"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets... Marjan Gorissen

Dinsdag, 8 oktober, 2019

Geschreven door: Marjan Gorissen
Artikel door: Roelant de By

 

Toen op woensdagmiddag 24 april 1996 de 3-jarige peuter Robin verdween, was dat groot nieuws op de landelijke radio en tv. Marjan Gorissen was op dat moment 21 jaar en hoogzwanger. Justitie arresteerde niet alleen Trudy, de buurvrouw van de peuter, waar deze het laatst gezien was, maar ook verschillende vrienden en familieleden van haar. Marjan, een van Trudy’s beste vriendinnen was er daar ook een van. Honderd en drie dagen heeft ze vastgezeten, valselijk beschuldigd door Trudy, totdat ze van alle blaam werd gezuiverd en vrijkwam. Over deze traumatische periode heeft zij nu een boek geschreven, De Verdwijning van Robin. Ik spreek haar thuis in haar woning in Brabant.

Roelant: ‘Je hebt een drukke tijd achter de rug in aanloop van je boekpresentatie: Interviews in diverse dagbladen, magazines en zelfs een TV optreden bij Jinek. Daar werd je geflankeerd door Peter R. de Vries. Hoe ben je met hem in contact gekomen?’

Marjan: ‘Toen ik uit de gevangenis werd ontslagen, had hij contact met me opgenomen omdat hij heel graag op TV een item met mij wilde maken. Je bent slachtoffer geworden van een gerechtelijke dwaling, daar wil ik iets mee, zei hij. Maar ik durfde toen niet. Ik was te bang en gewoon blij dat ik thuis was. Ik was ook heel erg jong, 21 jaar. En daarnaast had ik toen echt de illusie dat die nare periode meteen voorbij zou zijn nu ik vrijgelaten was en mijn naam gezuiverd. Waarom zou ik dan de media op gaan zoeken om alles op te rakelen? Toen ik hem vertelde dat ik dat niet ging doen, beloofde hij mij dat als ik ooit er wel iets mee zou willen doen, hij ervoor zou zorgen dat hij er voor me zou zijn. En nu 23 jaar later nam ik contact met hem op. Na al die tijd wist hij meteen wie ik was en hij was er voor me. Dat is wel heel bijzonder.’

 

 width=

 

Roelant: ‘In de gevangenis ben je bevallen van je zoon.’

Marjan: ‘Dat was zo vreselijk. Rechercheur naast mijn bed tijdens de bevalling. Op het laatste moment mocht mijn man, die ook vast zat, erbij aanwezig zijn. Maar we mochten niet met elkaar praten. We zaten in volledige beperking. Dat wil zeggen dat je alleen met je advocaat mag praten, en met de politiemensen die je elke dag komen verhoren, maar met niemand anders. Ik heb mijn man elke dag brieven geschreven, maar die mocht ik nooit versturen. Achteraf zijn die de basis van mijn boek geworden. Na de geboorte van mijn tweede kindje, vier jaar geleden, ben ik serieus begonnen met mijn verhaal in boekvorm op te schrijven. Juist door het op te schrijven, kwam ik erachter waarom ik zoveel last heb gehad van die periode. Er was helemaal geen vangnet. We werden naar huis gestuurd en succes. Als er een soort vangnet was geweest van justitie om weer op een goede manier de maatschappij in te gaan, was het me waarschijnlijk een stuk beter met me gegaan.

Als je een straf hebt gehad en daarna uit de gevangenis komt, staat er een reclassering voor je klaar en een re-integratie traject. Voor mensen zoals ik die onterecht vast zaten, is er niets geregeld. Je krijgt uiteindelijk een som geld mee, maar verder geen begeleiding over hoe je daar mee om moet gaan. Binnen een paar jaar strandde mijn huwelijk en zat ik met mijn zoontje terug bij mijn ouders. Ontzettend lieve mensen die me heel erg geholpen hebben. Het geld van Justitie (zo’n 70.000 gulden) alsmede het geld wat ik overhield aan de verkoop van het huis waar ik met mijn man in had gewoond, heb ik in twee jaar tijd erdoor gedraaid. Na mijn werk overdag kwam ik thuis bij mijn ouders en zoontje en wanneer deze ging slapen, ging ik stappen. Twee jaar lang drank, drugs, feesten en seks. Door die drugs raakte ik in een roes waardoor ik de pijn niet meer kon voelen. Als deze terug kwam, nam ik gewoon nog meer.’

 width=

Roelant: ‘Je spaart jezelf niet in je boek. In het begin beschrijf je uitgebreid hoe je als elf, twaalf jarig meisje stelselmatig door de buurman misbruikt wordt. Dat zijn heftige scènes.’

Marjan: ‘In het begin heb ik dat gedeelte heel gereserveerd opgeschreven. Je schaamt jezelf om het zo gedetailleerd te schrijven. Naakter dan dit wordt het niet. Maar ik dacht er ook over na hoe dit ontvangen zou worden door vrouwen die ook misbruikt zijn. Of mannen die ook misbruikt zijn. Omdat ik zo gereserveerd schreef kwam het heel anders op papier dan als de bedoeling was. Op een gegeven moment heb ik alle schroom overboord gegooid. Een autobiografie is naakt. Het is wat het is. Ik heb al veel reacties gehad van vrouwen die hetzelfde overkomen is. Hun situatie was uiteraard anders dan die van mij maar in het gevoel dat ik beschrijf kunnen ze zich herkennen. Terwijl er dingen gebeuren die niet horen te gebeuren, ben je niet bezig met zo snel mogelijk van deze plek weg te vluchten, maar je staat verdwaasd om je heen te kijken, hoe je hier nu terecht bent gekomen. De dingen die je je afvraagt gedurende de tijd dat het gruwelijk misgaat, zijn bizar. Hoe kan hij deze ronde open plek in het mais veld ontdekt hebben, vroeg ik me af? Hoe kom ik hier eigenlijk?’

Roelant: ‘Dat is dan al een eerste groot trauma in je leven. Wanneer je hoogzwanger op je 21ste vals beschuldigd in de gevangenis wordt gegooid, komt het tweede. Dat zijn wel heftige dingen allemaal. En dan ben je pas 21. Hoe bouw je je verder leven op?’

Marjan: ‘Moeilijk. Ik heb continu het gevoel gehad dat het altijd knokken was. Altijd beren op de weg. Zo jammer. Dan hoor ik weleens: hoe kun je nog zo positief zijn? Dat komt omdat ik de dingen voor mijzelf ga relativeren. Ik ben er niet het slechtste uitgekomen na alle ellende. Ik ben vrij en ik kan mijn kinderen elke avond in mijn armen nemen. De ouders van Robin zijn wel hun meisje kwijt. Die zijn het zwaarst getroffen. Vandaar dat je altijd moet blijven relativeren.’

Roelant: ‘Maar ondertussen kun je niet alles maar weg relativeren. Je leven was voorgoed veranderd.’

Marjan: ‘Ja, het is verschrikkelijk wat er gebeurd is, ik heb er echt last van gehad in mijn leven. Ik ben jarenlang in therapie geweest. Ik kreeg de diagnose PTSS. Daar schrijf ik ook uitgebreid over in mijn boek. Ik had een baan bij de ABN-AMRO. Bij mijn sollicitatie had ik het vakje “bent u weleens met Justitie in aanraking geweest” niet ingevuld. Jaren later kwam er een anonieme brief bij de bank binnen over mijn arrestatie destijds en werd ik prompt ontslagen. Ik heb de hoogste staat van rehabilitatie gehad, geen strafblad maar dat veranderde niets. Ik heb de twee politieagenten die me steeds begeleid hebben, meegenomen naar de bank om uitleg te geven. Zelfs dat mocht niet baten. Alsof ik een melaatse was. Wat moet je dan? Zo erg om daarmee geconfronteerd te worden. Je voelt je opnieuw in het beklaagdenbankje zitten. Wéér moet je jezelf verdedigen. Daarna ben ik alleen maar werk gaan zoeken waarbij je verleden niet gescreend werd. Baantjes onder mijn niveau, zeg maar. Jarenlang heb ik in angst geleefd dat iemand dat verleden zou ontdekken. Ik werd zelfs gechanteerd door mensen met de dreiging om mijn verleden met Justitie bekend te maken als ik bepaalde dingen niet zou doen. Die anonieme brief naar de bank is daar een voorbeeld van. Ik weet nog steeds niet wie die verstuurd heeft. Ik had immers een verhaal, een verleden, en dat maakte me kwetsbaar.

 

 width=

 

Als mensen boos op je zijn of teleurgesteld maken ze misbruik van dat gegeven. Dit boek is een bevrijding voor me. Alles is open, niets is er meer geheim. Dit verhaal dat mijn hele leven negatief is geweest, gaat nu iets positiefs opleveren. Graag wil ik hiertoe bijdragen om aandacht te vestigen op nazorg voor mensen die onterecht in de cel belanden. Dat is een onderbelicht aspect in onze rechtsstaat. Ik wil dit van de daken schreeuwen. Lezingen geven om dit onder de aandacht te brengen. Ik voel me heel gedreven. Nu kan ik verder gaan met mijn leven. Een nieuwe weg inslaan.’

Dank je wel Marjan voor dit bijzonder interview.
Roelant de By – Vliegende reporter voor de Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.