"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Chinouk Thijssen

Woensdag, 17 maart, 2021

Geschreven door: Chinouk Thijssen
Artikel door: Roelant de By

 

Uitgeverij Kluitman heeft een geweldige young adult-lijn in zijn fonds, bedoeld om jongeren die nauwelijks lezen toch hiertoe aan te zetten. Ze nodigen diverse schrijvers uit om in deze reeks een bijdrage te leveren, een novelle te schrijven van rond de 20.000 woorden, zo’n 100 bladzijden in een fraai verzorgd boekje met harde kaft. En dat zijn stuk voor stuk erg goede auteurs die hun sporen verdiend hebben in het genre. Zo ook Chinouk Thijssen. Zij schreef de novelle Gegijzeld. Een mooie aanleiding om een gesprek met haar te hebben. Kort voor het interview hield zij haar online boekpresentatie waar ze haar eerste exemplaar aan Thomas Olde Heuvelt aanbood. Een erg leuk gesprek was dat tussen die twee gerenommeerde auteurs. Mijn eerste vraag gaat over de duidelijke klik tussen hun tweeën.

Chinouk: ‘Ja, dat was heel erg gezellig. Ik heb Thomas leren kennen toen Hex net verschenen was. Hij was toen jarig en hield een rock and roll feestje. Hij had een open uitnodiging op Facebook gestuurd. Iedereen mocht komen. Ik dacht, waarom niet? En ik ben er naartoe gegaan. Sindsdien hebben we altijd contact gehouden. De vreemdste ontmoeting ooit eigenlijk.’

Roelant: ‘Je bent geboren in Rotterdam?’

Chinouk: ‘Ja, en ik heb een jonger zusje en een oudere broer.’

Roelant: ‘Middelste kind, is dat geen lastige positie?’

Chinouk: [aarzelend] ‘Eigenlijk helemaal niet. Mijn broer komt uit een vorig huwelijk van mijn vader en was er voornamelijk in de weekenden. Dus het grootste deel van de tijd was ik de oudste en kreeg alle leuke dingen als eerste. Ik voelde me verwend, maar vond dat wel heel leuk. Ik heb gewoon een heel fijne jeugd gehad.’

Roelant: ‘En je bent schrijver van jeugdboeken. Ben je een beetje in die tijd blijven hangen?’

Chinouk: [lachend] ‘Eigenlijk wel. Ik ben zelf in die tijd begonnen met het lezen van jeugdboeken. Die maakten zoveel impact op mij. Als ik aan het lezen ben, kan ik me heel goed afsluiten van de buitenwereld. Lange autoritten naar Italië bijvoorbeeld heb ik continu lezend doorgebracht. Ik denk nog steeds terug aan het gevoel dat ik toen kreeg van die jeugdboeken. En als ik dan nu berichtjes terug krijg van lezers die hetzelfde gevoel beschrijven, vind ik dat super leuk.’

 width=

Roelant: ‘En dan heb je nu een novelle in die mooie Kluitman reeks geschreven. Hoe kwam dat tot stand?’

Chinouk: ‘Toevallig had ik net alle voorgaande boekjes uit de serie gelezen, want ik vind ze gewoon heel erg goed, toen het verzoek van de uitgever kwam of ik interesse had om daar aan mee te doen. Daar moest ik natuurlijk meteen Ja op zeggen. Ik vind het een hele eer om in dat rijtje tussen al die zeer goede schrijvers te staan.’

Roelant: ‘Jouw dialogen van die jongeren zijn erg goed en heel natuurlijk.’

Chinouk: ‘Als ik op scholen ben of als ik gewoon in de trein zit, luister ik heel vaak gesprekken af tussen jongeren om te kijken waar ze het over hebben. Jongere personen zijn vooral heel erg met zichzelf bezig. En met naar elkaar kijken. Als volwassene denk je dan vaak, ach, waar maken jullie je druk om? Ik denk dat dat met iedere generatie wel zo is. Als ik mijn oude dagboeken erbij pak, dan was ik eigenlijk ook zo. [lacht] Als ik het teruglees denk ik, meid, waar maakte jij je toch druk om. Dus om terug te komen op mijn dialogen, die komen echt van al die gesprekken afluisteren. Vind ik heerlijk om te doen ook. Waar zijn ze mee bezig? Waar hebben ze het over? Waar maken ze zich druk om? Mijn telefoon staat vol met notities van dingen die ik hoor. Ik voel me zelf vaak heel jong, maar als ik die gesprekken hoor…. [we lachen beide] De jongeren zijn allemaal zoekende en weten ook niet precies waar ze mee bezig zijn. Ik kan me daar nog wel een beetje mee identificeren en terughalen van vroeger.’

Roelant: ‘Hoe was het met verliefdheden vroeger?’

Chinouk: ‘Oh, daar was ik altijd heel erg onzeker in. Op de middelbare school durfde ik dat nooit te zeggen. Bang dat iemand zou zeggen dat hij me niet leuk zou vinden en me zou afwijzen.’

Roelant: ‘En later?’

Chinouk: ‘Nou, ik denk dat die onzekerheid altijd wel een beetje gebleven is. Daarna is die op de achtergrond geraakt op het moment dat ik op het punt kwam dat het me niet meer zoveel uitmaakte. Dan merk je wel hoe fijn het is om wat ouder en volwassener te worden. Want dan ben je veel minder bezig met hoe anderen over jou zullen denken. Dat maakt het leven wel een stuk makkelijker. Als je jong bent, ben je zo bezig met die bevestiging zoeken van iedereen om je heen. Nou, dat mis ik niet. [we lachen uitgebreid] Hoe meer ik met mijn carrière bezig was en hoe beter het met de boeken ging, hoe minder tijd ik overhield voor verliefdheid en dergelijke.’

Roelant: ‘Jij bent een liefhebber van horrorfilms lees ik. Als ik aan het meisje in de gele jas denk uit jouw boek…’

Chinouk: ‘Ja, dat komt door het mysterie van heel veel horrorfilms die ik heb gekeken. Daar ben ik dol op. Helemaal als er dan toch nog iets onverklaarbaars aan het eind blijft. Het is dan aan de lezer om de rest zelf te bedenken. Als lezer kun je dan een soort vervolg schrijven in je hoofd.’

 width=

Roelant: ‘Ik moet zeggen dat ik op een paar bladzijden vóór het eind bij mijzelf dacht: waar is dat meisje met die gele jas gebleven? En prompt kom je daarop terug. Dat vind ik leuk.’

Chinouk: ‘Dat heb ik expres gedaan. Dat beetje mysterieuze vind ik heerlijk. Bijvoorbeeld bij mijn boek Fataal Spel heb ik heel veel berichten van lezers gekregen of er een vervolg kwam. Het verhaal was afgelopen, het einde was geschreven en ik had nog geen idee. Opeens dacht ik: oh ja, dit moet erbij. En toen schreef ik één zin en die zorgde ervoor dat alles weer openlag. Maar wat nu? hoorde ik van heel veel lezers. Dat vind ik zó leuk. Zo’n principe wordt ook gebruikt in horrorfilms, niet in thrillers. Ik denk dat dat mijn manier is om die twee elementen een beetje samen te voegen.’

Roelant: ‘Ik dacht al aan de invloed van Thomas.’

Chinouk: ‘Thomas doet dat ook inderdaad. Maar hij doet er een schepje bovenop. Daar krijg ík nachtmerries van. Dat weet hij inmiddels. Door Hex heb ik twee weken heel slecht geslapen.’

Roelant: ‘In Gegijzeld laat je Yasmine de trap naar boven op vluchten als ze achterna gezeten wordt. Terwijl ze dat doet denkt ze aan die slasherfilms waarin het slachtoffer óók naar de zolder vluchtte, wat niet goed afliep.’

Chinouk: ‘Scream is één van mijn favoriete films en ik zit altijd te gillen, nee, niet die kant op, niet het bos in, ben je helemaal gek. En toch denk ik als je zoiets meemaakt dat zoiets precies is wat je doet. Je bent dan zó in paniek dat je toch de verkeerde kant opgaat. Ik zie dat zo gebeuren.’

Roelant: ‘Wat ik knap van je vindt, is dat je Yasmine niet alleen als egoïstische puber neerzet, maar haar ook laat reflecteren wanneer ze in het nauw zit en de dood onder ogen krijgt. Ze zegt onder meer, ik citeer: “Ik wou dat ik sorry kon zeggen tegen mijn vader. Dat ik zo’n lastige puber ben geweest en nooit naar hem wilde luisteren”.

Chinouk: ‘Je moet personages altijd iets sympathieks meegeven. Dat vertel ik ook altijd op de scholen die ik bezoek. Een eendimensionale, vervelende puber is niet interessant. Het zal de lezer een worst wezen als deze vermoord wordt of niet. Pas als de lezer om de hoofdpersonen geeft, raakt deze betrokken bij het wel en wee van de personages.’

Roelant: ‘Voordat je met schrijven begon, heb je een opleiding tot verpleegkundige gedaan. Heel wat anders.’

Chinouk: ‘Ik heb één jaar een verzorgende opleiding gedaan. Toen kwam ik erachter dat ik dat helemaal niks vond. Toen heb ik een jaar psychiatrische verpleegkunde gedaan. Bij mijn stage kwam ik erachter dat ik daar niet voor gemaakt was. Ik was alleen maar doodsbang, vond het verschrikkelijk eng. Toen ben ik een jaar verpleegkunde algemeen gaan doen. Dat vond ik op zich wel leuk, maar ik had op mijn stage allerlei collega’s met wie ik geen klik had. Ik ging steeds met tegenzin naar die stage toe. Uiteindelijk heb ik besloten om daar dan ook maar mee te stoppen. Maar wat dan wel? Dat wist ik niet. Maar al die ervaringen kan ik mooi gebruiken voor mijn boeken.’

 width=

Roelant: ‘In je boek laat je iemand zeggen: “Het was verder fietsen dan ik had ingeschat”. Google Maps met zijn 14 minuten, eerder 24 ! Okay, we zijn wel twee keer de verkeerde kant opgegaan, maar goed. Zegt dit iets over jouw richtingsgevoel?’

Chinouk: ‘Dat ben ik dus. In het begin heb ik gevlogd als ik ergens naar toe ging. Na drie keer stond ik al bekend als degene die altijd verdwaalde en nooit snapte hoe Google Maps werkte. En nog steeds ben ik daar slecht in. Toen ik voor de eerste keer naar mijn uitgever Clavis ging, moest ik in Amsterdam eerst met de pont over het IJ en daarna met de bus die precies voor de deur zou stoppen. Maar wat ik niet wist was dat er twee ponten waren. Prompt nam ik de verkeerde en vond natuurlijk geen bus aan de andere kant. Toen heb ik nog drie kwartier in rondjes gelopen tot ik bezweet en rood als een tomaat opnieuw bij het water aankwam. Verschrikkelijk was dat. Mijn eigen slechte richtingsgevoel heb ik aan Yasmina gegeven in Gegijzeld.’

Roelant: ‘Vroeger wilde je alleen maar ballerina worden.’

Chinouk: ‘Klopt. Tot aan mijn zestiende was ik er ook van overtuigd dat dat ging gebeuren. Ik zal op een Engelse opleiding, The Royal Academy of Dance. Daar danste ik tien uur per week. Tegen het eind van elk schooljaar kwam er een dame uit Engeland die dansexamen afnam om te kijken of je door mocht gaan. Aan het eind van dat laatste jaar kreeg ik heel veel last van mijn knie. Die schoot iedere keer uit de kom tijdens het dansen. Tot het moment dat ik hem zelf niet meer terug kon duwen en naar het ziekenhuis moest. Toen zei de dokter dat ik keuze had uit twee dingen. Óf een operatie met het risico dat ik daarna niet meer kon dansen, óf meteen helemaal stoppen met dansen. Ik was als de dood voor die operatie en ben gelijk gestopt. Heb jarenlang in een zwart gat gezeten. Want dat was echt mijn allergrootste passie. Als ik een dansfilm zag, zat ik die huilend te bekijken. Ging ik naar een balletvoorstelling, zat ik ook alleen maar te huilen. Dus toen ik uiteindelijk YA thrillers ging schrijven, moest daar ook iets van ballet in komen. Die trilogie, Truth or Dance, zijn mijn meest persoonlijke boeken, omdat die terug gaan naar mijn grote liefde, het ballet. Het is het mooiste wat er is. Maar het is niet alleen maar mooi natuurlijk. Net als bij elke topsport, of als je zanger wilt worden, geldt dat er maar eentje de beste is. Dan gaan er zaken als rivaliteit, afgunst en jaloezie spelen. En dat vind ik heel interessante dingen om te gebruiken in een thriller, zeker voor jongeren, omdat die zulke emoties nog sterker ervaren dan volwassenen.’

Roelant: ‘Ik moet meteen denken aan Vonk van Anita Terpstra. Heb je die gelezen?’

Chinouk: ‘Ja, prachtig boek, heel mooie thriller. Ik vind sowieso dat er niet genoeg balletboeken kunnen zijn. Ballet is voor veel mensen bijzonder mysterieus. Het wereldje daarachter kennen ze ook niet. Fijn dat mensen die niet zoveel met ballet hebben toch ook van een thriller daarover kunnen genieten.’

Roelant: ‘Ik ken jouw naam vooral als redactrice. In heel wat boeken die ik heb staat bij redactie jouw naam.’

Chinouk: ‘Dat is eigenlijk mijn fulltime baan. Ik ben freelance redactrice voor Hamley Books, voor Meulenhof-Boekerij en voor HarperCollins. Voor mijn eigen boeken reserveer ik zo’n twee uurtjes per dag, met name ’s ochtends. Ik ben geen vroege vogel. Ik ontbijt rustig en kijk dan meestal een paar YouTube filmpjes tegelijkertijd. Een uur of negen begin ik met schrijven. En twee uur later ga ik met mijn redactiewerk aan de slag. Dan werk ik door tot een uur of zes. Na het eten kijk ik graag naar een serie of ga ik een stukje lezen om te ontspannen.’

 width=

Roelant: ‘Wat vind je het leukste om te doen bij je redactiewerk, de opbouw van het ruwe begin of de punten en komma’s op het eind?’

Chinouk: ‘Eigenlijk een beetje daartussenin. Als eindredacteur/corrector ligt het verhaal vast en kun je daar niks meer aan veranderen. In het middenstuk kun je nog met ideeën of handige tips komen om het verhaal beter te maken. Dat vind ik het allerleukste om zo samen met de auteur mee te denken en tot een nóg beter boek te komen.’

Dank je wel, Chinouk, voor dit fijne gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

 

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur:

Gegijzeld

Blindelings

Hij is van mij

Fataal spel