"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onweer over China

Dinsdag, 30 november, 2021

Geschreven door: Hugo Van De Voorde
Artikel door: Jef Abbeel

Waarom het China van Xi niet dat van de Chinezen is

[Recensie] Onweer over China gaat over het China van 1800 tot 2021, met de klemtoon op de periode 1970-2021, die 60% beslaat. Het begint met een inleiding, die al een korte en krachtige samenvatting is van het geheel. Auteur Hugo Van De Voorde (°1938) brengt na jaren van opzoekingswerk nieuwe inzichten aan, zowel over het missen van de Industriële Revolutie rond 1800 als over de verschillende aanpak van Deng en Xi. Hij baseert  zich daarvoor vooral op publicaties van wetenschappelijke vorsers  uit de jaren 2015-2021 (p. 18).

Hij beweert meteen een aantal zaken (p. 19) die afwijken van het gangbare discours: a)”De CCP liep niet in de pas met Mao”: kan zijn, maar Mao liquideerde iedereen die het niet eens was met hem, veroorzaakte massale hongersnood door de uitschakeling van het privébezit en door andere ideologische maatregelen en een massa Rode Gardisten voerden  zijn waanzinnige ideeën uit; b) ”Er is continuïteit tussen Mao en Deng: Deng steunde op het rendement van de productiebrigades, de groene communes die in de jaren 70 voor welvaart zorgden op het platteland”. Dat platteland was nog wel ten prooi aan allerlei primitieve ziektes die in 1976 zelfs in Afrika onder controle waren (aldus een lijfarts van Mao aan dr. Paul Janssen); c)”China had geen neoliberale impulsen nodig, want de stijging van de productiviteit en van de levensstandaard begon al in de vroege jaren ’70.

In het boek toont Van de Voorde aan dat China nu een gevaarlijke maritieme grootmacht wordt, die zowel in de Indische als in de Stille Oceaan een prominente rol wil spelen. Het is agressief in de Zuid-Chinese Zee, een gebied van 3.500.000 km², door de auteur de ‘Aziatische Middellandse Zee’ genoemd. Het maakt daar aanspraak op 80% van de internationale wateren en eilanden omwille van olie en gas.

China maakt zelfs aanspraak op de exploitatie van de bodemrijkdommen in de Noordelijke IJszee, met als argument dat het 1/5de van de wereldbevolking telt, terwijl het in de Zuid-Chinese Zee schaamteloos de internationale wetgeving miskent (p. 34). Rusland bouwt zijn militaire aanwezigheid daar ook uit en wil zelfs tol vragen aan de schepen die er doorvaren.

Heaven

Xi wil van China een mondiale grootmacht maken, zowel continentaal als maritiem. Maar de economische groei vertraagt, dat zorgt voor werkloosheid en sociale onrust. Het riskante buitenlands beleid is een reactie hierop (p. 38). Met ‘De Nieuwe Zijderoute’ wil China de invloed van de VS in Azië uitschakelen. In Centraal-Azië heeft het al de plaats van Rusland overgenomen. Kazachstan wordt overspoeld door meer dan 3.000 Chinese bedrijven en door Chinese producten. Centraal-Azië is het Westen van China geworden.

Van de Voorde heeft weer een zeer degelijk, ordelijk en gestructureerd boek geschreven op basis van heel veel literatuur en altijd met verwijzingen naar die studies. De pogingen om het westen in te halen sinds de gemiste Industriële Revolutie vormen de rode draad doorheen het hele boek en geven het zijn cohesie.  Enkel Deng en zijn medewerkers zijn er in geslaagd die inhaalbeweging met succes te bekronen. Maar dat succes was ook te danken aan de vooruitgang in de jaren 1970-1978.

Op het einde van elk hoofdstuk krijgt de lezer een duidelijke samenvatting.

De schrijver is veel kritischer tegenover Xi  en de CCP dan de Duitse auteurs Aust en Geiges, wier boek ‘Xi Jinping, der mächtigste Mann der Welt’, in oktober 2021 niet gepromoot mocht worden in Duitsland op bevel van China.

Van de Voorde gebruikt graag vreemde woorden, ook als er gelijkwaardige in het Nederlands bestaan: Permanent Court of Arbitration, Convention on the Law of the Sea, Arctische Oceaan (p. 28-34).

De grafieken (o.a. p. 171) zouden veel duidelijker zijn met kleuren i.p.v. lijntjes. Ook de kaarten zijn niet al te duidelijk: b.v. p. 30: welke landen horen wel en niet bij de ASEAN. Bij de landen in verzet tegen China’s dominantie vergeet hij daar Australië.

Soms staat er een drukfoutje: de Culturele Revolutie begon in 1966, niet in 1960 (p. 168). Shaanxi ligt niet in het noordwesten van China (p. 204), maar eerder centraal. ‘Objectief’ (p. 38, 42, 44, 45)  is een gallicisme voor doel of doelstelling. Zo ook de zin: “Het is in het buitenland dat hij President wordt genoemd.” (p. 206).  

Hoe dan ook, wie interesse heeft voor China en voor de wereld, moet dit boek zeker lezen.

Een uitgebreidere versie van dit artikel verscheen Jef Abbeel