"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Profane verlichting

Dinsdag, 8 maart, 2022

Geschreven door: Johannes van der Sluis
Artikel door: Alek Dabrowski

Ontdekkingsreiziger onderzoekt eigen geest

[Recensie] De Rotterdammer Johannes van der Sluis (1981) noemt zichzelf naast dichter psychonaut. De autocorrectie maakt hiervan psychopaat, maar dat is hij niet. Na het lezen van de bundel Ik ben de verlosser niet heb ik wel een idee wat een psychonaut is. Als ontdekkingsreiziger onderzoekt hij zijn eigen geest. De omgeving is onderwerp van zijn poëzie maar dat is uiteindelijk toch decor.

De gedichten in de bundel bestaan uit korte zinnen zonder interpunctie die met elkaar een verhaal vormen. Ieder gedicht kun je apart lezen, maar ik heb de bundel als één geheel gelezen, als een doorlopende kroniek van het leven van de hoofdpersoon Johannes, die waarschijnlijk grotendeels samenvalt met de echte Johannes van der Sluis. Of je dit poëzie of proza moet noemen maakt niet uit, een fragment:

“Fietsend langs de Kuip 
met een kapotte bureaulamp 
in de ene hand 
en een jas
in de andere 
word ik gebeld 
anoniem
hulpjes van Satan
een hulpinstantie
of een vrouw met een seksverslaving
die eindelijk het juiste nummer te pakken heeft”

Een alledaagse gebeurtenis die meteen een gedachtestroom in gang zet; ten slotte gaat het gedicht over verlichting of misschien wel het verlangen naar verlossing uit dit aardse bestaan. De held fietst door in de volgende gedichten. Hij bezoekt cafés, praat met merkwaardige bartypes en verdwaalt in een nachtelijke gelegenheid. Er wordt volop gedronken. Ik herken café De Schouw. Van der Sluis noemt zelfs de Poetsclub die daar maandelijks plaatsvindt. Hiermee is hij soms wat al te letterlijk naar mijn zin. Naast cafébezoek is de zoektocht naar liefde een vast thema in dit werk.

Boekenkrant

“Nu de liefde
en de poëzie 
steeds feller
met elkaar strijden
om aandacht
prentte ik me
van tevoren in
dat ik dit café 
wekelijks bezoek
voor de poëzie 
de rest is bijzaak”

Uiteraard mislukt dit voornemen. De dichter tobt verder en telt zijn mislukkingen. Veel gedichten beginnen met een citaat van een schrijver of filosoof, maar verrassen vaak ook uit een popliedje. Zij zijn goed gekozen en sluiten aan op de tekst die volgt. Soms zijn de verhalen die hieruit ontstaan wat melig, maar ik moest er wel om lachen. Profane verlichting leest als een verhaal dat zowel tragisch als komisch is. Tot slot een citaat uit het laatste gedicht uit de bundel; Road to Nowhere.

“vandaag had ik gelezen
dat Lou Reed
bij een eerste ontmoeting
met de Talking Heads
na een literbeker ijs
leeg te hebben gegeten
tegen David Byrne 
had gezegd
dat hij geen shirts
met korte mouwen 
moest dragen
vanwege zijn behaarde armen
dat leidde maar af”

Eerder verschenen op Uitgelezen Boeken