"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oude meesters

Vrijdag, 24 november, 2017

Geschreven door: Joost de Vries
Artikel door: Karin de Leeuw

Homo homini lupus, maar wel met een happy end

Joost de Vries toont zich wederom meester van een goed plot

[Recensie] Twee broers die één ding gemeen hebben, namelijk dat ze eigenlijk te laat geboren zijn, zo wordt de nieuwe roman van Joost de Vries ingeleid. Heren van stand zijn het, snelle jongens met de arrogantie van mensen die een verzekerde plaats in de samenleving hebben, mannen met een nostalgisch aura. Edmund, de jongste heeft fortuin gemaakt in de wereld van het internet en communicatie. Hij had ontdekkingsreiziger willen zijn en zoekt ook in het heden naar nieuwe ervaringen en leegte. In luxe reist hij rond, of legt even aan in Amsterdam. Hij zet de wereld naar zijn hand, tot twee vrouwen na elkaar in zijn leven komen, die hem de mogelijkheid bieden werkelijk in relatie te komen met de wereld om hem heen.

Zijn broer Sieger werkt in de krantenwereld en wil ook in deze tijd nog geloven dat de krant een meneer is. Zijn voorbeeld is een zwierige nestor op de redactie, maar als hij na diens plotseling overlijden het kantoor en iets later ook de literaire erfenis overneemt, raakt hij verzeild in een thriller. Zo leest dit deel van het boek ook. Maar thrillers kunnen slapsticks over ijdele mannetjes worden. Met een Rembrandt onder je arm een brandend gebouw uit komen en gefotografeerd worden, is zo’n moment.

Heaven

Net als in zijn vorige roman, De Republiek, weet Joost de Vries een meervoudig plot op te zetten, waarin diverse stijlen elkaar afwisselen. Daarbij heeft hij een goede pen, kan dialogen en beschrijvingen maken. Ook Oude meesters is weer een boek als een wekelijkse televisieserie: wanneer je er eenmaal in zit, ga je door. Dan lees je steeds sneller. Misschien versnelt de auteur daarom aan het eind het plot en krijgen we een schetsmatige beschrijving van ´hoe het verder gaat´. Bij deze stijlverandering wordt de lezer gedwongen zijn tempo weer iets te vertragen. De klasse zit hem er ondermeer in dat De Vries net daar voor een verhandeling opneemt over het happy end en dat vervolgens schrijft. Ik kan van zulke ingevingen erg genieten.

Aan de binnenkant van de achterflap is een foto afgedrukt van een jonge man. Het is (uiteraard) de auteur, maar het kan net zo goed een foto zijn van een van de twee broers.

Lang, slank, nog jong, “mannen met een blik die elke vrouw herkent, mannen die geen context nodig hebben, mannen die genoeg hebben aan zichzelf, zoals grote katten in het regenwoud.” Zo beschrijft in een van de laatst paragrafen de oude vorstin de broers wanneer ze hen ziet zitten op een trap in de schouwburg waar zojuist prijzen zijn uitgereikt. De koningin heeft daarmee een andere invalshoek dan de vrouwen waarmee de beide broers bij tijd en wijle hun leven delen, de vrouwen van ongeveer hun eigen leeftijd. Die laatsten wijzen er met enige regelmaat op hoe egocentrisch de broers zijn; hoezeer zwevend in hun eigen universum. De oude vorstin, vertolkt een beeld van een grotere afstand. Het komt dichter bij het zelfbeeld van de mannen, terwijl de echtgenotes, de leeftijdgenotes, het redelijke oordeel van de buitenwereld vertegenwoordigen. En bij dat alles bekruipt je het gevoel dat veel gaat over de (gedroomde wereld van) de auteur zelf, net als met de foto.

Het lijkt allemaal een spel tussen waarheid en gedachtespinsel. Het is een roman, knap geschreven met een uitstraling van grachtenpanden, ambities en luxe. Je sluit het boek en het verhaal is afgelopen. Je legt het boek weg en bent het vergeten.

Voor het eerst verschenen op De Leesclub van Alles

Lees hier ook het interview dat Marnix Verplancke had met Joost de Vries


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: