"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Patricia Vorstenbos

Maandag, 13 december, 2021

Geschreven door: Patricia Vorstenbos
Artikel door: Roelant de By

 

Als je een boek ziet met de titel Ogen van Liefde met als onderschrift: De eeuwenoude gecompliceerde dans van dharma en karma, kun je een bepaalde mate van zweverigheid verwachten. Voor het gemak neem je aan dat de auteur daar zélf ook mee behept is. Wie schetst mijn verbazing als ik bij mijn ontmoeting met Patricia Vorstenbos, de auteur, een ras-Rotterdamse vrouw aantref, die gemakkelijk praat en een zeer gezellige uitstraling heeft. We hebben afgesproken in een eetcafé aan de rand van de Veluwe, waar ze overduidelijk vaste klant is en iedereen kent.

Patricia: ‘Het zijn zulke schatten hier. Mijn eerste boekpresentatie heb ik in dit café gehouden. Hier heb ik een cadeautje voor je. [Ze overhandigt mij haar debuut Haar Leven stond Stil ] Dit heb ik zes jaar geleden geschreven. Het is een soort verslag wat mij overkwam toen ik negen jaar geleden opeens ziek werd. Ik heb toen ruim zeven maanden op bed gelegen en kon niks meer, terwijl ik twee jaar daarvoor nog de marathon van Beijing had gelopen. Er werd een label MS op mij geplakt, waar ik zelf steeds meer aan begon te twijfelen. Ik kwam op een gegeven moment in contact met een bio resonantie- therapeute. Deze doet eigenlijk hetzelfde als acupunctuur, alleen niet met naalden maar met heel kleine elektroshocks. Die ontdekte dat ik de ziekte van Lyme had en alleen een aanval van MS had gekregen. Ze verzekerde mij dat wanneer de Lyme onder de knie gekregen zou worden, de MS verschijnselen zouden verdwijnen. En dat klopte. Door de combinatie van acupunctuur, bioresonantie en homeopathie ben ik volkomen genezen. Daar heb ik mijn debuut over geschreven. Ik ben daarin helemaal niet aan het natrappen op de medische stand, maar ik wil mensen een lichtpuntje geven. Mensen zijn niet gek als ze twijfelen aan een bepaalde diagnose. Daarom heb ik dat boek geschreven. En ook om te laten zien dat er een uitweg is. ’

 width=

Roelant: ‘Bij de informatie vooraf bleek dat je buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bent.’

Patricia: ‘Al een-en-twintig jaar doe ik dat. De leukste bijbaan die er is. Ik ontmoet heel veel leuke mensen die ik normaal niet zou ontmoeten. Je kunt op een, hoe moet ik dat zeggen, heel legale manier meekijken in het leven van andere mensen. Dat is toch heerlijk? Ik ben wel een beetje voyeuristisch ingesteld, op een bepaalde manier.’

Roelant: ‘Erg handig voor een schrijver.’

Patricia: ‘Ja! En ik mag ze niet alleen ontmoeten, maar ik ga ook nog iets doen wat heel bijzonder is voor diegenen. En dan zeggen zij ‘Ja’ en dan verklaar ik ze getrouwd. Nog steeds bizar, hoor.’

Roelant: ‘Boven jouw boek staat ‘factionele roman’. Dat is een nieuwe term voor mij.’

Patricia: ‘Daar kwam mijn uitgever mee aanzetten. Het is een Engels ver-Nederlandst woord: ‘factional novel’. Het is een waargebeurd verhaal, maar ik heb alle karakters een andere naam moeten geven om mensen te beschermen. Samen met mijn Nepalese zusje, zoals ik haar altijd noem, heb ik ook de namen van tempels en dergelijke veranderd om herkenning van de mensen om wie het gaat zo moeilijk mogelijk te maken. Dat schijnt een factionele roman te zijn. Maar ik had er ook nog nooit van gehoord.’

Roelant: ‘In het thrillergenre heb je de faction thrillers. Hier worden bestaande mensen en ware gebeurtenissen gemengd met verzonnen personages en acties. Thomas Ross is in ons land de grootmeester, de Godfather van dit genre. Als lezer weet je niet meer wat er nu echt gebeurd is of niet. In jouw boek zijn de gebeurtenissen wél allemaal waargebeurd en historisch. Dat is een groot verschil.’

Patricia: ‘Het is dan ook een ongelooflijk verhaal dat ik graag wilde vertellen.’

Roelant: ‘Jouw boek leest als een feelgood.’

Patricia: [aarzelend] ‘Maar als een nare feelgood af en toe. Als ik een feelgoodmovie kijk, weet ik van te voren dat het goed afloopt en dat ze bij elkaar komen.’

Roelant: ‘Ik bedoel meer de manier waarop het geschreven is. Het gaat heel erg uit van vrouwelijke gevoelens van verliefdheid en aantrekkingskracht. Je duikt diep in het gevoelsleven van je hoofdpersoon. En dat is een groot bestanddeel van het boek.’

Patricia: ‘Ja, dat klopt. Amber is natuurlijk een vrouw, nou ja, ze was negentien toen ze naar Nepal ging, die heel ontluikend en enthousiast in het leven staat. Naïef vind ik een beetje negatieve klank hebben. Ze is heel erg open en speels. En zo is ze die reis van haar leven begonnen. Niet zo gek dat er allerlei heftige en nieuwe gevoelens boven komen. Ik denk dat zoiets heel herkenbaar is voor de lezer. Ik ben 23 keer in Nepal geweest en heb veel van die jonge vrouwen ontmoet, net klaar op de middelbare school, die de wereld willen ontdekken voordat ze verder gaan studeren of zich settelen. Ben jij wel eens in Nepal geweest? [ik knik van nee] Dat is echt een aanrader. Het is een geweldig land. Maar zó arm. Echt een derde wereldland waar alles ongelooflijk slecht georganiseerd is met een verschrikkelijk corrupte regering. Maar waar hebben we dat niet?’

 width=

Roelant: ‘Over die corruptie heb je het niet in je boek.’

Patricia: [aarzelend] ‘Nee, maar ik moest een keuze maken. Mijn oorspronkelijke manuscript was 700 bladzijden. Daar ging ik uitgebreid in op de corruptie, had ik het over Tibet en de Chinese onderdrukking daar. Over alles ging ik uitweiden. Maar die zaken hebben de eindversie niet gehaald. Het ging mij om het verhaal van Amber. Het is niet dat ik een ongelooflijke wereldverbeteraar ben en heel de wereld op mijn schouders wil hebben. Maar ik vind het wel fijn als ik er íets voor kan doen. Al is het maar één druppeltje..’

Roelant: ‘Van huis uit ben je katholiek?’

Patricia: ‘Klopt. Ik voel me amateur-boeddhist. Ik ga niet met mijn bedelkommetje op straat lopen en soms eet ik zelfs een stukje vlees. Maar het Boeddhisme is een heel mooie levenswijsheid, levensvisie. Het is geen geloof. Het is een levenspad dat je loopt. En dat pad lijkt verdacht veel op de tien geboden uit de bijbel.’

Roelant: ‘Je hebt prachtige quotes over het boeddhisme in je boek staan.’

Patricia: ‘Even een nadenkertje af en toe, hè. Het zijn heel mooie wijsheden waar iedereen wat aan heeft. Daar ga ik zelf ook over nadenken. Ik geloof heel erg in dharma en karma, in wie goed doet, goed ontmoet. Boeddhisten zijn de hele dag bezig met hun dharma te voeden, met andere woorden: goed te doen.’

Roelant: ‘Je schrijft over het boeddhisme dat je naast de dingen uit de tien geboden ook zaken als sierraden, make-up en parfum verboden zijn. Waarom is dat?’

Patricia: ‘Het uitgangspunt is geen aardse dingen bezitten, geen uiterlijk vertoon. Een boeddhist is blij omdat hij ook niks bezit. Want als je helemaal niks hebt, kun je niet ontevreden zijn. Heel puur eigenlijk. Alleen een pij, slippers en een bedelnap hebben ze. En ze noemen dat geen bedelen; ze doen jou een gunst omdat jij er iets in mag doen. Zij geven jou op die manier de kans om je dharma te voeden. ’

Roelant: ‘Hoe is het met de taalbarrière in Nepal?’

Patricia: ‘Ze spreken héél goed Engels. Ik ken een paar woorden Nepali, ik kan koffie en een broodje bestellen. In de laatste tien jaar is er veel veranderd in Kathmandu. Er is meer luxe gekomen, met name omdat er heel veel mensen van de VN zitten. Je kunt een cappuccino bestellen, sushi eten, noem maar op. Dat is alleen niet te betalen voor de gewone Nepali, want die zijn straatarm.’

 width=

Roelant: ‘Je vertelde dat je al heel vaak in Nepal geweest bent. Wanneer was je er voor het eerst?’

Patricia: ‘Dat was tien jaar gelden. Ik maakte toen met mijn man een rondreis door China, Tibet en Nepal. Op precies dat moment had je de vulkaanuitbarsting op IJsland waardoor het vliegverkeer wereldwijd verstoord was. Door die aswolk moesten we toen een week langer dan voorzien was in Nepal blijven. Van huis uit ben ik fiscalist, maar ik zat in die tijd een beetje tegen een burn-out aan. Terwijl mijn man zijn laatste wetenschappelijke boek zat te redigeren, liep ik door de straten van Kathmandu. Ik zag daar al die mooie shawls. Maar goed, je gaat weer terug naar Nederland, naar dat drukke leven met die drukke baan. Twee maanden later kreeg ik écht een burn-out. Toen begreep ik dat het universum mij iets wilde vertellen. Eerst zit ik vast door die aswolk, en nu krijg ik een burn-out. Laat ik maar eens nadenken wat ik wil gaan doen. Ik ben uit dienst getreden en ben met mijn man terug naar Nepal gegaan. Ik ben shawls gaan importeren. Daarna ben ik ze zelf gaan ontwerpen. We werkten met een klein fabriekje waar we alleen volwassenen lieten werken, die we een eerlijk loon betaalden. We gebruiken mooie kwaliteitsstoffen bedoeld voor de bovenkant markt. Doordat er een mooi verhaal aan vastzit, wordt zo’n shawl alleen maar zachter. In die tijd ben ik heel veel naar Nepal op en neer geweest. Dan zit je middenin die cultuur en hoor je al die verhalen. Zoals dit verhaal dat ik drie en een half jaar geleden hoorde op een bruiloft van het zusje van mijn ‘Nepalese zusje’. Daar werd ik voorgesteld aan Amber [niet haar echte naam], naast mij de enige blanke vrouw die daar aanwezig was. Toen ik haar verhaal hoorde, was ik stomverbaasd en een beetje ongelovig. Dat kan toch niet allemaal echt gebeurd zijn? Ik ben toen uitgebreid met haar gaan praten. Toen ik drie maanden later weer terug was, heb ik mijn taperecordertje meegenomen en heb al onze gesprekken opgenomen, met alle feiten en tijdspanne.’

Roelant: ‘Dat van die feiten begrijp ik, maar je boek staat vol met haar gevoelens!’

Patricia: ‘Ja, die gevoelens zijn ook een stukje Patricia. [we lachen beide hartelijk] Mensen die mij goed kennen, herkennen hier en daar wel wat. Als je een boek in de ik-vorm schrijft, kun je niet voorkomen dat er iets van jezelf doorheen slipt. Maar dat is ook niet zo erg. Het maakt het boek lekkerder leesbaar, smeuïger zeg maar. En zo is het gegaan. Het leven loopt zoals het lopen moet. Nu klink ik weer als een boeddhist. Het zevende pad van Boeddha zegt dat jouw leven is uitgestippeld. Maar hóe jij dat pad loopt, met omwegen, bruggetjes en rotondes, doe je zelf.’

En wat fijn dat je ons, lezers, daar deelgenoot van hebt gemaakt. Dank je wel, Patricia, voor dit fijne gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.