"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onvoltooid

Dinsdag, 5 juli, 2022

Geschreven door: Gie Bogaert
Artikel door: Jan Stoel

Bogaert benoemt het onzegbare

[Recensie] Wat is het lezen van Onvoltooid van Gie Bogaert (1958) een genot. Het is een roman waarin de suggestie belangrijk is, waarin tijd (herinnering en geschiedenis) een rol speelt en waarin eenzaamheid, verlangen, liefde en gemis de centrale thema’s zijn. Het verhaal gaat ook over het stellen van vragen over hoe het leven zo is kunnen lopen, over het zoeken naar houvast. Bogaert is weet het onzegbare te benoemen, nauwkeurig formulerend in een wonderschone taal. Hij dringt door in het wezen van de mens: het zoeken naar houvast, contact, geborgenheid.

Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld door Bernard Rommel-Houtman. Hij is drieënzestig jaar, zit in een revalidatiecentrum. Hij is getekend door een infectie, heeft tremor in zijn handen. Is al jaren geleden gescheiden van Marianne. Hij blikt terug op zijn leven dat misschien heel anders had kunnen lopen. Fijnzinnig en raak weet Bogaert Bernard meteen neer te zetten: “De hele avond probeer ik onweersgerommel in de verte te onderscheiden, in de zuinige hoop straks regendruppels als fijne vrouwenvingers tegen mijn kamerraam te horen tikken.” Bernard voelt zich eenzaam en verlaten, hoopt.

Gemis
Het verhaal begint met de ontmoeting tussen Bernard en Hennie Zeeger in Café Le Royal, de brasserie/het café op het Centraal Station in Antwerpen. Een plek waar mensen elkaar ontmoeten. Bernard was een succesvol journalist, die veertig jaar in de frontlinie van het nieuws stond. Maar zijn carrière loopt ten einde. In plaats van dat hij senior writer werd, schrijft hij alleen nog interviews over eenzame mensen in zijn rubriek ‘La Solitudine’ in het M&M-katern (Mens & Maatschappij) van de krant Metropool. En het is zelfs denkbaar dat ook die rubriek verdwijnt. Hennie is een van de mensen die hij wil portretteren voor zijn rubriek. Het is de eerste verhaallijn. Hij luistert geduldig naar haar complexe, bewogen familiegeschiedenis. Ze had zich altijd alleen gevoeld, had “twee moeders en twee vaders – wat wettelijk onmogelijk was –”. Ze was ongewenst kind, werd geadopteerd en heeft haar kunstenaarschap om een en ander te verwerken. Wanneer ze boetseert wordt het Bernard duidelijk dat ze “met opzet asymmetrisch en disproportioneel werkte.” Ze heeft het leven geaccepteerd zoals het is gelopen en heeft een zoon die doof is, Jaan, ook hij mist dus iets. Gemis is een element dat steeds terugkomt in het verhaal: van een geliefde, een gestorven broer, van intimiteit. Bogaert legt ook intertekstuele verbindingen, bijvoorbeeld naar de animatiefilm Vader en dochter van Michael Dudok de Wit. Bekijk die korte film eens: ontroerend hoe gemis kan doorwerken in je leven.

Queeste
De tweede verhaallijn is die van Bernard zelf, de terugblik op zijn leven met daarin de queeste naar geluk. Bernard denkt aan zijn echtgenote Marianne, die hij ook in Café Le Royal, had leren kennen. Hij was elf jaar met haar getrouwd voor ze hem verliet. In Le Royal ontmoet hij ook Marit, een vriendin die vroeger in hetzelfde studentenhuis woonde. Met haar bedreef hij een keer de liefde. Marit vertelt nu – veertig jaar later – dat haar dochter Toni het resultaat is van die ene keer. Is dat zo? Hij twijfelt, maar gaat op zoek naar Toni. Ook zij is zich altijd een buitenstander blijven voelen. Voor Bernard zou het vaderschap inhouden dat hij niet meer alleen is. De gesprekken die hij en Toni met elkaar hebben worden steeds vertrouwelijker. Het resulteert in een hechte band. “Met alle vrouwen die ik had gekend had ik een verleden, maar geen toekomst. Met Toni was het precies omgekeerd.”

Boekenkrant

Geschiedenis en herinnering
Tijd speelt op allerlei manieren een rol in het verhaal. Zo speelt het verhaal zich af tussen twee winters. Bogaert gebruikt natuurbeschrijvingen om suggestief iets te vertellen over de gevoelens van zijn personages. Bijvoorbeeld wanneer Toni en Bernard op een bank zitten: “We bevonden ons op de dunne breuklijn tussen winter en lente, waarin vriesmist en ochtendkou al plaats hadden gemaakt voor de heldere tinten van de krokussen, narcissen en forsythia [….] en de beukenhagen hun gespaarde dorre blaren alsnog zouden afwerpen om ruimte te bieden aan nieuw, fris en beloftevol loof. Toni en ik, we konden allebei verwachten.” En dan zijn er de passages over het verschil tussen geschiedenis en herinnering. “Tijd maakt het verschil tussen een geschiedenis en een herinnering, las ik ergens: de ene is onherroepelijk voorbij, de andere laat wat dan ook in iemands hoofd opnieuw gebeuren. Elke herinnering is in wezen altijd het begin van iets nieuws, dat tegelijk helemaal vertrouwd aandoet.” Het geheugen kleurt als het ware de geschiedenis in, geeft het een persoonlijk karakter. “Als je over jezelf vertelt en over wat er met je is gebeurd, vertel je in wezen over iemand anders, over degene die je toen was, en niet over wie je bent geworden op het moment van vertellen.” Tijd speelt ook een rol bij personages. Bij Marit: “Ze illustreerde overtuigend hoe de tijd ons soms genadeloos herschildert en bijna onherkenbaar maakt.”

Onvoltooid?
Bogaert kiest formuleert precies, vol gevoel. Je kunt zijn stijl bijna minimalistisch noemen. Met weinig woorden weet hij een maximaal resultaat te bereiken. Hij stelt vragen, ontroert, weet ruimte in zijn verhaal te brengen waardoor je verbeelding aan het werk gezet worden. Het lijkt allemaal zo eenvoudig. De toon waarop hij schrijft is ‘licht.’ De auteur weet diep door te dringen in de psyche van zijn personages en analyseert waar hun gemis vandaan komt. Liefde zou daar iets aan kunnen doen. Hij toont de kwetsbaarheid van de mens, zijn hang naar verbondenheid. Het levert een roman met diepgang op. En waarom hij zijn roman Onvoltooid noemt, blijkt op de laatste bladzijde.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: