"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ooit waren er wolven

Vrijdag, 17 juni, 2022

Geschreven door: Charlotte McConaghy
Artikel door: Marnix Verplancke

Mannelijk geweld in een te perfect verhaal

Welk wezen is het wreedst, vraagt de Australische Charlotte McConaghy zich in haar nieuwe roman af, de wolf of de mens, of is het eerder de man of de vrouw?

[Recensie] Een van de wonderlijkste rewilding projecten ging in 1995 van start in het Amerikaanse Yellowstone National Park. Omdat er een overschot was aan grote grazers en roofdieren afwezig waren, stond het ecologisch evenwicht van het park al decennia onder druk. De wapiti vraten iedere nieuwe bomenscheut op, waardoor er bos verloren ging, de rivieroevers bij veel regenval steeds meer wegspoelden en de flora en fauna verschraalden. Daarom werd na een afwezigheid van zeventig jaar de wolf weer geïntroduceerd, en met succes. De wapiti werden opgejaagd, bleven niet langer aan de rivieroevers hangen en daardoor groeiden er weer wilgen en populieren. Die trokken na verloop van tijd bevers aan, er ontstonden plassen langs de door de boomwortels stevigere oevers, waarin vissen paaiden. Er kwamen meer vogels en doordat de wolven de coyotes aanpakten ook meer knaagdieren, zoals konijnen, die op hun beurt voor een toename in het aantal vossen en wezels zorgden. In plaats van tot een verarming van het leven, zoals sommigen voorspelden, leidde de herintroductie van de wolf dus tot een enorme verrijking ervan.

Gesterkt door dit voorbeeld zet Inti, het hoofdpersonage uit Charlotte McConaghy’s roman Ooit waren er wolven zich in voor het Cairngorms Wolf Project dat het succes van Yellowstone in Schotland wil herhalen. Dat land heeft immers al heel lang te kampen met een hertenplaag. Zo’n 350.000 lopen ervan rond en die maken de herbebossing van de heuvels en bergen praktisch onmogelijk. Wolven zijn dus de oplossing. Net als in Yellowstone worden er veertien dieren uitgezet, maar waar het Amerikaanse natuurpark onbewoond is, geldt dat natuurlijk niet voor de Schotse Cairngorms. Niet lang na het uitzetten schiet een schapenboer meteen al een wolf dood. Ik dacht dat het een verwilderde hond was, verdedigt hij zich, en Duncan, de lokale politieman, geeft Inti de raad het daar bij te laten.

Inti heeft haar liefde voor de natuur te danken aan haar vader, een ietwat zonderlinge man die ooit voor een bosbouwfirma werkte in het Canadese British Columbia. Hoe meer hij de aarde zag lijden onder de mens, hoe extremer hij echter werd in zijn eigen opoffering, tot en met een verkapte hongerstaking. Van een wijs man was hij veranderd in een waanzinnige, besloot Inti, die zijn pacifistisch verzet inruilde voor de cynischer levensfilosofie van haar moeder. Deze Australische rechercheur is er vast van overtuigd dat je met vergiffenis nergens komt omdat de mens nu eenmaal geen doetje is. Wanneer Inti tijdens een buurtbijeenkomst in de Cairngorms uitgedaagd wordt door een paar lokale boeren die zeggen dat de wolven kindermoordenaars zijn, combineert ze de gevoeligheid van haar vader met de vastberadenheid van haar moeder en antwoordt ze dat de wolven helemaal geen kinderdoders zijn, dat zijn de mensen. En meer bepaald de mannen.

Boekenkrant

Ooit waren er wolven gaat immers niet alleen over het geweld dat de mens de natuur aandoet. Inti heeft een tweelingzus, Aggi, die sinds ze op gruwelijke wijze misbruikt werd door haar man en zijn vrienden mensenschuw is geworden. Ze is meegereisd met Inti naar Schotland, maar ze komt het huisje waar ze wonen nooit uit en communiceren doet ze alleen nog in gebarentaal. De oplossing van haar trauma zou wel eens in het verlengde kunnen liggen van de oplossing van de wolvenproblematiek, denk je als lezer al gauw, waarmee meteen ook de link tussen Ooit waren er wolven en McConaghy’s debuut Vlucht duidelijk wordt. In die roman ging een jonge ornithologe de laatste noordse sternen achterna, van Groenland tot op Antarctica, en zocht ze op die manier ook verlichting voor een persoonlijk trauma. In deze nieuwe roman gebeurt iets gelijkaardigs.

McConaghy speelt in Ooit waren er wolven met de tegenstelling tussen toxische masculiniteit en zorgende vrouwelijkheid. Het mannelijk geweld is immers niet weg te denken uit haar roman. Nadat iemand zijn vrouw vermoordt, wordt hij met een cricketbat doodgeslagen door zijn zoon, nadat een boerin per ongeluk het hek van een weide niet heeft gesloten, waardoor er een paard is ontsnapt, wordt ze het ziekenhuis in getimmerd door haar man. En over Aggi hadden we het al natuurlijk. Daar tegenover stelt de schrijfster de wolvin die haar zes welpen grootbrengt en Inti die ongewenst zwanger wordt, maar het kind toch houdt en uiteindelijk net als die wolvin middenin de natuur bevalt.

En dat brengt ons meteen bij het euvel van Ooit waren er wolven. McConaghy schrijft als de beste, niet alleen wanneer ze het over de Schotse natuur heeft, maar ook de psychische terreur die Aggi ondergaat, bezorgt je kippenvel. Ze wil echter een perfect boek afleveren, en daar gaat het soms fout. Een roman waarin op het einde nog een paar onbeantwoorde vragen overblijven is door zijn onvolmaaktheid levensecht. Een waarin alle puzzelstukjes op hun plaats vallen en alle parallellen duidelijk zichtbaar zijn, is dat niet. Het leven is geen sprookje, zou Inti’s moeder ongetwijfeld opmerken wanneer ze McConaghy’s roman zou lezen, ook niet wanneer er wolven in voorkomen.

Eerder verschenen op De Morgen