"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Overstekers - Koninklijke magie

Zaterdag, 23 juli, 2022

Geschreven door: Petra Doom
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Epische en complexe afsluiting van urban fantasy-trilogie

[Recensie] Disclaimer: ik heb al meer boeken van de auteur gelezen en gerecenseerd. Zij heeft ook boeken van mij gelezen en gerecenseerd. In 2020 werkte ze mee aan de boekpresentatie van een van mijn boeken. Ik heb dit boek zelf gekocht omdat ik benieuwd was naar het einde van de trilogie.

Bijna vijf sterren wat mij betreft voor dit laatste deel van een fantastische trilogie. Dit deel leest in vergelijking met de eerste twee boeken minder als urban fantasy – die speelden zich af in onze wereld, waar magische wezens zich verborgen hielden en hoofdpersoon Mirabel haar best moest doen te bemiddelen tussen hun conflicten en te zorgen dat mensen niet aan de magische wereld blootgesteld worden. Dit derde boek maakt eigenlijk een sprong naar een ander genre, dat van de epische fantasy, en nog specifieker: ‘portal fantasy’. Een karakter uit ons eigen universum gaat een poort door en komt in een fantasywereld terecht. Nu kwam Mirabel oorspronkelijk uit het rijk Aeterna, ze is zelfs de jongste dochter van de Koningin. Hoewel ze zelf geen magie heeft, is ze wel bekend met alles wat zich daar afspeelt. Maar in de loop van het verhaal gaat ze nog een poort door naar weer een heel andere wereld, waar andere wezens leven met een heel andere samenleving. Die wereld waar ze terechtkomt is een grimmige vulkaanwereld en het dominante volk is dat van de ‘Daimonen’, dus dat suggereert al dat het er niet vredig aan toegaat. Ik moet daarom opmerken dat in mijn visie de cover niet helemaal recht doet aan het verhaal. Toen ik de cover toonde op twitter reageerde iemand eronder ‘Jeej, wel een kasteelromanomslag zo …’ En hij heeft gelijk. Er zit wel degelijk een romantisch lijntje in het verhaal overigens, maar dat heeft zeker niet de overhand. De cover lijkt ook een lieflijker verhaal te suggereren dan wat de lezer krijgt voorgeschoteld. Dit is dus een geval dat je niet op de cover moet afgaan.

Petra Doom is een prima schrijfster. Haar proza roept niet echt de aandacht op zichzelf met flamboyante beschrijvingen en diepe metaforen, maar het leest wel prettig weg. Als lezer wordt je meegesleurd en kun je de aandacht volledig bij het verhaal leggen. De auteur heeft veel fantasie, waarbij ze zich laat inspireren door mythologische wezens uit tal van culturen (waar ze zich ook in heeft verdiept). Het leidt tot een levendige wereld waar om elke hoek of achter elke poort iets nieuws schuilgaat. Ze combineert die verbeelding met een goed uitgedacht plot, waarvan de zaadjes zorgvuldig worden geplant. Het boek bevatte enkele wendingen die ik niet had zien aankomen, en werkte toe naar een grote slotconfrontatie waarbij alle lijntjes verrassend bij elkaar kwamen – en ook bevredigend (wat een ander eigenschap is van een goede climax). De auteur nam geen makkelijke uitweg en voor een goede afloop moeten veel partijen offers brengen. Het geeft deze roman een opmerkelijke diepgang, die ik wel eens mis in Nederlandstalige fantasy – het heeft echt iets te zeggen over onze eigen goede en kwade neigingen, de manier waarop wij anderen zien en wat hun echte motivaties zijn, en het bereiken van compromissen.

Misschien dat het denouement iets te veel pagina’s in beslag nam. Dat past bij mijn voornaamste kritiek dat ik de eerste helft van het boek niet enorm fascinerend vond. Dat kan een kwestie van smaak zijn – de reis naar het hof, en de perikelen aldaar tussen de koningin en haar kinderen, hofpolitiek, dat was allemaal niet echt aan mij besteed. Ik meende ook dat bepaalde elementen zich herhaalden, bijvoorbeeld in de relatie tussen Mirabel en de Daimon Ronban. Toen het gezelschap naar een andere wereld afreisde, ging ik rechtop zitten. Vanaf dat moment had het boek mijn volledige aandacht. Ik snap denk ik wel een beetje waarom deze gedeeltes wat te uitgebreid zijn – volgens mij was de auteur gehecht aan haar hoofdpersoon en haar interacties met bijvoorbeeld Ris, de Faun. Als ze die ‘darlings’ had kunnen ‘killen’ en het boek misschien 75 pagina’s korter had weten te maken, was het een van begin tot einde spannend boek geweest.

Het is echter zoals het is, en ook de eerste helft van het boek is nog steeds plezierig om te lezen. Vooral als je Mirabel een boeiend karakter vindt – en ze heeft genoeg innerlijke tegenstrijdigheden om haar interessant te maken. Ook de bijfiguren zijn opvallend complex in wat ze willen en hoe ze dat uiten. Vooral hoe de auteur het personage Ronban uitwerkte, en hoe er zelfs nadat hij een transformatie doormaakt verschillende kanten aan zijn persoonlijkheid blijken te zitten (en dat Mirabel die kan blijven onderscheiden, ondanks wat haar wordt aangedaan), is knap uitgewerkt en bleef tot het einde fascineren.
Kortom, aanrader, vooral als je de urban fantasy van de eerste delen al hebt gelezen, of als je houdt van epische fantasy vol magische wezens, van faunen en vuurgeesten, tot Wyverns en driekoppige honden.

Eerder verschenen op Hebban.nl

Boekenkrant

Boeken van deze Auteur:

De Kracht van Elena

Kinderen van Orpheus 1 - Het lied van Ariane

Koninklijke magie

De schaduw van de sha

Overstekers