"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets... Astrid Witte

Woensdag, 14 oktober, 2020

Geschreven door: Astrid Witte
Artikel door: Roelant de By

 

De Tweede Vrouw is de intrigerende titel van de eerste psychologische thriller van Astrid Witte. Aangezien zij op Texel woont, is het best een onderneming om haar op te zoeken. Gelukkig waren vrouw en hond bereid om met me mee te gaan zodat we er een lekker weekendje weg van konden maken. Het blijft speciaal om ergens naar toe te gaan wat je alleen per boot kunt bereiken. Hoe zou het zijn om hier op te groeien en te wonen? Ik ontmoet Astrid in het koffietentje bij de plaatselijke bakker.

 width=
Astrid Witte

Roelant: ‘Ben je een echte Texelse, geboren en getogen?’

Astrid: ‘Ik ben net aan de overkant in Den Helder geboren, maar opgegroeid op Texel. Mijn ouders hebben destijds even in Den Helder gewoond, maar verhuisden weer snel terug naar Texel waar ze vandaan kwamen.’

Roelant: ‘Hoe was het om hier op te groeien?’

Astrid: ‘Veilig, rustig, gezellig. Heel anders dan in een stad opgroeien. Er is één middelbare school op Texel en daar ben ik ook naartoe gegaan. Was prima, gewoon school. Daarna studeren in Alkmaar. Daar op kamers gegaan.’

Roelant: ‘Waarom Alkmaar?’

Astrid: ‘Nou dat was de dichtstbijzijnde hogeschool.’

Roelant: ‘Wat heb je daar gestudeerd?’

Astrid: [lachend] ‘Commerciële economie. Dat was de verkeerde keuze. Maar omdat ik die studieschuld voor me zag, heb ik het wel afgemaakt. Maar nooit meer iets mee gedaan. Dan moet je in de verkoop of zo… Nee, absoluut niet mijn ding. Het is even wennen voor me dat ik aan de andere kant van de microfoon zit. Normaal neem ik zelf het interview af. [lachend] Ik ben meer een luisteraar dan een prater. Dat is ook het fijne van boeken schrijven. Met niemand wat te maken.’

Roelant: ‘Ik las over je dat je een tijdje in Limburg hebt gewoond. Dat lijkt me een behoorlijke verandering. Blauwe maandag? Vergissing?’

Astrid: ‘Nou ja… Na mijn studie ben ik door de liefde daar naartoe verhuisd. In totaal 13 jaar daar gewoond. Daar heb ik allerlei baantjes gehad. De mensen zijn wel anders daar. Het is ook raar dat je geen zee in de buurt hebt. Je kunt eindeloos door blijven rijden. In het begin was het erg wennen. Maar toen ik begonnen was met viool spelen veranderde het wel. Door dat viool spelen kwam ik met andere mensen in contact. Dat was heel leuk.’

Roelant: ‘Een gezamenlijke hobby breekt het ijs. Maar toen was je nog niet aan het schrijven?’

Astrid: ‘Jawel. Ik was al heel lang aan het schrijven. Zo lang als ik me kan herinneren was ik bezig met allerlei verhaaltjes enzo. Ook vaak ergens mee begonnen, maar dan niet afmaken. Mijn eerste boek, Spiegelmeisje, daar ben ik op de middelbare school al mee begonnen. Daar heb ik heel lang over gedaan, want die is in 2016 pas uitgekomen. Dat is een jeugdboek. Ik heb daarna twee liefdesromans geschreven voor volwassenen, plus nog drie Young Adults. En dan nu mijn eerste thriller.’

Roelant: ‘Wat is het verschil tussen een liefdesroman en een feel-good?’

Astrid: ‘Ehm, tja. Een liefdesroman is ook een beetje feel-good natuurlijk.’

Roelant: ‘Maar die hoeft niet persé goed af te lopen?’

Astrid: ‘Feel-good hoeft niet altijd met liefde te maken te hebben. Vriendschap, familie kan ook allemaal. En een goede afloop is ook wel vereist denk ik. Anders zou ik het een drama noemen i.p.v.een liefdesroman. Maar ik hoef niet persé een happy end in mijn boeken. Dan krijg je zo’n Amerikaanse film, die zo voorspelbaar is en altijd goed afloopt. Daar houd ik  width=niet zo van.’  width=

Roelant: ‘En toen na dertien jaar Limburg?’

Astrid: ‘Ik heb op heel veel verschillende plekken in Limburg gewoond. Maar na dertien jaar ben ik naar Texel teruggekomen. Met een nieuwe liefde. Moest ik opnieuw weer een beetje wennen. Soms is het hier wel erg rustig. Vooral het dorpje waar we nu wonen, Oosterend, is heel klein. Misschien verhuizen we nog wel een keer naar Den Burg, het grootste dorp van het eiland. We hebben een dochtertje van twee en een half. Kijken hoe het gaat als ze naar school moet.’

Roelant: ‘Na jeugdboeken en liefdesromans nu je eerste thriller. Wilde je net als bij al die plekken waar je gewoond had in Limburg nu ook alle boekengenres afwerken?’

Astrid: [lachend] ‘Zou wel leuk zijn, toch? Ik heb gewoon verhalen die in me opkomen. Dat valt niet in één categorie of zo.’

Roelant: ‘Hoe kwam je op het idee voor dit verhaal, De Tweede Vrouw?’

 width=Astrid: ‘Op een keer zat ik te eten in een restaurant en ik zag daar een vrouw zitten en die leek op mijn oma. Toen bedacht ik me, wat nu als je iemand die je niet meer hebt, zou kunnen vervangen? Hoe zou je dat kunnen aanpakken? Ik wil niet teveel verraden, maar dat was de grondgedachte voor mijn boek. Op een leesclub waar ze het boek gelezen hebben, zei iedereen dat het wel wat dikker en uitgebreider mocht zijn. Dat wil ik zelf ook wel, maar dat vind ik moeilijk. Ik ben bang om mijzelf te herhalen of dat er dan dingen in komen die er eigenlijk niet toe doen.’

Roelant: ‘Maar dat is het werk van de redacteur!’

Astrid: ‘Misschien wel, ja.’

Roelant: ‘De plek waar jij je verhaal laat afspelen is Garderen, op de Veluwe. Heb je bijzondere affiniteit met die plek?’

Astrid: ‘Niet bijzonder, nee. Ik ben er wel een paar keer geweest, op vakantie. Het moet zich gewoon ergens afspelen. Ik vind het moeilijk om een bepaalde plek te kiezen. Het liefst had ik het op een fictieve plek laten afspelen. Dat is makkelijker schrijven. Want de mensen die er wonen, weten heel precies hoe het daar is. Lastig om het levensecht te beschrijven.’

Roelant: ‘Je zou ook je verhaal op Texel zich kunnen laten afspelen.’

Astrid: [lachend]’ Dat heb ik met De Nieuwe Postbode van Oosterend gedaan. Dat speelt zich in mijn eigen woonplaats af. En mijn vriend werkt hier als postbode. Maar ik kan natuurlijk niet ieder boek in Oosterend laten afspelen. Zoveel gebeurt hier niet, hoor!’

Roelant: ‘Toen je terug naar Texel ging vanuit Limburg, met je nieuwe vriend, kon je je toen volop het schrijven storten?’

Astrid: ‘Rondom de verhuizing was ik zwanger. Het kwam allemaal tegelijk. Wat heb ik toen gedaan? Ik ben een tijdje freelance tekstschrijver geweest voor een Duits bedrijf. Op een gegeven moment ben ik voor de Spar in het dorp gaan werken. Toen ben ik voor de plaatselijke krant gaan schrijven. Daarna voor het Noord-Hollands dagblad. Dat doe ik nu nog steeds. Interviews, openingen verslaan, dat soort dingen. En ik werk nu ook in een bejaardentehuis. Van alles dus. Ik wilde nooit iets fulltime doen, omdat ik tijd wilde hebben voor mijn eigen boeken. Daarom heb ik altijd een beetje laaggeschoold werk gedaan. Niet teveel uren, ruimte in mijn hoofd houden. Zoveel mogelijk tijd over hebben om te schrijven. Dit is nu mijn zevende boek. En er staan er nog heel wat op stapel. Ik ben bezig met een nieuwe thriller en met een Young Adult. Wat dat betreft is het leven op een eiland heerlijk. Weinig afleiding, alle aandacht voor het schrijven.’

Dank je wel, Astrid, voor dit leuke gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

 width=
Astrid & Roelant

Eerder verschenen op Perfecte Buren.