"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Open geloven

Zondag, 11 juni, 2017

Geschreven door: Jart Voortman
Artikel door: Wolter Huttinga

Hoe kun je nog geloven in deze moderne tijd?

Recensie van Jart Voortman: Open geloven.

De schrijver

Jart Voortman (1953) was veertien jaar lang predikant in de Protestantse Kerk. Vanaf 2001 is hij in Vlaanderen werkzaam in het godsdienstonderwijs. Al vanaf zijn studententijd, maar ook later tijdens zijn predikantschap, worstelde hij met geloofsvragen: “hoe kun je nog geloven in deze moderne tijd?” Het is één van de redenen dat hij zijn ambt neerlegde. Toch beschouwt hij zichzelf nog altijd volop als gelovige. In dit boek laat hij zien waarom en hoe.

Thematiek

Boekenkrant

De titel van het boek belooft een ‘verantwoording’ van het christelijk geloof. Kenners weten dan dat je met het genre van de ‘apologie’ te maken hebt. Iemand legt uit waarom je, ondanks alle goede redenen om anders te kiezen, tóch christen zou kunnen zijn. Dat doet ook dit boek. Voortman laat zien welke vragen hem in het bijzonder hebben beziggehouden en die volgens hem moderne gelovigen parten spelen. Zo gaat hij in op verschillende vormen van atheïsme, op de evolutietheorie en op de historische kritiek op Oude en Nieuwe Testament.

Voortmans aanpak is duidelijk niet om al die moderne fenomenen te bevechten. Hij is een denker die de vragen volledig op zich af laat komen, ze serieus neemt en er doorheen gaat. Hij stelt kritische vragen aan zowel naïeve gelovigen als aan dogmatische atheïsten. Antwoorden op grote vragen geeft Voortman niet zoveel, maar hij probeert de lezer vooral mee te krijgen in zijn eigen, zoekende perspectief. In een eerste ronde bespreekt hij bijbelgedeelten die de moderne mens bijzonder kunnen aanspreken. Vervolgens bespreekt hij klassieke theologische thema’s, wederom met de blik van moderne mensen en vooral vergezeld van diepgaande vragen. Daarna zet Voortman de ethische spits van het christendom uiteen (daar kan hij makkelijker mee uit de voeten) om te eindigen met een eigen perspectief op geloven. Voortman vindt zichzelf terug als iemand die erg weinig meent te weten, maar die wel zoekt, vraagt, hoopt en bidt.

Belangrijk kenmerk

Voortman ageert tegen een al te stellig weten. Dat neemt hij zowel bij christenen waar die hun geloof dichttimmeren tegen prangende vragen, als bij atheïsten die ‘onverklaarbare fenomenen’ niet serieus willen nemen. Op de achterflap worden in aanbevelingen de woorden ‘eerlijk’ en ‘integer’ voor dit boek gebruikt. Dat zijn inderdaad precies de woorden die passen bij zijn aanpak.

Mooiste zin

“Leerstelligheid is niet altijd de gestalte van oprecht geloof, maar soms het harnas dat de gelovige af moet leggen om mens te worden, de vesting die de christen moet verlaten om onder zijn medemensen te gaan wonen en te begrijpen wat naastenliefde is.”

Reden om dit boek niet te lezen

Met dat laatste citaat heeft dit boek de harten van veel lezers vast wel gewonnen. Toch is er ook veel op aan te merken. Het is een nogal merkwaardig boek. De opbouw is onduidelijk, de hoofdstukken zwabberen maar wat heen en weer en voortdurend is onhelder welke vraag er nou nog maar in het geding was. Het is weer eens zo’n boek dat de auteur met name voor zichzelf schrijft. Hij stelt vooral veel vragen, zit hardop te mijmeren en dan ineens, met een hoop uitroeptekens ‘vindt’ hij God weer (Liefde! Openbaring! Geborgenheid!). Het boek had ook als ondertitel kunnen hebben: “duizend redenen om niet te geloven en een paar vage kreten over waarom ik dat toch doe”. Aan mystieke ervaringen wil ik niets afdoen, maar stilistisch is het wat moeilijk te verteren.

Verder weet de auteur over heel veel verschillende dingen pakkend te vertellen (evolutie, bijbelwetenschap), maar het blijft toch op het niveau van een belezen dominee. Aardig, maar ik lees liever iets van de vakgeleerde die lekker boven de stof staat.

Tot slot weiger ik mee te gaan in het seculiere meta-verhaal over de geschiedenis dat dit boek aanhangt en dat als volgt luidt: “Vroeger waren mensen erg dom. Ze wisten bijna niets over de wereld en ze dachten erg veel over God te weten. Nu zijn we slimmer: we weten veel meer over de wereld en we weten dat we niks over God kunnen weten.”

Reden om dit boek wel te lezen

Mensen die hartstochtelijk zoeken naar de waarheid met betrekking tot belangrijke geloofs- en levensvragen vinden in Jart Voortman een even hartstochtelijk medezoeker. Hij schrijft genuanceerd, gaat lastige vragen nooit uit de weg en is, zoals ik boven al noteerde, eerlijk en integer.

Al met al is het boek een zeer persoonlijke apologie met een beklemmende bijsmaak. Het boek is als pleidooi voor geloven geschreven, maar je voelt dat het dubbeltje net zo goed de andere kant kan opvallen. Is dat nu een aanbeveling? Wat mij betreft wel. Er heerst in dit boek een existentiële spanning die het van begin tot eind boeiend maakt.

Eerder verschenen in de Trouw.