Eindelijk een groot verhaal
[Recensie] Wat een verademing om het nieuwste boek van Maarten van Buuren te lezen: Quantum, de oerknal en God. Een belangrijk en interessant boek! Eindelijk iemand die het grote plaatje blijft zien, iemand die geen enkele concessie doet aan de waan van de dag (waar zo langzamerhand werkelijk alles om ‘corona’ lijkt te draaien), eindelijk iemand die gewoon doorgaat en zijn eigen interesses volgt: kwantum, de oerknal en God – alsof er verder niets aan de hand is. Eindelijk een denker die niet bang is om om zich te verdiepen in de kwantummechanica en en ook niet bang is om een ‘groot verhaal’ te vertellen.
De vraag die centraal staat in Quantum, de oerknal en God luidt: wat zijn de filosofische consequenties van de hedendaagse natuurkunde. Iedereen die daar een beetje in thuis is weet meteen dat het dus over de kwantummechanica gaat en het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat dit een moeilijk boek is.
Althans, de inhoud is complex, maar het is opvallend helder geschreven. Het boek is niet heel erg technisch, voorkennis van natuurkunde is niet per se nodig, en wiskundige formules worden niet gebruikt. Vooral dat laatste is bijzonder omdat de kwantummechanica alleen in wiskundige formules kan worden uitgedrukt.
Hoewel er veel van te leren valt, zou ik Quantum, de oerknal en God dan ook niet zozeer als een studieboek beschouwen, maar veeleer als een essay, met allerlei uitstapjes (zowel geschiedkundig als persoonlijk als literair) èn met een open einde.
Centraal in dit essay staat de natuurkundige Werner Heisenberg (1901-1976) die zowel de zogenaamde energiematrix als het onbepaaldheidsprincipe bedacht, welke samen de grondslag vormen voor de kwantummechanica. Het voert te ver om deze principes hier uit te leggen, het is niet mogelijk om dit beknopter te doen dan dat Maarten van Buuren dit zelf doet. Waar het op neer komt is dat de kwantummechanica niet te rijmen is met de welomschreven wetten die de klassieke natuurkunde ons biedt. Er lijkt zelfs sprake te zijn van een fundamentele willekeur, dat is wat het onbepaaldheidsprincipe ons leert. En dat is zo revolutionair dat Einstein er zijn hele leven tegen heeft geageerd. Zijn uitspraak ‘God dobbelt niet’ is alom bekend, maar inmiddels is aangetoond dat niet Einstein maar Heisenberg het bij het rechte eind had.
Het is ook precies vanwege dit revolutionaire karakter van de kwantummechanica dat deze alleen in wiskundige vergelijkingen uit te leggen is. Woorden schieten hier letterlijk te kort omdat deze nu eenmaal gebaseerd zijn op de wereld zoals wij die ervaren, maar deze woorden zijn ontoereikend om een indruk te geven van de werkelijkheid op subatomair niveau. Maarten van Buuren beseft terdege dat termen als ‘elementaire deeltjes’, ‘interferentie’, ‘golf’, ‘verstrengeling’ en ‘coherentie’ niet meer zijn dan metaforen die verwijzen naar een werkelijkheid aan gene zijde van de menselijke kennis. Dat legt hij zo goed mogelijk uit. Ik citeer:
“Fotonen zijn deeltjes licht, maar hoe moet ik me zo’n deeltje voorstellen? […] ‘Deeltje’ suggereert dat het foton een ding is in de zin van een klein afgebakend geheel, zoals een heel klein zandkorreltje. Maar lichtdeeltjes zijn energiekwanta en die kwanta zijn geen zandkorrelige dingetjes, maar eerder trillingen die zich weliswaar op een bepaalde plaats in de ruimte bevinden, maar die plaats is hoogst onzeker en kan zelfs twee of meer plaatsen tegelijkertijd zijn.”
Mensen die niet in moderne natuurkunde geïnteresseerd zijn, en ook niet bereid zijn hun hoofd hierover te breken, kunnen dit boek beter links laten liggen, maar voor een ieder die hier wel interesse in heeft, en alleen bang is dat kwantummechanica te moeilijk en abstract is, kan ik dit boek van harte aanbevelen. Het is en blijft lastige materie, maar gemakkelijker dan Van Buuren het uitlegt, is domweg onmogelijk. Tegelijkertijd werkt hij enkele filosofische perspectieven uit van de kwantummechanica. En dat is geen geringe prestatie.
Een tipje van de sluier: toen Einstein beweerde dat God niet dobbelt, doelde hij geenszins op een God die over ons waakt en uiteindelijk over ons oordeelt. Einstein geloofde – zoals hij zelf ooit schreef – ‘in de God van Spinoza’. Daar kan Maarten van Buuren als Spinoza-kenner wel mee uit de voeten en omdat hij erin slaagt een link te leggen tussen Heisenberg en Spinoza, maakt hij – indirect – ook een verbinding tussen de visies van Heisenberg en Einstein.
‘God’ staat voor Spinoza gelijk aan ‘de Natuur’. Deze heeft zowel volgens Heisenberg als volgens Spinoza een dynamische grondstructuur waarmee zij zowel het ontstaan van de dingen als hun voortdurende verandering verklaren. Het is volgens hen beiden de enige ‘substantie’ waaruit de werkelijkheid bestaat en daarom wordt dit een monistische visie op de werkelijkheid genoemd, in tegenstelling tot Descartes en het Christendom bijvoorbeeld die een dualistische wereldvisie hebben omdat zij uitgaan van enerzijds het materiële (de dingen) en anderzijds het immateriële (het denken, of geest of God, of ziel of bewustzijn, etc).
Maarten van Buuren volgt de monistische visie van zijn twee grote voorbeelden en evenals hen bestempelt hij deze dynamische grondstructuur als ‘God’ en ook als ‘vormkracht’ die dus niet boven of buiten de werkelijkheid moeten worden gedacht, maar in alle dingen zelf aanwezig is en, zo meent Van Buuren, dus ook in ons zelf.
Het einde van het boek, dat over Elementaire deeltjes van Michel Houellebecq gaat, vind ik niet overtuigend, en enkele filosofische perspectieven die Van Buuren opwerpt vind ik zeer aanvechtbaar, met sommige ben ik het zelfs fundamenteel oneens, maar zoals ik al schreef: Quantum, de oerknal en God is veeleer een essay dan een wetenschappelijk onderbouwd betoog, het is nergens drammerig of stellig geschreven en het daagt elke geïnteresseerde lezer uit om zelf over de complexe werkelijkheid na te denken. Bovendien, een betere inleiding in de kwantummechanica dan dit boek ken ik niet. Aanrader dus.
—
Eerder verschenen op Robin Hurkens
Bazarow Populaire Fictie
Bazarow Literatuur & Non-fictie
Bazarow Kinderboeken