"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Peters keizerin

Vrijdag, 4 maart, 2022

Geschreven door: Kristina Sabaliauskaitė
Artikel door: Lalagè

Beeldende zinnen die goed te lezen zijn

[Recensie] Op haar sterfbed blikt Catharina I van Rusland in 1727 terug op haar leven. Ze was de echtgenote van tsaar Peter de Grote, maar kwam oorspronkelijk uit Litouwen, waar Peters keizerin nu een enorme bestseller is. Het verhaal springt heen en weer in de tijd, soms haast ongemerkt, maar het is goed te volgen. In het begin moet ik wel wennen aan de vele namen plus variaties, wat past bij een Russisch verhaal. Gelukkig ontdek ik al vrij snel dat achterin een namenlijst staat en de verklaring van een aantal woorden.

Catharina wordt geboren als Marta, in een familie van Litouwse adel, maar straatarm. Ze is vijf jaar oud als haar beide ouders aan de pest overlijden. De vijf kinderen worden door een tante geadopteerd en later wordt Marta dienstmeisje bij een pastoor. Dan breekt er oorlog uit. Marta heeft het geluk niet te worden platgeneukt door Russische soldaten, maar ze wordt meegenomen met de oorlogsbuit. Aleksander Mensjikov heeft zijn oog op haar laten vallen. Hij is de beste vriend van tsaar Peter.

Aleksander zorgt ervoor dat ze de tsaar ontmoet. Er vormen zich twee stellen die veel met elkaar omgaan: Aleksander met Darja en Pieter met Catharina. Pas jaren later wordt er echt getrouwd, maar er worden al wel kinderen geboren. Catharina is aan de lopende band zwanger. Door hun wilde levensstijl, met veel feesten en drank, worden de kinderen niet allemaal gezond geboren en ook infectieziekten eisen levens. Pieter is een enorme losbol die alles kan maken vanwege zijn status. Toch kent hij zijn verantwoordelijkheid. De belastingen zijn hoog, maar hij heeft ook veranderingen doorgevoerd die gunstig waren voor de Russische bevolking.

“Hij was zo dichtbij dat ik de wijnlucht uit zijn mond kon ruiken, de tabaksgeur uit zijn pruik en het parfum van zijn halsdoek.”

Boekenkrant

Kunsthistorica Kristina Sabaliauskaitė schrijft beeldende zinnen, die vlot lezen in de vertaling uit het Litouws van Anita van der Molen. Hier en daar had de vertaler van mij een eenvoudiger synoniem mogen kiezen. Diverse typisch Russische termen zijn wel toepasselijk. Leuk is dat er af en toe zinnetjes in het Russisch staan, met daarna de vertaling.

De mooiste scènes vind ik die over de bouw van Sint-Petersburg. In het begin is dat een enorm gedoe, want het is er moerassig. Keer op keer overstroomt de boel, of de houten huizen vliegen weer eens in de fik. Maar Pieter en Aleksander zetten door. De beschrijvingen van de vele oorlogen zijn gelukkig compact. ‘Dat hoort eigenlijk allemaal bij Rusland,’ zegt Pieter over de landen die hij wil veroveren. Catharina hoopt vooral dat hij veilig thuiskomt en zijzelf haar kinderen weer terugziet. Door haar eigen geschiedenis realiseert ze zich dat elke gesneuvelde soldaat een rouwende familie achterlaat.

Wat ik na het lezen nog steeds niet begrijp is dat het boek met hoofdstuk 9 begint. Na hoofdstuk 12 komt hoofdstuk 1 tot en met 8, terwijl het in mijn ogen vrijwel chronologisch wordt verteld. De roman eindigt met het huwelijk tussen Pieter en Catharina, waarmee ze eindelijk officieel tsarina wordt. Volgens Catharina is de periode tot aan een huwelijksvoltrekking net een droom. Daarna is het sprookje afgelopen en begint het echte leven. Ik ben verbaasd dat dit het einde is, maar zie op Goodreads dat dit het eerste deel van een tweeluik is. Hopelijk wordt dit boek in Nederland ook goed verkocht en zal het vervolg ook in vertaling verschijnen.

Eerder verschenen op Lalagè leest