"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Heleen Smit

Donderdag, 16 april, 2020

Geschreven door: Heleen Smit
Artikel door: Roelant de By

Met een pakkende cover wordt het debuut van een nieuwe thriller auteur gepresenteerd: Op het Verkeerde Moment van Heleen Smit. Een mooie aanleiding om haar op te zoeken in haar woonplaats Doetinchem. We zitten in een gezellig cafétje midden in het centrum. Mijn eerste vraag is of ze uit deze streek afkomstig is.

Heleen: ‘Nee, de eerste 23 jaar van mijn leven heb ik in Ede gewoond, op de Veluwe. Voor de liefde ben ik hiernaartoe verhuisd. Daar woon ik nu bijna dertien jaar. Bevalt goed, leuke stad. Zoals je ziet is het hier een gezellig centrum. We hebben geen kinderen, wel twee hondjes. Dat past beter bij mij. Dan hou je ook meer tijd over, bijvoorbeeld om te schrijven. Dat doe ik al mijn hele leven. Overal verslagjes van maken, thuis en op school. Stapels dagboeken ook, die ik allemaal bewaard heb. Na de havo heb ik journalistiek gestudeerd, ook in Ede.’

Roelant: ‘Het handige van de journalistiek is dat je gewend bent om te schrijven.’

Heleen: ‘Ik was eigenlijk liever iets in de TV-wereld gaan doen. Dat was mijn reden om dat te gaan studeren.’

Roelant: ‘Een beetje Eva Jinek achterna?’

Heleen: ‘Ja, nou iets meer de amusementskant op eigenlijk. Dat zag ik wel zitten. Maar dat is zó’n kleine wereld. Ik was nooit een super nieuwsjager, maar TV vond ik wel interessant. Maar ik denk niet dat ik brutaal genoeg ben om me in die wereld te werken. Dus dat werd hem niet.’

Roelant: ‘Je moet mensen kennen, kruiwagens hebben.’

Heleen: ‘En dat had ik niet. Toen ben ik op van alles gaan solliciteren. Ik had een vriendje in Doetinchem, en toen werd ik aangenomen voor een baan in Doetinchem.’

 width=

Roelant: ‘Toen moest je dat vriendje maar houden.’

Heleen: ‘Ja, dat moest zo zijn blijkbaar. En nog steeds bij elkaar, en ook dezelfde baan. Ik werk als redacteur bij agrarische vak media. Heel leerzaam werk, nooit spijt van gehad dat ik dat ben gaan doen en niet in Hilversum terecht ben gekomen. Ik ben voornamelijk bezig met de eindredactie. Meestal zorg ik ervoor dat de stukken van anderen leesbaar zijn. Dat doe ik vier dagen in de week. Die vijfde dag is mijn schrijf dag, zeg maar. Ik ben altijd ook voor mijzelf blijven schrijven. Ook in mijn tienerjaren al begonnen met kleine spannende verhaaltjes. Toch altijd maar hopend dat er ooit eens een boek van mij zou worden uitgegeven.’

Roelant: ‘En hier ligt hij. Jouw boek. Ziet er prachtig uit ook.’

Heleen: ‘Een paar jaar geleden heb ik mijn schrijf ambities wat serieuzer genomen en ben ik begonnen met een opleiding aan de Schrijversacademie. Dat heeft me geholpen om echt een boek af te maken. Ik had Peter van Beek als docent. Super goed was hij. Die heeft mij echt geholpen en ook vertrouwen gegeven dat het meer kon worden dan een beetje een hobby. Die opleiding duurde anderhalf jaar. Net toen ik die af had, kwam er een schrijfwedstrijd langs van De Crime Compagnie. Die uitgeverij had ik al op mijn lijstje staan van een uitgever die bij mij zou passen. Ik kende de boeken van Linda Jansma. Daar ben ik echt fan van. De hoofdprijs van die schrijfwedstrijd was een uitgevers contract. Voor die wedstrijd moest je de eerste 30.000 woorden van je manuscript inleveren. Dat werd dan beoordeeld. Die wedstrijd won ik niet; ik werd tweede. Maar Ilse [uitgever van De Crime Compagnie] wilde toch wel graag mijn hele verhaal lezen. Dat was erg fijn, want ik zat net in de fase om mijn boek naar uitgeverijen te sturen. Dat hoefde meteen niet meer, dat was super.’

Roelant: ‘Je boek valt in twee stukken uiteen. Kwam dat daardoor?’

Heleen: ‘Nee, de vorm stond allang vast. Ik wilde niet alleen die gijzeling, er moest ook nog iets achteraankomen. Het hele idee stamt uit mijn tienertijd. Toen was de hoofdpersoon ook een tiener die bij haar ouders thuis woonde. Nu is het een vrouw wiens relatie net uit is en daardoor terug naar haar ouderlijk huis gaat. Zo is dat meegegroeid eigenlijk. Ede, waar ik vandaan kom, ligt vlak bij Wageningen. Er is daar een apart wijkje, Wageningen-hoog, waar ik mijn verhaal wilde laten afspelen. Dat zit aan de rand van de stad en heeft veel grote villa’s met heel veel struiken. Je ziet elkaar bijna niet. Ik vond het altijd een beetje duister wijkje, unheimisch. Daar moest mijn verhaal wel beginnen voor mijn gevoel.’

Roelant: ‘Het is heerlijk om je verhaal op een plek te laten plaats vinden die je zelf goed kent.’

Heleen: ‘Mijn nieuwe boek dat ik nu aan het schrijven ben, speelt zich hier in de Achterhoek af.’

Roelant: ‘En een mooie covertekst: er ligt iets op de weg. Zou jij stoppen?’

Heleen: ‘Als je niet stopt, is het gauw klaar met het boek.’ [lacht uitbundig]

 width=

Roelant: ‘Wat misschien een beetje apart over komt in jouw boek is dat Sophie, jouw hoofdpersoon en ik-figuur, ook positieve gevoelens krijgt over haar ontvoerder.’

Heleen: ‘Ze zitten toch bij elkaar op de lip. Het is natuurlijk niet met elkaar te vergelijken, maar ik ben ook weleens met een groep mensen op reis geweest die ik niet kende. En als je zo dicht op elkaar zit, dan ontstaan er wel snel heel sterke banden. Het is een totaal ander iets. Ik heb me het ook afgevraagd: is het te onwaarschijnlijk of zou het ook kunnen gebeuren? Ik had een heel heftige emotie nodig om geloofwaardig te kunnen maken dat Sophie verder gaat met het onderzoeken hoe alles precies in elkaar steekt. Want nu is ze nieuwsgierig geworden en gelooft niet dat die man op de weg, Vince, alleen maar slecht is. Zijn verhaal, dat hij erin geluisd is, begint ze te geloven. Ze wil in ieder geval kijken of het waar zou kunnen zijn. En bovendien is ze journalist. Ze wil op zoek naar die waarheid.’

Roelant: ‘Dat graven, dat herken je?’

Heleen: ‘Ja, altijd zoeken of er iets méér achter zit. Als zij geen journalist was geweest, was het misschien ook ongeloofwaardiger geweest dat ze die zoektocht begon en zich erin vastbeet. Mijn eigen ervaringen in de journalistiek helpen hier een handje mee.’

Roelant: ‘Maar waarom gaat ze er alleen op af? En roept ze geen hulp in?’

Heleen: ‘Dat is iets dat een beetje herkenbaar voor mijzelf is. Ik ben ook graag iemand die dingen zelf uitvogelt, alleen dingen doet. Ik ga ook niet zo snel iedereen erbij betrekken.’

Roelant: ‘Het boek moet natuurlijk allereerst voor jou zelf geloofwaardig zijn. Voor ons, de lezer, neemt hierdoor de spanning alleen maar toe.’

Heleen: ‘Dat onveilige gevoel, dat sneaky, vind ik wel erg fijn om op te schrijven. Ik had vroeger bij het bedenken van dit verhaal al het idee dat er iemand moest zijn die de boel infiltreert, maar nu met de moderne technieken en de social media is dat alleen maar gemakkelijker geworden.’

Roelant: ‘Hoe zie jij het internet daten?’

Heleen: ‘Ik heb al jaren dezelfde vriend, dus dat is voor mij totaal niet aan de orde. Maar ik ken wel mensen die flink aan het daten zijn met online kennissen. Ik vind het wel spannend als je met iemand af durft te spreken, die je nog nooit gezien hebt. En dan helemaal bij je thuis! Doodeng.’

Roelant: ‘Hoe ziet jouw schrijfproces eruit? Heb je thuis boven je bureau grote spreadsheets hangen met tijdlijn, foto’s, plattegrond enzovoorts?’

Heleen: ‘Nee, ik doe alles digitaal. Zelfs geen klein notitieboekje met pen heb ik bij me. Alles gaat via de app Trello meteen in de cloud. Als zo’n boek dan klaar is, is dat super spannend. Wat vinden mensen er nou van? Ervaren zij het hetzelfde als het gevoel waar ik het mee geschreven heb?’

Roelant: ‘Als ik even mag citeren:

Diep in mijn hart voelde ik dat hij oprecht was. Ik wist het gewoon allemaal niet meer. Ik kon niet meer helder denken, voelde me helemaal leeg.’

Heleen: ‘Dat is denk ik ook wel een beetje typisch voor vrouwen. Je denkt ergens helemaal van overtuigd te zijn, maar toch twijfel je. Dat is meer een vrouwendingetje.’

Roelant: ‘Zijn mannen achterdochtiger?’

Heleen: ‘Ik denk over het algemeen wat zwart-witter. Zo is het gewoon, klaar. Niet allemaal natuurlijk, ik mag niet generaliseren. Ik denk dat de meeste mannen zich niet zo mee laten golven op hun emoties.’

Roelant: ‘Jouw boek zit vol actie en spanning. Welke schrijvers lees je zelf graag?’

Heleen: ‘Linda Jansma, daar ben ik erg fan van. Daarnaast voornamelijk buitenlandse auteurs zoals Chevy Stevens, maar ook hou ik van de meer mannelijke boeken. Zoals Linwood Barclay en Gregg Hurwitz (van de Orphan-X serie). Ik heb gewoon een brede interesse.’

Roelant: ‘En Lee Child?’

Heleen: [aarzelend, voorzichtig lachend] ‘Dat is té mannelijk. Een beetje vrouwelijke touch mag er wel aan zitten. Maar aan de andere kant ben ik ook niet van de al te zoetsappige vrouwenthrillers. Nu zit er in dit boek behoorlijk veel actie. Ik ben nu bezig met een volgend boek. Dat wordt ietsjes rustiger. Dat is niet een bewuste keuze, maar daar leent het onderwerp zich voor. Ik ga nu iets in de agrarische sector doen. Daar weet ik gewoon veel van af. Er gebeurt zoveel in die sector. Boeren worden enorm onder druk gezet, onder meer door allerlei regelgeving. Dat leek me een mooi onderwerp om een thriller over te schrijven. Een jonge vrouw uit de grote stad komt noodgedwongen terug naar haar ouderlijk huis op de boerderij waar ze min of meer mee gebroken had, en ontdekt daar allerlei geheimen. Er gaat een beerput open, zeg maar.’

 width=
Roelant: ‘Klinkt goed, Heleen. Terwijl we wachten op dat boek kunnen we genieten van jouw debuut, Op het Verkeerde Moment. Dank je wel voor dit gezellige gesprek.’

Roelant
Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Op het verkeerde moment

Op het verkeerde moment

In de knel