"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Petra Vollinga

Woensdag, 22 juli, 2020

Geschreven door: Petra Vollinga
Artikel door: Roelant de By

 

Onlangs is de derde feel-good roman van Petra Vollinga, Zo Goed als Nieuw, uitgekomen. Daarnaast is zij ook (mede-) auteur van twee non-fictie boeken: Aan Alle Gescheiden Ouders, en Het Grote Co-ouder Doe Boek. Titels die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Ik heb met haar afgesproken op haar woonboot ten Noorden van Amsterdam. Pittoresk en landelijk gelegen met aan de ene kant het water en aan de andere kant uitgestrekte weilanden. Met een pontje pikt ze me op van de overkant van het water. Ik ben gelijk verkocht aan dit vredige en idyllische plekje, helemaal toen ik in haar achtertuin een hangmat zag hangen. Uit haar boeken blijkt ze een voorliefde voor koffie te hebben, met name voor de dry-cappuccino, waar je op espressokoffie alleen het schuim van de opgeklopte melk doet. Dit maakt ze voor ons beiden, terwijl ze meteen van wal steekt.

Petra: ‘Nou, wat leuk dit interview! Wat wil je weten?’

Roelant: ‘Wat me intrigeert natuurlijk is dat je Nederlands hebt gestudeerd, dan denk ik meteen aan zware literatuur, terwijl jij feel-goods schrijft.’

Petra: ‘Nja, nou, zeg maar het eerste jaar bij de studie Nederlands doe je alles, ook al die literatuur, maar op een gegeven moment ga je een richting kiezen. En ik koos niet voor moderne letterkunde, maar ik koos taalbeheersing. Dat was de meest praktische kant. Daar kijk je bijvoorbeeld hoe je een goed betoog schrijft. Heel soms zat daar een keuzevak bij waar je dan iets voor moest schrijven, maar eigenlijk leer je bij die studie niet hoe je moet schrijven. Daar is die studie ook niet voor. Maar ik vond het wel heel leuk om alles bij elkaar, ik heb ook nog een bestuursdingetje gedaan, vijf en een half jaar met taal bezig te zijn. Daarnaast mochten we allerlei dingen als keuzevak kiezen. Ik heb zelf onder meer psychologie en filmwetenschappen gedaan. Ik vond het een leuke speeltuin. Je kon van alles kiezen wat je leuk vond, en misschien wel niet met voorbedachten rade, maar achteraf heb je daar nog wat aan ook. En schrijven zelf, tja, ik weet niet. [aarzelend] Ik geloof best wel dat je een betere schrijver kán worden door het veel te doen en veel te lezen, maar als je echt niet kan schrijven, dan kun je dat denk ik ook niet leren. Het zit gewoon in je. Ik vond het voor mijzelf heel normaal. Ik dacht vroeger: dat kan toch iedereen. Tot ik erachter kwam dat dat niet zo was. Ik werd freelance journaliste voor allerlei tijdschriften, super leuk, en vanaf toen ben ik niet meer gestopt met schrijven.’

Roelant: ‘Je woont hier prachtig landelijk. Ben je hier ook geboren?’

Petra: ‘Ik ben geboren in Leidschendam, vlak bij Den Haag. Daarna ben ik gaan studeren in Leiden. Een vriendin van me vloog bij de KLM. Die had daar zulke leuke verhalen over. Na haar studie Frans is ze dat gaan doen. Dat leek mij ook wel leuk om na mijn studie te gaan doen. Ik zat mijn hele leven op school, het was tijd voor iets anders. Ik dacht: een paar jaar wat van de wereld zien. Ik bij de KLM solliciteren. Die vriendin had me voorbereid wat ik allemaal wél en vooral niet moest zeggen. Vooral geen eigen mening geven, zei ze. Nou dat is echt wat voor mij! Maar goed, ik hield me keurig in en werd aangenomen. Klein detail: ik had nog nooit in een vliegtuig gezeten. Met mijn ouders waren we altijd met de auto op vakantie gegaan. Mijn allereerste vlucht was meteen in zo’n uniform. Ik heb het maar acht maanden vol gehouden. Dat was echt niks voor mij. Toen bedacht ik me wat ik dan wél zou willen en ben ik voor mijzelf begonnen als tekstschrijver voor bedrijven.’

 

 width=

 

Roelant: ‘Je hebt nooit aan het onderwijs gedacht?’

Petra: ‘Mijn vader is leraar. Nee, dat wilde ik niet. Dat freelancen ging lekker en al best snel kon ik daar van leven. Vervolgens kwamen de tijdschriften op mijn pad. Dat vond ik nóg leuker. Op een gegeven moment vroegen ze me daar of ik niet eens een kort verhaal zou willen proberen. Een romantisch verhaal voor in de Yes. Daar had ik zelf nooit aan gedacht. Ik was bezig met interviews en dergelijke. Dat verhaal schrijven bleek erg leuk en dat heb ik vervolgens nog járen gedaan. Daar is het begonnen zeg maar. Dat verhaal moest dan in 2000 woorden en goed eindigen natuurlijk. Maar een boek schrijven…. Eigenlijk wilde ik al sinds mijn zesde een roman schrijven. Toen maakte ik kleine boekjes op mijn kamertje. De blaadjes ging je dan met wol aan elkaar binden. Kortom, ik was er wel mee bezig, maar om het echt te doen, is een heel lange zit.’

Roelant: ‘Ook omdat je niet precies weet waar je uit komt natuurlijk.’

Petra: ‘Nee, nou, dat weet ik eigenlijk wél van tevoren. Heb ik gemerkt.’

Roelant: ‘Er moet een happy end komen.’

Petra: ‘Dat sowieso. Maar daar houd ik ook van, dat vind ik fijn. Maar, jij hebt ze gelezen. Je ziet dat er structuren inzitten. Bijvoorbeeld de tijdschema’s moeten allemaal kloppen. Daar heb je overzicht bij nodig. Ik maak tegenwoordig een matrix in de computer. Daar staat heel overzichtelijk wat er bij welke persoon allemaal gaat gebeuren en wanneer. Dan staat er bijvoorbeeld: hij gaat naar zijn moeder. Maar daarna moet het echte werk natuurlijk pas beginnen. Je moet alles invullen, maar het zorgt er wel voor dat die lijnen er staan. Je zou zeggen dat ik het perfecte schrijvershuisje heb, maar hier is het echt mijn kantoor, mijn werkplek als copywriter, daar verdien ik mijn geld mee. Als ik aan een boek wil schrijven doe ik dat bewust ergens anders. Naar een huisje op de Veluwe of in Friesland. Ik moet er vooral geen afleiding hebben en ga daar heel hard zitten typen.’

Roelant: ‘Ik las ergens dat je dan in bed blijft liggen, laptop op schoot, koffie ernaast.’

Petra: ‘Ja, dat is zo. Dat is gewoon perfect. Vroeger dacht ik dat dat een beetje aanstellerig was, zo’n schrijfhuisje, maar het werkt echt.’

Roelant: ‘Agatha Christie deed dat ook altijd. Die sloot zich twee weken op in een krakkemikkig hotel zonder comfort en zat daar alleen maar te typen.’

Petra: ‘Je moet in een soort tunneltje komen of zo. Beetje moeilijk te omschrijven. Je hoeft dan met niemand rekening te houden. Eigenlijk is het heel egoïstisch. Heel alleen. Afkicken van Facebook en dergelijke. Ik zet alles uit en dan ga ik zitten. Ook geen muziek of zo. Stilte. Als ik bezig ben dan zitten die personages in mijn hoofd. Alsof ik in een toneelstuk of in een film zit met die mensen. Ik zie het allemaal voor me en dan schrijf ik het op.’

 width=

Roelant: ‘En je schrijft het in een heel fijne stijl moet ik zeggen. Ik heb jouw boeken met heel veel plezier gelezen, ook al ben ik zelf duidelijk niet de doelgroep. Jouw dialogen vind ik geweldig, zo natuurlijk.’

Petra: ‘Ik hoor mensen praten. [lachend] Ik wilde ooit vroeger nog actrice worden. Daar komt alles bij elkaar. Ik heb wel eens een gastrolletje in Goede Tijden gedaan, wel eens een reclame dingetje. Ik heb een opleiding bij de Trap gedaan [theateropleiding in Utrecht], workshops enzo. Superleuk. Het is net als bij schrijven dat je in de huid van al die mensen kunt kruipen. Ik zit helemaal ín die situatie.’

Roelant: ‘Wat me wel meteen opvalt in jouw boeken is dat er altijd sprake is van een vrouw die verlaten wordt door haar vriend. Jouw non-fictie boeken gaan ook over de nasleep daarvan. Mannen komen er vaak niet zo best vanaf. Het zijn klootzakken die de benen nemen.’

Petra: ‘Oeps… Maar dat doen mannen! [aarzelend] Ik vind het interessant om…ehh… er moet wel een conflict zijn in een karakter anders is er niks aan. Ik geloof wel dat vrouwen vaak een romantischer beeld hebben van de liefde.’

Roelant: ‘Dat had je zelf ook, dat romantischer beeld?’

Petra: ‘Ja, natuurlijk. Ik ben gescheiden. Wij co-ouderen al zo’n veertien jaar. Ja, dat is niet wat je bedenkt als je ooit bij elkaar komt en kinderen krijgt. Als co-ouder sta je er toch alleen voor als de kinderen bij jou zijn. Als ouders ben je niet meer samen.’

Roelant: ‘Daar heb ik wel veel quotes van uit je boeken gehaald, moet ik zeggen.’

Petra: [lachend] ‘Okay. Nou dat kan. Het zijn romanfiguren, je mag alles lekker overdrijven.’

Roelant: [lachend] ‘Over het verschil tussen mannen en vrouwen schrijf je ook heel grappige dingen. Zoals op het moment dat een vrouw haar vriend foto’s laat zien van haar zwangere buik, heeft hij het alleen over de belichting en de sluitertijd. Zo grappig.’

Petra: ‘Haha, ja. Dat vind ik wel interessant dat jij als man dit leest. Vind je dat de mannen er slecht afkomen?’

Roelant: ‘Ze komen er niet zo best af inderdaad. Je schrijft ook over schuldgevoel: Dat schuldgevoel waarmee elke vrouw standaard is uitgevoerd.’

Petra: ‘Ja, dat is zo. Vrouwen voelen zich vaak verscheurd. Want je wil én je eigen leven, én je wil werken, én je wil het voor de kinderen goed doen. Ik denk dat de meeste vrouwen daar last van hebben. We mogen best iets meer weghebben van mannen, die denken van, nou schat, ik ga lekker naar mijn werk, doei. Ik denk niet dat die op dat werk dan heel veel nadenken over of de broodtrommels wel gevuld zijn en dergelijke. Een vrouw doet dat. Mannen en vrouwen zijn anders gebouwd, daar kom ik steeds meer achter. En als je dat maar een beetje van elkaar kan accepteren, dan gaat het allemaal prima. Het is ook leuk dat we anders gebouwd zijn, maar we begrijpen elkaar soms gewoon echt niet. Een van mijn guilty pleasures is het kijken naar Love Island op TV. Heerlijk is dat zo ‘s ochtends bij de koffie. Daar zie je dat uitvergroot. Die vrouwen praten met elkaar over de jongens, terwijl die met zulke andere dingen bezig zijn. Ik, als vrouw, denk soms zelfs: meisjes doe niet zo moeilijk. Al die emoties lopen als een kluwen door ons brein. Bij jullie [ze knikt naar mij ] zijn dat overzichtelijke hokjes. Dan doen we eerst dit hokje, dan doen we dat hokje. Dat gaat bij vrouwen niet. Dat loopt allemaal door elkaar. Daarom zijn we ook zo leuk!’

 width=

Roelant: ‘Dat lijkt me wel heel vermoeiend.’

Petra: ‘Soms heel vermoeiend, ja. Maar als ik mijn vriendschappen met vriendinnen bekijk, ben ik blij dat ik een vrouw ben. Want het lijkt er op althans dat die vriendschappen wel dieper gaan dan bij mannen. Mannen gaan naar voetballen of drinken een biertje , weet ik veel. Vrouwen kunnen echt een zielsvriendschap hebben met elkaar. Dat vind ik mooi en heel fijn. Het is belangrijk voor vrouwen om hun vriendschappen te blijven koesteren. Want je hebt het nodig. Het is een aanvulling op de relatie die je met je partner hebt.’

Roelant: ‘In je boeken beschrijf je het leven van Tessa, wanneer die zwanger wordt, niet als een roze wolk.’

Petra: ‘Zo is het leven. Ik ga dat niet uit de weg.’

Roelant: ‘Maar je verpakt dat met zoveel humor. Hilarisch gewoon.’

Petra: ‘Omdat anders het leven gewoon niet te doen is. En mensen worden ziek en gaan dood, en gaan weg en gaan vreemd. Mensen doen elkaar best veel pijn. Humor hebben we heel erg nodig.’

Roelant: ‘Met name die slotzinnetjes van een hoofdstuk zijn juweeltjes en vaak zo grappig.’

Petra: ‘Ja, dat vind ik lekker. Ik vind het fijn als mensen om mijn boeken kunnen lachen en tevens een brok in hun keel kunnen krijgen. Dat hebben mensen op heel verschillende punten. Het is maar net wat jou raakt, wat in jouw belevingswereld komt. Daarbij wil ik graag wat personen betreft een doorsnede van de maatschappij in mijn boeken zetten. Ook mensen van een ander ras of met een andere geaardheid wil ik een podium geven. Ik wil de blik van mijn lezers verbreden. Dan is mijn missie geslaagd.’

Dank je wel, Petra, voor dit gezellige interview.

Roelant
Perfecte Buren

Lees HIER ook de recensie van ‘Vandaag houden we het droog’

Eerder verschenen op Perfecte Buren.