"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Paardenschaduw op zee

Vrijdag, 2 april, 2021

Geschreven door: Antonio Lobo Antunes
Artikel door: Ger Groot

Een klankdecor van stemmen en een zucht

[Recensie] Al ruim dertig jaar peilt de Portugese schrijver Antonio Lobo Antunes de donkerste zones van de Portugese ziel. Aanvankelijk trof hij die vooral aan in de herinneringen aan de wrede koloniale oorlog in Angola, waaraan hij zelf had deelgenomen. De daardoor veroorzaakte geestelijke ontwrichting vond een sublieme uitdrukking in zijn meesterwerk Fado Alexandrino uit 1983, vier jaar geleden vertaald.

Daarop volgden minstens twintig romans waarin de thematiek al snel verschoof naar die van de verkalkte bourgeoisie waaruit Lobo Antunes zelf afkomstig was. Boek na boek legde hij het bigotte en hypocriete bestaan bloot van een klasse die overleefde dankzij verouderde privileges en een versleten feodaal bestel.

In zijn roman Paardenschaduw op zee uit 2009, de elfde die in het Nederlands is vertaald, borduurt Lobo Antunes op dat gegeven voort. Veel gebeurt er niet. Na de dood van hun moeder, erfgename van een voornaam fortuin dat in de loop der jaren van pure indolentie is verdampt, kijken vier van haar kinderen terug op hun eigen leven en maken zij de rekening op van wat daar nog van over is.

Joao is een heimelijke pedofiel, Ana een junkie. Beatriz heeft een meermalen mislukt huwelijksleven achter de rug en Francisco tracht vol wrok een familiekapitaal te redden dat al lang niet meer bestaat. Om beurten nemen zij het woord, elkaar in de rede vallend en soms zelf in de rede gevallen door andere leden van de familie: de jong aan kanker overleden Rita, de huishoudster en kindermeid Mercília die een bastaarddochter van hun grootvader blijkt te zijn, een op de familieboerderij ver weggestopt onwettig broertje.

Boekenkrant

Wie het oeuvre van Lobo Antunes kent, zal bij al deze treurigheid niet verbaasd opkijken. Vernieuwd hebben zijn romans zich vooral in de steeds verder aangescherpte stijl waarin zijn werk uniek is. Een polyfonie van door elkaar heen sprekende stemmen was vanaf Fado Alexandrino al kenmerkend, maar gaandeweg heeft die zich ontwikkeld tot een klankdecor dat je als lezer bijna met de ogen hoort. Paardenschaduw op zee lijkt geschreven als het script van een radiodrama dat geen uitzending nodig heeft om klank te worden. Daarnaast heeft Lobo Antunes voor het eerst zichzelf in het spel gebracht. Af en toe verschijnt hij in een terloopse bijzin als de schrijver van het boek die – zo verzuchten zijn personages – zoveel beter dan zijzelf weten hoe het er met hen voorstaat. Maar misschien is de schrijver zélf verstrikt geraakt in zijn werk. In de melancholie die het uitwasemt zijn fictie en werkelijkheid niet meer van elkaar te onderscheiden.

Op de slotpagina van de roman ondertekent de schrijver zijn boek met een zucht van verlichting: Finis laus deo (einde, goddank) – gevolgd door naam en datum, alsof Lobo Antunes zichzelf er tegenover zijn schepping van moest overtuigen dat hij werkelijk nog bestaat.

Eerder verschenen in NRC 

Boeken van deze Auteur:

Fado Alexandrino

Voor wie in het donker op mij wacht