"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets .... Matt Wesolowski

Vrijdag, 5 maart, 2021

Geschreven door: Matt Wesolowski
Artikel door: Roelant de By

 

Six Stories is het debuut van de Engelse schrijver Matt Wesolowski. Het is een thriller als geen andere, geschreven als een podcast. Hoe komt een auteur op het idee om zijn boek een dergelijke structuur te geven? Het is spannend en vernieuwend. Hoog tijd om het hem persoonlijk te gaan vragen. We spreken elkaar via Zoom.

Matt: ‘Ik heb een grote interesse in true crime en ben dol op podcasts die over dergelijke onderwerpen gaan. Je hebt de bekende podcast Serial over een seriemoordenaar. Die vond ik fascinerend. Als uitdaging ben ik begonnen met een boek te schrijven als een dergelijke podcast. Kun je als onderzoeksjournalist een cold case moord oplossen door erin te duiken en vervolgens alles op een podcast neer te zetten? En kun je daar dan een boek over schrijven? Wat ik heerlijk vond was om met de perceptie van de karakters te werken. Ieder blijkt zijn eigen verhaal, zijn eigen waarheid te hebben. Erg moeilijk om dan de echte, objectieve waarheid boven water te krijgen.’

Roelant: ‘Ik moet meteen denken aan die voortreffelijke Netflix serie The Affair waar dezelfde gebeurtenissen verteld worden door de verschillende hoofdpersonen. Hoe dat gewoon andere verhalen worden, zelfs de kleding die de ander aanheeft komt niet overeen in hun beleving.’

Matt: ‘Ja! Dat is een heel goed voorbeeld. Precies wat ik bedoel. Geweldige serie. Juist die totaal verschillende perceptie van de karakters in kleine dingen is buitengewoon fascinerend.’

 width=

Roelant: ‘Tot dusver had je alleen horrorverhalen geschreven.’

Matt: ‘Klopt, ik wilde horrorauteur worden. Als kind ben ik altijd een buitenbeentje geweest. Op 15, 16 jarige leeftijd was ik echt een gothic. Van een cultheld als Marilyn Manson was ik toen een grote fan. Ik zeg met opzet toen, want inmiddels is Manson van zijn voetstuk gevallen voor mij. In een van mijn latere boeken heb ik als hoofdpersoon een rockster als Marilyn Manson genomen, die allerlei beschuldigingen krijgt van seksueel misbruik, net als Manson. Maar vroeger was hij mijn held en was ik dol op zijn muziek. Nu kan ik er niet meer naar luisteren. Het voelt totaal bezoedeld. Maar in die tijd was ik een enorme fan en had ik lange, zwart geverfde haren, zwarte kleren, nagellak, eyeliner enzovoorts. Ik werd vreselijk gepest vanwege dat uiterlijk. Op school noemden ze me zelfs Vampire Freak Child. Als jongen met lang haar in de negentiger jaren werd je meteen uitgemaakt voor homo. In die tijd was dat het ergste hoe je iemand kon noemen. Het pesten was vreselijk en beangstigend. Het erge was dat ik zelf ook anderen begon te pesten. Dat is afschuwelijk. Het is iets waar ik ontzettend spijt van heb. Maar dat is de cyclus van het pesten, verschrikkelijk. Ik had moeite met contact maken met andere kinderen. Mijn antwoord daarop was een boek te gaan lezen. Boeken waren het belangrijkste in mijn leven. Daarnaast had ik eigenlijk nergens interesse in. Ik had ook weinig vrienden. Een vier jaar jonger zusje dat compleet het tegenovergestelde van mij is. Zij houdt niet van lezen en is dol op katten. Ik las het liefste horror-achtige boeken van schrijvers als H.P. Lovecraft, Stephen King, Arthur Macken en Algeron Blackwood. Verslonden heb ik die. Eigenlijk wilde ik gewoon Stephen King worden. Tussen het schrijven van allerlei horror verhalen door heb ik Six Stories geschreven. Gewoon voor de lol.’

Roelant: ‘Er zitten ook horror elementen in dat boek. De van oorsprong uit de Inuit cultuur afkomstige heks waar ze allemaal bang voor zijn en die sommige van dat groepje ook echt gezien schijnen te hebben.’

Matt: ‘Ja, natuurlijk. Dat vind ik gewoon leuk. Ik heb de eerste versie van dit boek zonder die elementen geschreven, maar dat ben ik niet. Dat stukje van mijzelf moet er gewoon in komen te staan. In alle folkloreverhalen is het niet zo simpel als een monster op een heuvel, het gaat meer over de monsters en geesten binnen in onszelf. Ons verleden dat ons achterna zit en ons komt opjagen. Als je kijkt naar de karakters in Six Stories dan zie je dat ze allemaal iets hebben uit het verleden dat ze achtervolgt en angst aanjaagt.’

 width=

Roelant: ‘Dus wanneer je je boek aan het schrijven bent, heb je zelf nog geen idee hoe het af zal lopen?’

Matt: ‘Precies. Ik schrijf puur intuïtief. Ik plan totaal niet van tevoren wat er zal gaan gebeuren in mijn boek. Toen ik bij hoofdstuk twee was, las ik een verhaal over de Inuit en hun geesten. Zij hebben geen geschreven materiaal maar geven elkaar mondeling de mythologische verhalen door. Dat paste super goed in mijn boek. Heb ik er meteen in verwerkt. Kon ik heerlijk die horror kant van mij tevreden stellen. Ondertussen wist ik bij hoofdstuk vijf nog steeds niet wat er precies was gebeurd of wie het nu werkelijk had gedaan.’

Roelant: ‘Dat slaat over op de lezer, want die weet het ook niet. Je vraagt je echt af hoe je uit al die tegenstrijdige verklaringen de ware toedracht kunt destilleren. En dan komt opeens die omkeer, die enorme Mindfuck.’

Matt: [lachend] ‘Ik had mijzelf klem geschreven. Ik moest er op een of andere manier weer uitkomen.’

Roelant: ‘Dat doet mij denken aan Raymond Chandler die in zijn detectiveverhalen soms zó ingewikkeld bezig was, dat hij het zelf niet meer wist. En dan liet hij een man met een pistool de kamer binnenkomen. Gewoon de hele boel op zijn kop zetten. Dat is precies wat jij hier ook doet. En je komt ermee weg, dat is het knappe.’

Matt: [lacht] ‘Als ik vastzit in een verhaal kom ik altijd met monsters op de proppen. De twist die ik in dit verhaal heb genomen, was een risico. Maar het blijkt te hebben gewerkt. Dat soort dingen weet je echter nooit van tevoren.’

 width=

Roelant: ‘Ondanks al hun onhebbelijkheden schrijf je heel liefdevol over de jongeren in jouw boek. Heeft dat te maken met het feit dat je in je dagelijks leven zelf met jongeren werkt en ze op die manier van dichtbij meemaakt?’

Matt: ‘Oorspronkelijk ben ik gestart als leraar Engels. Maar ik merkte dat mijn passie lag bij het werken met kinderen met gedragsstoornissen. Bijvoorbeeld als ze geschorst en verwijderd waren van normale scholen vanwege geweld- of emotionele problemen. Dat werk geeft zoveel voldoening. Het is alsof je deze jonge mensen een stem kunt geven, die ze daarvoor niet mochten hebben. Hun hele leven is ze verteld dat ze slecht en fout zijn en dat ze niks kunnen. Het belangrijkste dat die kids nodig hebben is een luisterend oor en wat respect. En dan merk je dat je dat respect terug krijgt. Ik ben zelf zo’n moeilijke jongere geweest. Slechte schoolresultaten, gepest worden, drinken, roken, noem maar op. Ik weet waar ik het over heb. Momenteel, tot vóór de lockdown, werkte ik één op één met kinderen uit het zorgcircuit (The Care Systhem) op verschillende scholen. Nu ligt dat helaas stil.’

Roelant: ‘Het gedrag van die teenagers komt zeer natuurlijk over.’

Matt: ‘Naast dat ik dagelijks met die jonge mensen werk, put ik ook uit mijn eigen verleden toen ik die leeftijd had. Er zijn nu eenmaal niet zoveel boeken die werken vanuit het perspectief van die jongeren. Ik ben ze in ieder geval nog niet tegen gekomen, boeken waar het echt gaat over getroebleerde en beschadigde jongeren.’

Roelant: ‘Tom, die vermist wordt en later dood wordt aangetroffen, blijkt helemaal niet zo’n aardige jongen. Het was een pestkop.’

Matt: ‘Dat is precies wat ik bedoel. Dergelijke hoofdpersonen kom je niet vaak tegen in boeken. Meestal zijn die kids okay, en als ze het niet zijn gaat het vaak over verlossing, tot inkeer komen en dergelijke. En ik wilde een realistisch verhaal schrijven met echte karakters erin. Want kleine dingetjes zijn zó belangrijk voor jonge mensen. In dit boek wilde ik juist over die kleine details schrijven. Over dat meisje waar je gek op bent, maar jou niet ziet staan. Die op haar beurt alleen geïnteresseerd lijkt in die stoere pestkop. Als volwassene kijk je daar wat genuanceerder tegen aan, maar wanneer je op die leeftijd bent, is zoiets ongelooflijk belangrijk. Ik herinner me mijn eigen gevoel in zulke situaties. Vooral cool blijven kijken naar zo’n meisje wanneer er een Tom Jeffries voorbij komt die het voor jou compleet bederft. Maar van binnen ben je diep geraakt, je voelt je totaal vernietigd. Die gevoelens van de jeugd wilde ik in mijn boek zetten. Inclusief het pesten en het geweld.’

Roelant: ‘Dus in jouw schooltijd had je ook te maken met een Tom Jeffries?’

Matt: ‘Natuurlijk, wie niet? En als je er niet mee te maken hebt gehad, dan was je zelf een Tom Jeffries. [we lachen uitgebreid] En ze zijn allemaal hetzelfde. Ze trappen op andere mensen en ze kleineren om te krijgen wat ze willen. “Mijn” Tom Jeffries is inderdaad gebaseerd op iemand van vroeger. Dat was oorspronkelijk zo’n letterlijke beschrijving dat ik op een gegeven moment bepaalde details veranderd heb, omdat ik als de dood was dat hij zichzelf zou herkennen als hij het boek las.’

 width=

Roelant: ‘Heerlijk om hem zo terug te pakken.’

Matt: [lachend] ‘Pest nooit een schrijver, want hij pakt je terug en maakt je dood in zijn boek. De ultieme wraak. Dat zeg ik ook tegen de jeugd waar ik mee werk: in plaats van gewelddadig te worden, maak je je pestkop dood in een verhaal. Want dat verhaal gaat nooit meer weg. Elke keer als iemand dat verhaal leest, wordt hij opnieuw gedood. En je komt ermee weg.’

Roelant: ‘Je bent een gevorderde kickbokser, zwarte band, eerste dan. Heeft dat vroegere pesten bijgedragen tot de keuze van die sport?’

Matt: ‘Het is allereerst een geweldige manier om fit te blijven. Maar ik denk dat dat onbewust zeker heeft meegespeeld. Mijn zoon van negen is al vanaf zijn vierde met kickboksen bezig. Hij heeft nu de rode band. Ik vind het belangrijk dat je jezelf kunt verdedigen. Ik kon dat vroeger als kind niet. Ik was niet weerbaar genoeg. Ik had gewild dat ik het wel was geweest. Als je je zeker voelt, straal je dat uit en durven anderen jou niet te pesten. Dan hoef je niet eens te vechten. De pestkoppen zijn in principe allemaal een lafaard. Zwakkeren zijn altijd het makkelijkste doelwit. En je wilt als ouder niet dat jouw kind gepest wordt. Daarom vond ik het belangrijk dat hij ook die sport ging doen. De gym is al een tijd dicht nu, maar ik kijk er naar uit om samen met hem te sparren.’

Roelant: ‘In jouw boek Six Stories benadruk je ook sterk het groepsgevoel van die jongeren.’

Matt: ‘Iedereen wil dolgraag tot een bepaalde groep behoren en daar offeren ze alles voor op.

Roelant: ‘Ergens in je boek laat je iemand uit het jongeren groepje, Charlie, iets zeggen over Anyu: Zij kon ons allemaal onder de tafel drinken, misschien door haar afkomst of zo. Of is dat racistisch?’

Matt: ‘We zeggen die suffe dingen gewoon. Als we jong zijn komen er soms belachelijke woorden uit onze mond. We hebben de meest stomme aannames en gedachten. Ik wilde mijn boek echt laten klinken. Mensen zeggen nu eenmaal stomme dingen. Jongeren floepen er van alles uit. Dat is realistisch. Tegenwoordig willen we vooral politiek correcte dingen zeggen. Soms komt dat er totaal verkeerd uit. Ik denk ook dat we veel te weinig met onze kinderen praten. Misschien willen we niet horen wat onze kinderen te zeggen hebben? Het is zoveel gemakkelijker om ze maar met hun computer te laten spelen. Veel moeilijker is het om ze te vragen of iets ze dwars zit, of ze ergens mee zitten. Je moet een omgeving creëren waarin ze zich veilig voelen en ze je vertrouwen om met ze te gaan praten.’

Roelant: ‘Zoals jij die lange boswandelingen maakt met je zoon elk weekend. Zonder telefoon, alleen kijken, ervaren en praten.’

Matt: ‘Absoluut. Die momenten zijn mij zeer waardevol. Ik ben een deeltijdouder, de helft van de tijd is hij bij mij. Ik koester die tijd en juist op die wandelingen praten we heel veel.’

Roelant: ‘Je bent gescheiden?’

Matt: ‘Sinds vier jaar nu. Ik heb inmiddels een nieuwe vriendin met wie ik samenwoon. Ik wil helemaal niet beweren dat ik het allemaal zo goed doe, maar ik probeer het echt, lees veel over opvoeding en zo. En ik maak de tijd die ik met mijn zoon doorbreng belangrijk.’

Roelant: ‘Sinds vier jaar, zeg je? Dat is precies de tijd dat jouw succes begon?’

Matt: [we lachen beide uitgebreid] ‘Ja, ja eigenlijk wel, ja. Ik kan beter maar niets meer zeggen.’

 width=

Dank je wel, Matt voor dit boeiende gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

 

 

 

 

 

 

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur:

Six stories