"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Republiek van licht

Vrijdag, 22 maart, 2019

Geschreven door: Andrés Barba
Artikel door: Istvan Kops

Literaire horror in San Christobal

[Recensie] Zelden maakt een boek zo’n eigenzinnige indruk als Republiek van licht. Zodra je aan het eind van het boek terecht bent gekomen en het voor de laatste en misschien wel enige keer dichtslaat, want probeer als je éénmaal bent begonnen met lezen maar eens te stoppen met lezen, zou je zomaar kunnen denken hoe jammer het is dat er niet meer literaire horror wordt geschreven. Goede literaire horror is zo ontzettend schaars. Dat besef je door boeken als Republiek van licht.

Het verhaal samenvatten is nog niet eens zo gemakkelijk zonder de clue weg te geven. Wat dat betreft doet de informatie het op de achterkaft van het boek eigenlijk heel goed. “Uit het niets verschijnen 32 kinderen in San Christóbal, een stadje in de tropen, gelegen tussen de jungle en een rivier. De kinderen spreken een onverstaanbare taal en niemand weet wie ze zijn of waar ze vandaan komen. Ze hebben honger, zijn gewelddadig en hebben een ontregelend effect op de plaatselijke bevolking. Wanneer vervolgens twee volwassenen worden neergestoken in een supermarkt, neemt de angst hand over hand toe.”

Dit is eigenlijk het enige dat je hoeft te weten wanneer je aan het boek begint. Meer vertellen over de inhoud van het verhaal zou alleen maar de spanning onnodig wegnemen. Republiek van licht is aanvankelijk  moeilijk in een hokje te plaatsen, omdat het zo’n ontzettend vreemd verhaal is. Wél staat vast dat het literatuur van de bovenste plank is. Het geeft de lezer een rijkdom aan beelden en gedachtes die lang bij je blijven. Het boek toont bovendien aan hoe goed horror verweven kan worden met literatuur. De horror zit hem in dit geval niet in het expliciete geweld, maar in het onbevattelijke waarop onze rationaliteit geen greep kan krijgen. Republiek van licht is zo’n boek waarvan je het jammer vindt wanneer je die uit hebt. Zo’n boek dat je eindeloos door zou willen blijven lezen, maar dat je helaas vanwege de geringe omvang (het boek telt slechts een bescheiden 207 pagina’s) binnen een avondje lezen uit hebt.

Het verhaal maakt des te meer impact door de manier waarop het wordt verteld. Aan het woord is een naamloze man die op de gebeurtenissen van 22 jaar geleden terugkijkt en zich probeert te herinneren wat er toen precies is gebeurd. In een zakelijke, ambtelijke en bijna klinische stijl doet deze toenmalig afdelingshoofd van de gemeentelijke afdeling Sociale Zaken  verslag van de ontwrichting van de samenleving. Zelfs over zijn eigen privéleven doet hij ambtelijk verslag. Als hij het heeft over zijn pleegdochter dan heeft hij het steevast over ‘het meisje’. Dat heeft zowel iets vervreemdends als aanstekelijks. Het licht wellicht aan de bijzonder fraaie schrijfstijl van Andrés Barba, die hij weet te combineren met indringende beelden. In krachtige en tot nadenken stemmende zinnen (“de kindertijd is krachtiger dan fictie”) schildert Andrés Barba een maatschappij waarin het geloof in de kinderlijke onschuld op losse schroeven komt te staan. Voor velen in het stadje San Christóbal en wellicht ook voor de lezer is dat een schokkende realiteit.

Yoga Magazine

De schrijver zet de lezer daardoor aan tot een kritische blik op onze tijd en maatschappij. Hoe verhouden wij ons tot onze kinderen en waartoe zijn wij bereid als wij niet alleen hun fantasie niet meer bij kunnen benen, maar die ons zelfs beangstigt? Andrés Barba maakt daarbij zelfs nog een mooie literaire referentie naar De kleine prins van Antoine de Saint Exupery. Er gebeurt ontzettend veel in deze compacte roman, waardoor dit boek na lezing nog wel even na zal resoneren.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: