"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Gerard Aalders - deel 2

Vrijdag, 13 november, 2020

Geschreven door: Gerard Aalders
Artikel door: Roelant de By

 

Deel 2 ‘Roelant meets…Gerard Aalders’, auteur van Oranje Zwartboek.

Deel 1 gemist? Lees het HIER

 

 width=
Gerard Aalders

Roelant: ‘Gerard, je vertelde me dat jouw verwondering de leidraad geworden is bij al je onderzoeken. Was je toen al republikein?’

Gerard: ‘Nou, een beetje wel. Mijn vader was een aanhanger van de monarchie en ik heb menig discussie met hem gevoerd.’

Roelant: ‘Had je toen ook communistische sympathieën?’

Gerard: ‘Nee, ik had wel Das Kapital gelezen in een studiegroepje. Ik voelde me eerder links dan rechts, en dat is nog steeds zo. Maar dat is voornamelijk gekomen door dat ik de boeken van Felix Green ging lezen. Maar echt communist ben ik nooit geweest.’

Roelant: ‘Ik vraag dit omdat je in je boek alle kranten een veeg uit de pan geeft behalve De Waarheid [communistische krant van vroeger, erg actief in de oorlogstijd].’

Gerard: ‘Dat was ten tijde van de Greet Hoffmans affaire, wat eigenlijk gewoon de huwelijkscrisis van Juliana en Bernhard was maar dit terzijde. Eén keer heeft Het Parool daar iets over gezegd, maar de rest van de kranten liet zich de mond snoeren door minister president Drees, behalve De Waarheid. De meeste communisten hadden ook niks met het koningshuis. Een uitzondering was Joop Wolf. Daar heb ik eens mee in een forum gezeten waar hij zo ongelooflijk prins Bernhard zat te verdedigen dat ik op een gegeven moment tegen hem zei dat wanneer Bernhard zijn vrouw Juliana zou vermoorden hij dan wel weer een goede reden zou vinden om Bernhard te verdedigen. Toen werd hij kwaad. Al met al heb ik zes boeken over de Oranjes geschreven. Het is een soort hobby van me geworden. Ik kan het gewoon niet uitstaan dat alle andere boeken over de Oranjes zo verschrikkelijk positief van toon zijn.’

Roelant: ‘Wat bij mij vooral boven kwam toen ik jouw boek las, was dat ik me besefte in wat voor een gezegend land wij wonen dat je dat allemaal mag opschrijven.’

Gerard: [aarzelend] ‘Ja, we hebben natuurlijk het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, dat ons het recht geeft op vrije meningsuiting. En dat staat ook bij ons in de Grondwet. Ik mag best tegen de monarchie zijn zonder dat ik een landverrader ben. Ik heb gewoon een andere opvatting over hoe de staat moet worden ingericht. En dat mag. Ik ga uit van de documenten die ik onderzoek. En dan verwonder ik me en ga ik vragen stellen.’

Roelant: ‘Het leuke is dat je de dingen die je neerschrijft ook kunt bewijzen met documentatie. En wanneer je dat niet zwart op wit kunt je dat dan op een ludieke, grappige wijze neerzet. Zoals bijvoorbeeld het stuk land met dat hotel erop dat koningin Máxima in Argentinië heeft gekocht. Je verbaast je erover dat de formaliteiten zo snel geregeld waren en je vraagt je dan af of het ermee te maken kan hebben dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima de Kerstdagen samen met de president van Argentinië en diens familie hebben doorgebracht. Wijselijk stel je hier alleen de vraag.’

Gerard: ‘Precies, dat kan ik niet bewijzen, maar toevallig is het wel en ik sluit het niet uit. Maar omdat ik geen bewijs heb, mag ik dat niet zeggen. Net als die prins met die racebaan, Bernhard junior, het onmogelijk voor elkaar had gekregen met dat circuit als hij geen Oranje zou zijn geweest. Mijn fascinatie voor de Oranjes stamt uit mijn NIOD tijd en die gaat waarschijnlijk nooit meer over. Nu, vorige week nog, nu ons land in semi-lockdown zit en iedereen verzocht wordt om vooral thuis te blijven, vliegt de koning met zijn gezin naar zijn buitenhuis in Griekenland. Kijk, dat is ongelooflijk veel reclame voor mijn boek, hoef ik niks voor te doen. Ik heb de koning meteen bedankt met een tweet voor zijn gratis promotie voor mijn boek. Het illustreert hoe alle mensen gelijk zijn, maar één familie is blijkbaar iets meer gelijk dan de rest. Ik heb de boeken van Fasseur gelezen en ik kende de parlementaire enquête die de regering na de oorlog over de Londense tijd heeft laten maken, over de regering in ballingschap. Negentien delen, er staat enorm veel in, maar ook zoveel onzin en flauwekul. Ook als je de conclusie van de enquête leest, zeker over het deel van Wilhelmina. Daar ga ik eens een boek over schrijven, dacht ik. Dat is twee jaar geleden uitgekomen. Daar zijn toen heel veel mensen heel erg boos over geworden. De stukken waarop ik mijn verhaal baseer staan erbij, alles kun je controleren. Het was gewoon een verschrikkelijk mens. Je mag het best met me oneens zijn, ik hou wel van een discussie, maar ik ben wel controleerbaar. Je kunt die stukken ook anders lezen en er tegenin gaan.’

 width=Roelant: ‘Een paar keer schiet je uit de bocht voor mij.’

Gerard: ‘Dat kan. Mijn jeugdig enthousiasme zullen we maar zeggen.’

Roelant: ‘Vooral als je vergelijkingen gaat maken.’

Gerard: ‘Oh ja, ik weet zelf donders goed hoe ik in elkaar zit. Het is ook een beetje een reactie op al dat gejuich en trompetgeschal in al die andere boeken over het koningshuis.’

Roelant: ‘Die handschoen past je wel, die van ‘luis in de pels’?’

Gerard: [aarzelend] ‘Ehh, ja, die rol vind ik wel… Nou ja, ook bij het NIOD heb ik vijf keer een spreekverbod gehad, omdat ik dingen zei die wel waar waren, maar…. Dat was bijvoorbeeld vanwege prins Bernhard en zijn lidmaatschap. Daar probeerden ze zelfs een tuchtcommissie op mijn dak te sturen. De prins zélf heeft mij op zijn sterfbed nog opgebeld trouwens. Dat alles wat ik geschreven had niet waar was enzovoorts. Ik heb heel wat meegemaakt, Roelant.’

Roelant: ‘Hoeveel mensen werkten eigenlijk op het NIOD?’

Gerard: ‘Zo’n 80 ongeveer, van wie 50 in vaste dienst. Daar zat ik op de afdeling onderzoek, samen met nog vijf mensen. Fantastische baan! Ik kon spitten en graven en lekker schrijven. Toen ik 65 werd, moest ik met pensioen. Erg jammer vond ik dat. Ik had mijn onderzoek naar biologische-en chemische oorlogsvoering al afgerond en was druk bezig het boek te schrijven. Ik wilde dat zo graag afmaken, maar dat mocht niet. Twee ton aan onderzoeksgeld naar de knoppen, maar dat kon de directie niets schelen. Alles kon gewoon door de shredder. Verschrikkelijk.’

Roelant: ‘Waar ben je momenteel mee bezig?’

Gerard: ‘Mijn volgende boek gaat over het ontstaan van het heelal, ons zonnestelsel en de mens. Ik heb honderden boeken daarover gelezen. Ik lees ’s nachts, ik slaap heel weinig. En momenteel alleen maar over de evolutie. Daar komt heel veel religie bij kijken, want alles was vroeger gebaseerd op Genesis, het Bijbelboek. Daar heb ik soms ook wel eens wat kritische kanttekeningen….. ‘ [we barsten beide in lachen uit]

Roelant: ‘Wilhelmina en Juliana waren streng gelovig. Geroepen door God. Over Beatrix zeg je dat iets minder duidelijk, maar ook wel.’

Gerard: ‘Ja, die is ook wel in God. Maar van Willem-Alexander weet ik het niet zo goed. Van de regeerstijl van Beatrix weet je wel wat. Maar dat is ook het rare, dat mensen altijd zeggen “dat ze het zo goed doet”. Ze weten niet wat de koning doet, want dat mag de minister-president niet vertellen.’

Roelant: ‘Je laat in jouw boek premier Van Agt wel eens wat ontglippen.’

Gerard: ‘Ja, dat mag hij eigenlijk ook niet doen. Maar soms kunnen ze hun mond niet houden. Maar zulke constructies zijn steeds minder houdbaar in deze tijd. Het is ook volslagen feodaal vind ik. Ik ben republikein en dan behoor je dat soort dingen ook te zeggen. De monarchie is een overleefd, aftands instituut, dat alleen kan bestaan dankzij de mythe waarop het is gebaseerd. De Nederlandse Monarchie heeft zijn bestaan te danken aan toeval en oorlogen. Met persoonlijke verdienste had het niks te maken. Ik leg dat duidelijk uit in mijn boek. Ben jij nu al een héél klein beetje republikein geworden, Roelant?’ width=

Dank je wel, Gerard, voor dit fascinerende gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur: