"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Otmars zonen

Vrijdag, 19 juli, 2019

Geschreven door: Peter Buwalda
Artikel door: Istvan Kops

Veelomvattend en uitdagend

[Recensie] Het was lang wachten op deze tweede roman van Peter Buwalda na diens debuut Bonita Avenue (2010). Otmars zonen is het eerste deel van wat het driedelige magnum opus van Peter Buwalda moet worden (de delen twee en drie zijn respectievelijk aangekondigd als De jaknikker en Hysterie Siberiana). Aanvankelijk zou Otmars zonen op 25 september 2018 verschijnen, maar dat werd drie weken voor de geplande publicatie uitgesteld. De reden die uitgeverij De Bezige bij daarvoor gaf was de grote complexiteit van de roman en de extra zorgvuldigheid die Buwalda betrachtte bij de afronding daarvan. Dat gaf natuurlijk te denken. Had Peter Buwalda zich misschien vergaloppeerd aan zijn monumentale verhaal van wat in totaal maar liefst 1750 pagina’s zou moeten gaan beslaan?

Peter Buwalda had natuurlijk met zijn vorige roman alvast grote verwachtingen gewekt. Bonita Avenue was zowel een groot commercieel als literair succes. Van het boek werden maar liefst 350.000 exemplaren verkocht en het kreeg een vertaling in meerdere landen. Het won daarnaast de Academica Debutantenprijs, de Selexys debuutprijs, de Tzumprijs en de Anton Wachterprijs voor beste debuutroman.

Bij het lezen valt gelukkig helemaal niets te merken van de eventuele strubbelingen en uitdagingen waarvoor Peter Buwalda ongetwijfeld moet hebben gestaan. Buwalda creëert ogenschijnlijk moeiteloos een indrukwekkend panorama van personages en landschappen, maar hij neemt er dan ook behoorlijk de tijd voor. Otmars zonen pakt wat dat betreft meteen goed uit met 607 pagina’s. Wat meteen opvalt is dat het boek met hoofdstuk 111 begint en vanaf daar terugtelt. Zo weet je als lezer in elk geval hoeveel je nog te wachten staat. Maar wát je te wachten staat is dan nog allerminst duidelijk.

“Wat psychiaters tegen fikse tarieven een Vatersuche noemen, is niet aan de orde; Dolf zoekt niks en hij is ook niks kwijt wanneer in hun flat aan de Geresstraat een man verschijnt tegen wie hij binnen een jaar ‘papa’ zegt, ook al is hij al een jongen van toen.”

Boekenkrant

Met deze al dan niet profetische woorden opent Peter Buwalda zijn magnum opus. Dolf woont alleen met zijn moeder, maar dat verandert als Otmar in zijn leven en dat van zijn moeder verschijnt. Nadat Otmar en zijn moeder een relatie met elkaar krijgen, verhuizen zij al snel naar Otmars woonadres. Otmar blijkt de vader te zijn van twee muzikaal hoogbegaafde kinderen, het meisje Tosca en de jongen Dolf. Aangezien het te verwarrend is om twee jongens in huis te hebben die Dolf heten, wordt de vaderloze Dolf voortaan Ludwig genoemd. Het is één van de vele spielereitjes die Peter Buwalda zich veroorlooft in Otmars zonen. De muzikale Dolf is namelijk helemaal gefascineerd door Ludwig van Beethoven en lijkt zelfs te denken dat hij diens reïncarnatie is.

Het is slechts één van de vele verhaallijnen waarmee Otmars zonen doorspekt is. Op het Siberische eiland Sakhalin ontmoet een volwassen Ludwig in de huidige tijd een oude jeugdvriendin. Deze Isabelle Orthel is een journaliste, die Johan Tromp – de plaatselijke Shell-CEO –  wil confronteren met zijn betrokkenheid bij een fatale kidnap in Nigeria. En laat Ludwig Smit er nu net achter zijn gekomen dat deze Johan Tromp zijn biologische vader is.  Ondertussen leren we van de vele flashbacks in het verhaal dat Isabelle gek is op Markies de Sade en in het verleden een SM relatie met Tromp heeft gehad. Zowel Ludwig als Isabelle hebben dus nog een appeltje met deze Johan Tromp te schillen.

Er speelt onder de oppervlakte ontzettend veel in Otmars zonen. Een verstoorde vader-zoon relatie, familiegeheimen, misstanden in Nigeria, allerlei verknipte seksuele machtsrelaties, om er maar een willekeurig aantal te noemen. Alles grijpt op de één of andere manier in elkaar, maar het is misschien beter om er niet te veel over na te denken en je gewoon mee te laten slepen door de virtuoze vertelstijl van Peter Buwalda. Het verhaal wordt afwisselend verteld vanuit het perspectief van Ludwig en Isabelle en op het laatst komt ook nog even Johan Tromp aan het woord. De verschillende perspectiefwisselingen vinden heel subtiel plaats. Voordat je er als lezer erg in hebt zit je alweer in het hoofd van de ander. Het is sowieso opletten geblazen, want er vinden niet alleen vloeiende perspectiefwisselingen plaats, maar het verhaal gaat ook nog eens moeiteloos heen en weer in de tijd. Met de kennis van nu valt goed voor te stellen hoe Peter Buwalda met het verhaal geworsteld moet hebben. Als de publicatiedatum echter niet zou zijn verschoven dan zou dat vermoedelijk veel minder het geval zijn geweest juist omdat alles zo naadloos op elkaar aansluit.Easy reading is damn hard writing” zoals een negentiende-eeuwse Amerikaanse romanschrijver zo mooi heeft verwoord.

Door de vele flashbacks schept Peter Buwalda voor zichzelf de ruimte om enorm uit te wijden over zijn personages. Hij bouwt letterlijk een hele wereld om hen heen. Aan menig lezer zal deze wijdlopigheid misschien niet besteed zijn. Die groep doet er wellicht beter aan het boek niet op te pakken. Vooral aan het begin van Otmars zonen als we over de jeugd van Dolf/Ludwig lezen strooit Peter Buwalda scheutig met flashbacks waardoor het verhaal in de huidige tijd op Sakhalin nauwelijks op lijkt te schieten. Maar Peter Buwalda bepaalt als een strenge dirigent zijn eigen tempo en laat zich niet opjagen. Het zij hem graag vergeven. Otmars zonen is namelijk hoogstaande literatuur. Meteen vanaf het begin wordt de lezer ondergedompeld in de rijke en eloquente taal en de tomeloze fantasie van Peter Buwalda. Met zijn grootse en meeslepende vertelstijl waant de lezer zich net zo goed moeiteloos op het onherbergzame eiland Sakhalin met zijn barre weersomstandigheden als in het plakkerige en het van het hitte vergeven Nigeria, waar Isabelle en Johan Tromp hun hitsige spelletjes spelen.

Het einde van Otmars zonen is abrupt en stopt midden in een verhaallijn zonder dat er sprake is van enige cliffhanger. Het is net een snelweg die nog niet af is en abrupt eindigt in een braak liggende  graanakker. Een echte klassieke trilogie kun je dit dus niet noemen. Otmars zonen is echt een onderdeel uit een roman dat alleen vanwege zijn omvang noodzakelijkerwijs in drie delen moest worden uitgebracht. Het is mede daarom moeilijk om een definitief eindoordeel te geven over Otmars zonen. In die zin is het dan ook jammer dat die delen niet sneller achter elkaar worden uitgebracht. Hopelijk vindt Peter Buwalda dan ook geen korenwolf op zijn weg in de graanakker. Herlezing van Otmars zonen zal vermoedelijk sowieso noodzakelijk zijn, al is dat laatste – als de twee volgende delen net zo goed zijn als het eerste – beslist geen straf. De sterren worden ondertussen bewaard totdat alle drie de delen zijn verschenen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

10 reacties op “Otmars zonen

  1. Zo, het is volbracht, met enig duw en trekwerk toch Otmars zonen, het door literatuurcritici unaniem bejubelde meesterwerk van Peter Buwalda uitgelezen. Natuurlijk, het boek is heerlijk geschreven, want wat een taalkunstenaar is Buwalda, wat een ritme en wat een humor. Maar het verhaal, was dat nu de moeite waard. Wat ben ik na deze pil van 607 bladzijde nu wijzer? Weer een roman over een verknipte familie met dito familieleden. Dat kennen we onderhand wel. Dat Shell er een zooitje van maakt in Nigeria? Was ook bekend. Het ellenlange college van Buwalda over Markies de Sade en nog een bietje over Georges Bataille? Nieuwe kennis? Helaas, ik ken de(ze) klassiekers, heb ik me tijdens de studie een tijd in verdiept. Dat de wereld rot is? Ja, hoeveel romans ik ook lees met dit thema, dat weiger ik steeds maar te geloven. Daarvoor te veel mooie en lieve mensen om mij heen.

    Otmars zonen is absoluut mooi geschreven, maar een verhaal dat eigenlijk zo mager is uitspinnen over zoveel bladzijden… Ergens gaat het over een nacht op een Oost-Siberisch schiereiland. Ik heb het opgemeten, die nacht lezen bij Buwalda was langer dan de nacht zelf waarin ik die nacht las.
    En nu komen er nog twee delen aan. Weet niet of ik daar nog aan begin.

    • Ik heb overigens niet het idee dat Buwalda de intentie heeft om te vertellen dat de wereld verrot is. Ik lees geen oordeel. Juist nuance, zoals letterlijk terugkomt over Marquis De Sade.

  2. Een zelfde ervaring bij mijzelf en mijn naasten. Mooi geschreven, aardig begin, maar ergens begin je je af te vragen wat je in hemelsnaam aan het lezen bent. En ik leg doorgaans geen boeken weg, ook als ik na 100 bladzijden nog geen klik heb, want ik weet dat het geschenk van de pracht van een boek nog kan komen, dat leerde ik wel van Het eiland van de vorige dag, van Eco. Duurde ook even om daar in te komen, maar ik heb daarna genoten tot de laatste pagina.
    Maar bij deze tweede Buwalda bleef het bij hopen.
    Voor ons een deceptie. Helaas. Jammer voor Buwalda dat zijn schrijfkunst voor velen zo oploste in een gevoel van niets.

  3. Wat een waardeloos boek,geloof niet dat de recensenten die het de hemel in prijzen het werkelijk gelezen hebben, een slap verhaal dat met enige perversiteiten opgeleukt moet worden. Het verhaal loopt zo door elkaar dat je bijna niet weet over wie het gaat en in welke tijd het speelt, je verwacht een verrassend einde maar blijft zitten met een grote teleurstelling , zonde van de tijd.

  4. Bonita avenue vind ik een meesterwerk. Otmars zonen een moeras waar niet door te komen is. Er moet wat gebeuren in een boek, de lezer heeft een verhaallijn nodig die stuwend is, die meeneemt. Dit boek is een worsteling van bladzijdes: stoppen of toch nog een bladzijde? Peter Buwalda is een goed schrijver, maar verliest zich in mooischrijverij en een verhaal dat heel lastig volgbaar is en waarbij een groot deel van de lezers afhaakt na een bladzijde of vijftig. Jammer.

  5. Net als Bonita Avenue, leest het boek als een trein. Tja, waar moet een boek over gaan? Wie bepaalt of een verhaal vertelwaardig is? Ik was geboeid vanaf een pagina of 100 tot het einde. Ik houd me even buiten de discussie over boodschap of purpose (hoe je het noemen wil – volgens mij is man/vrouw een van de centrale themata), maar Buwalda opent vele interessante werelden of hij ze zelf beleeft, met bovendien enorme gelaagdheid. Ik vermoed ook een hoop symboliek; helaas ben ik niet zo getraind als lezer dat ik alles kan plaatsen, maar hier en daar een verwijzing naar de bijbel haal ik er wel uit. Bizar dat het voor sommigen geen feest blijkt te zijn om te lezen, kan ik me niet voorstellen. Maar wie ben ik hè.

  6. Helemaal eens met R. den Hartog een boek moet ergens over gaan. Niet 600 bladzijden en dan nog niks. Bonita Avenue was een mooi boek, daar had hij het beter bij kunnen laten. 600 bladzijden om niks te zeggen !

  7. Het verbaast me dat Buwalda zijn langverwachte trilogie begint met zo’n oninteressant boek. De personages vervelen al gauw, de goedkope sm-scènes en uitgekauwde verwijzingen naar de Sade. Geen spatje echte erotiek. De langdradige episodes in Rusland stellen je uithoudingsvermogen op de proef. Wellicht had hij er beter aan gedaan meer aandacht te besteden aan de verhaallijn in plaats van aan alle weetjes en terloopse vondsten.
    Erg jammer, ik had gehoopt op beter. Opus II en opus III laat ik aan me voorbijgaan.

  8. Een slappe plot, gekunstelde karakters en onderlinge menselijke/familieverhoudingen, verwarrende chronologische chaos gecompleteerd met een later toegelichte ‘lollige’ naamswisseling in Ludwig, levert een boek op dat ik – voor het eerst in mijn leven – heb terug gebracht naar mijn boekhandel, opdat het als tweedehands boek mogelijk verkocht kon worden aan iemand die terecht hier geen nieuwprijs voor over heeft. Voor een boek dat mij alleen maar zou gaan ergeren als het in mijn boekenkast zou staan, stond ik het graag gratis af.
    Buwalda kijkt je op de omslag met een blik vol waanzin aan. Of hij dat is weet ik niet. Dit boek geeft wel aanleiding om te twijfelen aan zijn geestelijke gesteldheid.
    Al die lovende berichten dat het boek als een trein zou lezen, bevestigen mij dat dit mensen zijn met een slechte ervaring met NS of zoals anderen hierboven suggereren dat ze het boek niet echt gelezen hebben of wat ik eigenlijk denk: nog erger: je moet dit mooi vinden. Een zielige meeloperij die Woody Allen zo schitterend verfilmd heeft in de opening van de film Manhattan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Otmars zonen