"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets... Kevin Valgaeren

Donderdag, 26 november, 2020

Geschreven door: Kevin Valgaeren
Artikel door: Roelant de By

 

Het nieuwe boek van Kevin Valgaeren, Het offer van Scarlington, heeft net als alle andere covers van deze auteur een duistere omslag. Zwart, blauw en grijs zijn de dominante kleuren die een onheilspellende boodschap uitstralen. Ook de onderwerpen die in deze boeken behandeld worden, zijn veelal grimmig en duister, en zitten soms zelfs in de taboesfeer. Hoe komt Kevin aan deze fascinatie? Een mooi uitgangspunt om een vraaggesprek mee te beginnen met deze bijzondere auteur. Gelukkig heb ik Kevin al twee maal eerder ontmoet (op zijn werkplek in de boekhandel van Leuven en vorig jaar op de boekenbeurs van Antwerpen) zodat het nadeel van het interview slechts via Skype ietsje kleiner wordt.

Op mijn vraag hoe het met hem is, antwoord hij lachend.

Kevin: ‘Goed, goed, goed. Ik zit een week thuis, heb vakantie. Ik ben net verhuisd en overal staan nog dozen. Ik deed daarnet Facebook open. Facebook is ontploft met het verschijnen van het boek. Voilà, dan zijn we blij, hè.’

Roelant: ‘Het is jammer dat ik het niet in mijn handen heb. Zo’n pdf-je lezen is niet fijn.’

Kevin: ‘Ik zal het u laten zien hoe het eruit ziet. [Kevin pakt een boek van de stapel en houdt deze voor de camera] Het ziet er prachtig uit, mooi dik en met een zeer gemene auteursfoto op de achterflap.’ [we lachen beide]

Roelant: ‘Mysterieus kijkend.’

Kevin: ‘ Ja, maar auteurs kijken altijd heel ernstig op een achterflap omdat die allemaal serieus willen genomen worden.’

Roelant: ‘En jij ook?’

Kevin: [lachend] ‘Ik zelf niet, ik wil wel dat mijn boeken ernstig genomen worden.’

Roelant: ‘Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten in de boekhandel in Leuven, wist ik in het begin niet dat jij zélf een gerenommeerd schrijver bent.’

Kevin: ‘Maar ik hang dat ook niet aan de grote klok. Als boekhandelaar ben je de slechtste verkoper van je eigen boeken. Je kan dan niet zeggen: kijk, dat is een fantastisch boek. Ik weet dat want ik heb het zelf geschreven. Dat werkt bij klanten niet. Ik plak er wel stickers op van “aanbevolen” of “tip van de maand”. En dat staat er dan twee jaar op.’

 width=

Roelant: ‘Maar vertel, Kevin, je bent niet hier in Leuven geboren?’

Kevin: ‘Ik ben in Turnhout geboren. Dat is op een steenworp van de Nederlandse grens. En ik heb daar twintig jaar gewoond. Daarna een paar jaar in Brussel. En toen vanaf 2006 ongeveer ben ik in Leuven gaan wonen voor mijn studie. Ik ben gaan studeren op late leeftijd.’

Roelant: ‘Hoe komt dat dat je op late leeftijd bent gaan studeren?’

Kevin: [aarzelend] ‘Ehmmm, ja, goh. Dat is een leuk, nou ja eerder triest verhaal. Ik heb eigenlijk vanaf mijn tienerjaren de “Germaanse” willen doen, dat wil zeggen Nederlandse en Engelse Taal- en Letterkunde. Nooit echt de kans gekregen. Ik kom uit een arbeidersfamilie en daar was van studeren geen sprake. Ik zat op een technische school, heb een technische opleiding gehad. En toen ik achttien was, lag het voor de hand om een leraren opleiding daarvoor te gaan volgen. Ik heb dat gedaan, een half jaartje, maar dat was niks voor mij. En dan ben ik gaan werken en is het er nooit meer van gekomen. Tot ik in een boekhandel in Turnhout aan het werk was. Na een jaar ging die plots failliet. Een van de collega’s aldaar zei tegen me: waarom ga jij niet terug studeren? Mijn jongere zus studeerde toen wél, in Leuven. Ik zat toen alleen op mijn kleine appartement en dacht waarom ook niet? Toen heb ik alles opgegeven en ben op een kot [Belgisch woord voor kamer of studentenkamertje] in Leuven gaan zitten, boven mijn zus. En toen in Leuven ben ik los… ehh ik bedoel dat is de beste keus die ik ooit gemaakt heb. [we lachen beide hartelijk] Dat eerste jaar op de Universiteit was pittig, best hard werken voor mij, maar achteraf ben ik met vrucht geslaagd, of hoe noem je dat ook alweer? Daar heb ik ook mijn huidige vrouw leren kennen. In een prachtige studentenstad als Leuven heb je heel veel mensen die er “blijven plakken”, net als mijn vrouw en ik. En na mijn studie ben ik terug in een boekhandel gaan werken. Maar wel tegelijkertijd boeken gaan schrijven.’

Roelant: ‘En je vrouw heb je bij je studie ontmoet?’

Kevin: ‘Ja, moet je oppassen, mijn vrouw is redelijk briljant. Vraag niet waarom die bij mij terecht gekomen is. Zij heeft achteraf nog drie masterdiploma’s gehaald. Zelfs op vakantie gaat ze nog op filosofie-kamp of iets dergelijks. Die is altijd maar aan het studeren. Dat is fantastisch. Ze is tien jaar jonger dan ik, maar veel wijzer en slimmer.’

Roelant: ‘Maar dat is wel ideaal voor jou, want dan heb jij de tijd om te schrijven!’

Kevin: ‘Ja, zij moet zich dan ook bezighouden, klopt. Ik heb een fulltime job, zoals de meeste schrijvers, dus ik moet het van mijn vrije tijd hebben om zelf te schrijven. Dat probeer ik elke dag te doen als ik thuiskom. Nu is dat een beetje moeilijk omdat we sinds vier en een halve maand er een dochter bij gekregen hebben.’

Roelant: ‘Maar dat is druk!!!’

Kevin: ‘Ja, maar het is een schatje. Ze heet Alice, als in Wonderland. Ze is in een speciaal jaar geboren. Ze kan ook haar grootouders niet zomaar zien. Maar het is een heel vrolijk kind, lacht constant, zelfs om mijn mopjes.’

Roelant: ‘Ik las ergens dat jouw interesse in het bovennatuurlijke en het spirituele komt door de Coppola verfilming van Bram Stokers Dracula.’

Kevin: ‘Ik denk dat het daar wel begonnen is. Of misschien wel eerder met de boeken van De Vijf van Enid Blyton. En die boekjes lees ik nog steeds. Het is geen hoogstaande literatuur, maar die plots staan als een huis. Er wordt vaak heel triviaal over gedaan, pulp voor kinderen zeggen ze wel eens, maar die boeken zijn veel beter dan het etiket dat mensen erop willen plakken.’

 width=

Roelant: ‘Onbegrijpelijk. Als iets kinderen aanzet tot lezen, ga je dat toch niet bekritiseren?’

Kevin: ‘Klopt, maar zo werd daar vroeger wel tegenaan gekeken. Maar goed, Bram Stoker. Mijn oom had mij die film laten zien toen ik twaalf jaar was. Die Coppola versie is briljant en ook heel intertekstueel. Ik was compleet verkocht. Die gotische elementen, die ook in De Vijf zitten, zijn geweldig. Dat blijft goed. In de jaren ’90 had je in de cinema een revival van kostuumfilms. Films van bijvoorbeeld James Ivory, maar ook heel goede adaptaties van horror romans: Kenneth Branagh die Frankenstein maakte, Wolf met Jack Nicholson of Mary Reilly met John Malkovich om er een paar te noemen. Die films kwamen allemaal binnen een paar jaar tijd uit. Ik was toen dertien, veertien jaar en spendeerde heel veel tijd, als ik niet tussen de boeken zat, in de cinema. Ik ben daar altijd door begeesterd geweest, door dat bovennatuurlijke. Niet dat ik daar zelf in geloof, maar de metafoor vind ik zeer boeiend. De boekhandel wordt overstelpt door het liefdesverhaal. Liefde en angst zijn de belangrijkste basis emoties en literatuur daarover heeft mij altijd geboeid. In het begin is dat duister, donker en romantisch, maar achteraf leer je daar op een meer volwassen manier naar kijken en ook te analyseren en mee te spelen om er zelf mee aan de slag te gaan.’

Roelant: ‘Je laat je verhalen zich afspelen in Engeland. Waarom?’

Kevin: ‘Ik ben een Anglofiel. Het genre is vooral Angelsaksisch. Er zijn enkele Duitse en Franse varianten, maar de Lage Landen hebben nauwelijks een geschiedenis op het gebied van griezel literatuur. Couperus heeft wel een paar korte verhalen geschreven. Maar veel meer is er niet. Ik situeer mijn verhalen in Engeland omdat ze daar thuishoren. Alleen in mijn tweede boek, Bloedlijn, heb ik uitgetest om het zich hier in de Lage Landen af te laten spelen. Dat speelt zich af in Turnhout, de meest griezelige stad van België. Dat was een experiment voor mij. Maar ja, Engeland. Als ik er niet naar toe mag, moet ik erover schrijven.’

Roelant: ‘Die plots opkomende dichte mist die een belangrijke rol speelt in je boek herken ik van de enorme mist die op het Engelse platteland, bijvoorbeeld in Devon waar mijn schoonzus woont. Zeer spookachtig en je verbeelding kan dan rare dingen met je doen.’

Kevin: ‘Er zijn veel argumenten voor die mist. Heeft ook te maken met de kust. In Vlaanderen hebben we niet veel kust. Dat strookje betonblokken aan het strand… De Nederlandse kust is veel gezelliger. Maar in Engeland heb je dan de combinatie met kliffen. Ik heb het opgezocht, die dichte mist kan inderdaad optreden. Maar voor mij is die mist natuurlijk een symbool voor wat er in Blackwells hoofd omgaat. Omdat hij niet weet wat er gebeurd is in dat verleden van hem. Stilletjes aan wordt dat ontrafelt.’

 width=

Roelant: ‘Religie speelt ook een rol in het boek. Ook komt er een duivelse aanbidding voorbij. Hoe is het met je eigen religie? Ben je gelovig?’

Kevin: ‘Ik ben toch atheïstisch, maar ik heb religie altijd bijzonder fascinerend gevonden. Zowel de duistere kant als de Christelijke. Ik kom heel graag in kerken en op kerkhoven. Als mijn vrouw en ik een stadje bezoeken, gaan we eerst naar de kerk en het kerkhof en dan naar de boekhandel. In die volgorde. Maar ik ben zelf niet gelovig. In Scarlington heb ik het ook heel open gelaten. Wat is bovennatuurlijk? Wat is waar? Wat is niet waar? Bestaat dat dorp wel echt? Misschien is het niet de Demon die het kwaad is, maar de mensen die hem vereren? In Het Offer van Scarlington is de rode draad wat er precies gebeurd is met de vrouw van Blackwell. Deze heeft door opium beïnvloedde nachtmerries waarin hij zich flarden herinnert wat er is gebeurd. Het vorige boek van twee jaar geleden, Blackwell, is meer een Vliegende Hollander verhaal, waar de kapitein degene is die bezeten is.’

Roelant: ‘En alleen maar verlost kan worden door een vrouw.’

Kevin: ‘Dat is de Wagner versie. Er zijn verschillende versies van. En ik heb het een beetje heruitgevonden. Wat wel altijd terugkomt in die versies is dat het verschijnen van het schip altijd voorafgegaan wordt door een sloep met enkele verdwaalde zeevaarders erin, die brieven overhandigen aan passanten. En als ze die niet aannemen dan krijgen ze te maken met de Vliegende Hollander. En dat zit in Blackwell ook. Daar vindt hij de brief van zijn vrouw om naar Scarlington te komen. Het Offer van Scarlington gaat over zijn reis daarnaartoe.’

Roelant: ‘Je taalgebruik in dit boek vind ik heel erg mooi. Het is ook zó passend in die statige tijd. Als je dit vergelijkt met je vorige boek, Engelenlust, valt dat des te meer op. Dat is een ander taalgebruik.’

Kevin: ‘Ja, het is ook anders omdat dat boek in de ik-stijl geschreven is. Als ik schrijf, denk ik in het Engels. Ik voel mij ook in die tijd. De zinnen worden wat langer door het Victoriaans taalgebruik. Het suggereert er wel naar. En wat ik erg belangrijk vind is dat, ondanks dat het een spannend boek is, het ook goed geschreven moet zijn. Je hoort wel eens bij spannende boeken de auteurs roepen: plot, plot, plot, plot. Ik vind dat onzin. Het belangrijkste in een boek zijn de personages. Die moeten er eerst zijn. Die trekken het verhaal op gang en de plot zit daaronder. En dan de schrijfstijl… Een volwassen lezer houdt van mooi taalgebruik. Ik schrijf met de hand op papier, achteraf gaan ze de computer in.’

Roelant: ‘Ik vond het opvallend wat een mooie, fijne stijl je hebt gebruikt in je nieuwe boek. Ik krijg meteen zin om al jouw vorige boeken ook te gaan lezen.’

Kevin: ‘Dank je wel. Die zinnen komen eerst op papier, dan op de computer en na diverse nakijk ronden gaat die dan naar de redactie. Ik heb een zeer goede redactrice, maar als ik het manuscript van haar terug krijg, zakt de moed mij dikwijls in de schoenen. Ik moet maar iets anders gaan doen, denk ik dan. Maar het eindresultaat is fantastisch. Zij maakt het echt een beter boek.’

 width=

Roelant: ‘Je schuwt controversiële onderwerpen niet in je boeken. In Het Offer van Scarlington komen naast de demon aanbidden ook seks met dieren voor en necrofilie. Je vorige boek Engelenlust draaide om de bekentenissen van een necrofiel. Ik moest onwillekeurig denken aan Lolita van Nabokov [een opzienbarend boek uit 1955 waar een ter dood veroordeelde pedofiel zijn levensverhaal vertelt, destijds in veel landen verboden, maar later uitgeroepen tot meesterwerk].’

Kevin: ‘Dat is ook wat ik wou doen met mijn boek. Een perversie, iets dat ethisch of esthetisch totaal onacceptabel, onverantwoord en weerzinwekkend is. Om in het hoofd van zo iemand te kruipen, niet om er begrip voor te hebben, dat zeker niet, maar om ergens bij zo’n persoon een gedachtegang te ontdekken die voor die persoon logisch is. Mijn uitdaging was: kan ik daar in komen? Kan ik die gedachtegang volgen en voor een lezer aannemelijk maken. Ik heb daar heel veel research over gedaan. Uiteindelijk is mijn personage een combinatie van verschillende casestudy’s geworden, die van kwaad tot erger gaan. Dat was emotioneel soms zwaar om te schrijven.’

Roelant: ‘In Het Offer van Scarlington laat je dat weer terugkomen.’

Kevin: ‘Klopt, maar Scarlington was ik veel eerder aan het schrijven dan Engelenlust. Dat kwam er tussendoor. Maar dat hoofdstuk is erg ingekort in Scarlington, omdat het zo uitgebreid in dat andere boek aan bod kwam. Dat is hier meer een zijsprongetje. Het gaat vooral over patriarchale, mannelijke dominantie. Over het recht van de sterkste, de stier, de moloch. Al die mannen in dat dorp hebben een seksuele afwijking of een machtspositie. Daar tegenover staat de vrouw van Blackwell die een vrouwenbeweging op gang brengt in Engeland.’

Roelant: ‘Je beschrijft haar zo’n beetje als een heilige.’

Kevin: ‘Ja. Blackwell adoreert zijn vrouw. Zij is wat ze toen noemden The New Woman, nog vóór het feminisme. Die 19e eeuw vind ik zo interessant. Dat boeit mij mateloos. Ik ben daar nog steeds heel veel over aan het lezen. Historisch kun je goed zien wat de fundamenten van onze hedendaagse maatschappij zijn, want die zijn toen gemaakt. En die staan vandaag de dag op het punt om herzien te worden. Neoliberalisme, kapitalisme dat is allemaal in die tijd ontstaan. Wat ik heel leuk vind is om een hedendaagse problematiek naar die tijd te verhuizen, zoals de Me-too bijvoorbeeld, en kijken hoe de mensen van toen daar mee omgingen. Het was geen betere tijd toen, maar misschien wel mooier. En dat vind ik wel belangrijk.’

Dank je wel, Kevin voor dit bijzonder interessante en amusante gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur: