"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oud papier

Dinsdag, 3 augustus, 2021

Geschreven door: Leen Huet
Artikel door: Dietske Geerlings

“Er zijn namen die je lange tijd bijblijven, rustend en wachtend om tot leven gewekt te worden

[Recensie] Als ik een antiquariaat in stap, zinkt mij vaak de moed in de schoenen: naast bekende boeken zie ik vooral nog veel meer boeken van auteurs van wie ik nooit iets heb gelezen, of erger nog, zelfs nooit heb gehoord. Meteen bekruipt mij dan een lichte beklemming: hoeveel tijd heb ik nog om mijn achterstand in te halen? Een totaal andere, en vooral bewonderenswaardige benadering van het antiquariaat is die van Leen Huet in haar essaybundel met de veelzeggende titel Oud papier, in 1998 al uitgegeven bij Atlas, nu opnieuw uitgegeven door het Davidsfonds. Haar enthousiasme om tussen al die oude werken gewoon enkele mooie, of zelfs halfvergane bandjes te pakken en die onbevangen te gaan lezen, is absoluut aanstekelijk.

In het eerste essay vertelt Huet over de jagershut van haar grootvader, waarin zij droomde van boekenplanken aan muren in plaats van de rij met geweien. Vervolgens vergelijkt ze de lezer met een jager: “Hij doorkruist de landschappen van de literatuur (boekhandels, bladzijden) om henzelf, uit onbaatzuchtige genegenheid; maar zijn felste momenten komen wanneer hij een spoor vindt naar een boek dat hem, hij weet het, zal vervullen met de zwaarste, rijkste emoties – met de diepste, wildste voldoening.” Die onbaatzuchtige genegenheid is in de hele bundel voelbaar. Het plezier in het lezen, in de jacht op bijzondere gedachten, vooroordelen en opmerkelijke, of juist wat teleurstellende feiten, spat van de bladzijden.

De ironie wil dat het de lezer van Oud papier bijna hetzelfde vergaat als de bezoeker aan het antiquariaat, met dat verschil dat de boeken nu speciaal voor de lezer zijn uitgekozen en voorzien zijn van scherpzinnig en vaak ook humoristisch commentaar. Bij elk nieuw boek dat Huet introduceert, voel je even een kleine weerstand: waarom zou je in vredesnaam juist dit boek ter hand nemen, terwijl er nog zoveel meesterwerken elders op je liggen te wachten? Steeds opnieuw sleept ze je mee, overtuigt je van het plezier dat het lezen van dit onbekende werk oplevert. De verhalen leggen niet alleen onbekende feiten bloot, maar relativeren ook alle tijdgebonden opvattingen over man en vrouw, godsdienst, kunst, geschiedschrijving en nog veel meer. Boven alles ontroeren de verhalen door de manier waarop de auteur ze blootlegt. Zo lees je over het dagboek van Marie Bashkirtseff, geboren in 1859, die slechts vijfentwintig jaar oud werd, maar in haar eigen familie beschouwd werd als wonderkind. Haar dagboek vormt ‘een wonderlijk monument van eerlijkheid’. Huet vergelijkt haar dagboek met ‘die vreemde stukken wrakhout die nog weleens uit die metafysische oceaan aanspoelen’. Je beseft dat Huet voor even deze onbekende vrouw tot leven roept, en dat jij als lezer getuige bent.

Er komt heel veel langs. Zo zijn daar de duivelse spookverhalen van de Normandische dandy Jules Barbey d’Aurevilly, die tot zijn dood woonde aan de rand van het ultraconservatieve faubourg Saint-Germain, waarover ook Proust schrijft in zijn Boekenkrant

Gelukkig zijn er ook nog wat luchtiger verhalen, zoals die over de schrijfsters Selma Lagerlöf en Virginie Loveling of over Erasmus, toen hij nog een brabbelende kleuter was. De bundel eindigt met een essay over de klassieker Orlando van Virginia Woolf, in al haar bekendheid bijna een vreemde eend in de bijt. Al met al is Oud papier een aangename manier om eventuele terughoudendheid tegenover oude, onbekende boeken voor eens en altijd aan de kant te schuiven en een regelrechte uitnodiging tot een onbevangen bezoek aan een van de antiquariaten die ons land rijk is.

Eerder verschenen op Tzum

Boeken van deze Auteur: