er mensen die zichzelf willen profileren in plaats van gewoon hun werk te doen, zijn er de media en wordt de druk vanuit de politiek merkbaar.

Punter vertelt zijn verhaal langs twee grote verhaallijnen, die van De Missionaris en die van Argus. Dat zorgt voor een prettige afwisseling en voor spanning in het verhaal. De kritiek op onze maatschappij is vaak hilarische, maar ook schrijnend. Die begint al met de ontploffing bij het transformatiehuis, waarna hooggeplaatsten op basis van geruchten gaan ‘opschalen’.  Hoe verder men van de werkvloer afstaat hoe holler de frasen. Hoe hoger de overheden, hoe schokkender hun falen. De burgemeester ontbreekt op cruciale momenten, maar kan hij scoren dan is hij er wel. 

Gevoel voor sfeer

Leuk zijn ook de verwijzingen naar mensen als Geert Wilders (in het verhaal de roodharige Andries Wildeboer), Bram Moskowicz (Bennie Cohen, “hij was regelmatig gast in tv-programma’s met een laag soortelijk gewicht”) en voor de auteur zelf is er ook een rol, als Renzo Staal, de gevreesde en altijd scherpe verslaggever van het Dagblad van het Zuiden. Punter was dertig jaar dagbladjournalist.   

De personages in Ontspoord blijven echter te vlak. Dat is jammer, want de karakterontwikkeling had het verhaal meer diepgang kunnen geven. Wat Punter wel goed kan is de personages met gevoel voor sfeer neerzetten. Els Dijkstra, de hoofdofficier van Justitie: “Ze had het figuur van een leeggeknepen tube tandpasta. Ze kon heel streng kijken, al bedierven de uitstaande oren toch wel een beetje het beoogde effect.” 

En terroristenspecialist Roderick Ten Brinck: “Die moet wel heel erg verliefd zijn. En dat was ie. Op zichzelf. Iedere morgen moest hij zich weer losrukken van zijn spiegelbeeld.” Punter heeft een vlotte pen en een bijzonder plastisch taalgebruik. Dat zorgt voor een ontspannende glimlach bij al de spanning in het boek. De echte spanning komt pas op het einde als De Missionaris ‘the big bang’ voorbereidt. Komt die klap of wordt hij voorkomen? 

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles