Sociologie van het internationale concours
[Signalering] In de afgelopen vijftig jaar vond er een ware hausse aan muziekconcoursen plaats. Waren er in 1957 nog dertien internationale concoursen geregistreerd bij de World Federation of International Music Competitions, in 2010 waren dat er al 129. Deze vertienvoudiging reflecteert het toegenomen belang van deze ‘spektakels van sublimatie’ voor het artistieke veld, zo stelt sociologe Lisa McCormick in Performing Civility, International Competitions in Classical Music. Toch fungeren concoursen nauwelijks als ontdekkingsplaatsen voor muzikaal talent en neemt kritiek hand over hand toe.
Volgens McCormick zijn muziekconcoursen sociologisch interessant, omdat het dé plekken zijn waarin tegengestelde idealen langs elkaar schuren. Het lijkt immers vreemd om van ervaringen van ‘muzikale sublimatie’ en ‘artistieke autonomie’ een wedstrijd te maken. Door middel van participerende observaties en diepte-interviews met musici, juryleden, organisatoren en mecenaten, probeert McCormick te begrijpen hoe dat mechanisme werkt. Hoewel de auteur theoretische ambities heeft, ligt de nadruk van het boek daardoor op het duiden van interacties en ervaringen.
Een spannend element is McCormicks expliciete weigering Bourdieu’s veldtheorie te gebruiken. Ze probeert daarentegen Adorno’s ideeën over muzikale ervaringen te redden uit de sociologische prullenbak. Helaas is het boek op dit punt wat gekunsteld, omdat haar poging geen duidelijke analytische consequenties heeft voor het overkoepelende verhaal: een goede concluderende beschouwing ontbreekt en de theoretische analyse is weggestopt in de coulissen van het boek.
—
Eerder verschenen in Sociologie Magazine