"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Professor, bestaat God?

Zondag, 16 april, 2017

Geschreven door: Peter Barthel
Artikel door: Wolter Huttinga

Verstand versus gevoel

Recensie van Peter Barthel: Professor, bestaat God?

De schrijver

Peter Barthel is hoogleraar astrofysica aan de Rijksuniversiteit Groningen. Behalve met ‘actieve sterrenstelsels en quasars in het verre en nabije heelal’ houdt hij zich veel bezig met het gepopulariseerd doorgeven van wetenschappelijke kennis.

Aanleiding

Boekenkrant

Misschien weet u het nog: in 2014 bestond de Rijksuniversiteit Groningen 400 jaar en mochten mensen al hun vragen aan de universiteit voorleggen. De zevenjarige Anco had ook een vraag: “Bestaat God – kan de universiteit dat uitzoeken?” Sterrenkundige Barthel waagde zich aan een antwoord, dat in Trouw verscheen. Naast verrukking over zijn aandoenlijke briefje werd er ook gemopperd, met name door theologen die jeuk kregen van het al te vrijzinnige verhaaltje. Barthel heeft zijn antwoord uitgewerkt tot een wat langer essay over geloof en natuurwetenschap, dat nu in druk verschijnt.

Betoog

‘Verwondering’. Dat is Barthels kernwoord. “Wetenschappers zijn nieuwsgierige, verwonderde mensen, die hun nieuwsgierigheid willen en kunnen bevredigen.” Verwondering over het mysterie van het bestaan kennen we allemaal en het zet ons aan tot verschillende manieren van in de wereld staan. Wetenschap gaat het mysterie met verstand en kennis te lijf, maar je kunt ook met je gevoel reageren op schoonheid en orde. Ten slotte is er de religie die vraagt naar doel en zin. Wetenschap gaat over de ‘letter’, religie en gevoel over de ‘geest’.

En of God bestaat, daar kunnen we met onze wetenschappelijke kennis geen zinnig woord over zeggen. Trouwens, waarschijnlijk bestaat God niet, zegt Barthel. Niet “als een persoon die in de hemel woont, de wereld bestuurt en voor jou zorgt. Het goede en het mooie in deze wereld – dat is wat ik God zou willen noemen. God bestaat in hoe jij en ik leven. Als mensen voor elkaar willen zorgen, dan zie je dáár iets van God.”

Reden om dit boek niet te lezen

Ondanks de sympathieke toon en boodschap van het boek moet ik me helaas toch in het rijtje theologische mopperkonten scharen. Barthel voert het hele verhaal weer op: klassiek geloof, dat is een almachtige God – ook hier weer voorgesteld als een oude man met een baard op een wolk – die fungeert als antwoord op al onze vragen. Wanneer laten we eens de gedachte los dat gelovigen vanaf het jaar 0 tot 1960 achterlijk waren? Om het op z’n ‘Jan Mulders’ te doen volgt hier een top 3 van ergernissen:

3. “God bestaat niet en heeft dat ook niet nodig”. Klopt, maar hou ermee op te doen alsof dat een hippe gedachte is. God bestaat niet zoals wij zeggen dat een stoel of een persoon bestaat. Eerder is God het zijn zelf, esse, ‘to be’. De hele klassieke traditie heeft Gods ‘zijn’ op zo’n manier besproken dat dat zijn zo allesoverstijgend en tegelijk intiem in alles aanwezig is, dat we weer helemaal uitkomen bij Barthels verwondering. “Waar liefde is, dáár is God”, stamelen we. Ook de apostel Johannes mocht het al graag zo zeggen.

2. “God is geen persoon”. Logische gevolgtrekking van bovenstaand verhaal nietwaar? De klassieke theologische traditie behield echter een subtiliteit die Barthel ontbeert. Inderdaad, God ‘bestaat’ niet (denk weer aan die baardman), dus is hij ook geen allemachtig uitvergrote ‘persoon’. Maar als God meer dat karakter van ‘zijn’ heeft, en dus op het allergrootste en het allerkleinste niveau in diepste zin ‘aanwezig’ is, zou je dan niet toch kunnen zeggen dat hij ‘erbij’ is, dat hij zich toewendt, of zelfs luistert? Kortgezegd: dat God oneindig meer en anders is dan een menselijke persoon betekent nog niet dat hij op geen enkele manier meer ‘persoonlijk’ mag zijn.

1. “Wetenschap is een objectieve vorm van wereldbeschouwing, en dan heb je daarnaast ook nog het ‘gevoel’ en het ‘geloof’”. Een verleidelijke zienswijze, maar nogal oppervlakkig. Alsof iedere vorm van wetenschap niet ook gewoon door traditie, gemeenschap en de meest irrationele beeldvormingsprocessen gevormd wordt. En wie heeft de scheidslijn tussen ‘schoonheid’ en ‘religie’ vastgesteld? Deze boedelscheiding gaf wellicht ooit een fijn opgeruimd gevoel, maar is aan alle kanten zo lek is als een mandje.

Reden om dit boek wel te lezen

Even het theologische gekissebis terzijde: Anco kreeg een mooie en lieve brief van de professor. Ook in de bredere uitwerking van die brief zitten gedachten die echt de moeite waard zijn, met wijze citaten van wetenschappers en schrijvers. Mooie gedachten over God. Maar nu: allemaal mondje dicht en schouder aan schouder in verwondering de peilloze diepte van het heelal inkijken.

Eerder verschenen in Trouw