"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Rotterdam

Dinsdag, 29 november, 2022

Geschreven door: Arjen van Veelen
Artikel door: Alek Dabrowski

Containers en hokjesgeest

[Recensie] Arjen van Veelen is journalist en schrijver. Hij groeide op in Rotterdam Overschie en keerde terug naar zijn geboortestad nadat hij o.a. in de Verenigde Staten werkte als verslaggever voor de Correspondent. In Rotterdam schrijft hij over zijn stad en wat er achter de façade van een hippe semi-metropool mis is. Hij behandelt een waaier aan onderwerpen zoals containervervoer, gentrificatie, natuurbescherming, huisvuilverwerking, overconsumptie en de toeslagenaffaire. Zijn stijl is persoonlijk en zijn boek gaat over meer dan alleen Rotterdam. De ode aan de inefficiëntie is gericht aan heel Nederland en daarbuiten. 

Aanstekelijk
Van Veelen heeft een aantrekkelijke manier van vertellen. Het is alsof je bij hem thuis op de bank zit. Hij schrijft niet vanuit politieke kwesties die in de stad spelen en veranderingen die er gaande zijn, maar hij vertelt hoe hij door de stad wandelt en in gesprek gaat met bewoners. Hij ziet een wijk die met veel overheidssteun is opgeknapt, maar door buurtbewoners aan te spreken ontdekt hij dat arme mensen de wijk zijn uitgejaagd, dat er een systeem achter zit, bewust beleid. Hij werkt als het ware van onderaf naar boven toe. Het voordeel hiervan is dat de lezer niet wordt lastiggevallen met allerlei bestuurlijk taalgebruik en de visies van beleidsmakers.

Nieuwkomers
In het eerste hoofdstuk schrijft hij over een bezoek aan Rotterdam, jaren terug. Zijn vrouw hij ontwaakten in een hotelkamer in De Rotterdam, op de Kop van Zuid, en overzagen de stad. Zij waren zo verrast door Rotterdam dat zij besloten er te gaan wonen. Het werd een woning in Middelland, een wijk waar meer nieuwkomers zich vestigden. Er woonden veel jonge gezinnen, tweeverdieners en er zaten veel koffietentjes en leuke restaurants op loopafstand. Oorspronkelijke bewoners waren er ook, zoals Marokkaanse gezinnen. Naast hen woonde een verslaafde man, die na enige tijd zijn huis werd uitgezet. Wat hem niet belette om in zijn buurt te blijven rondwandelen.

Keerzijde
Hier zag van Veelen hoe de Rotterdam-wet werkte. Het idee was om kansrijke gezinnen zoals hij en zijn vrouw aan te trekken. De keerzijde is dat kansarme gezinnen moesten wijken. Waar deze heen zouden moeten was onduidelijk. Het preventiebeleid, oftewel, je mag mensen fouilleren ook als ze nergens van worden verdacht, hangt samen met het creëren van kansrijke buurten. Ongure elementen moet je kunnen weren. Het keiharde beleid met betrekking tot toeslagen ligt in dezelfde lijn: een administratieve fout en je moest tienduizenden euro’s terugbetalen. De overheid gedraagt zich als een machine die iedereen die niet binnen een hokje past verpulvert. Van Veelen beseft dat hij zelf aan dit systeem meewerkt. Met het steeds hoger bieden op huizen in buurten zoals de zijne houdt hij de overspannen woningmarkt in stand en worden arme mensen de wijk uitgedreven. Hij voelt zich betrokken, met actieve deelname in de buurtapp-groep, maar als hij een slachtoffer van de toeslagenaffaire spreekt is hij toch verrast dat zij om de hoek woont. Het leed speelt zich dus voor zijn ogen af, terwijl de buitenkant er steeds fraaier uitziet.

Boekenkrant

Containervervoer
Een symbool van het hokjesdenken is de container. Met de opkomst van de container als wereldwijde standaardeenheid werd het transporteren van goederen een stuk goedkoper. Bedrijven konden in goedkope landen produceren en de havens, waaronder de Rotterdamse groeiden en groeiden om die steeds grotere schepen te kunnen ontvangen. Van Veelen koppelt met onder andere dit onderwerp alledaagse observaties en ontmoetingen aan soms wereldwijde trends. Hij spreekt mensen uit de Tweebosbuurt, van wie de huizen worden afgebroken, en met krakers die in verzet proberen te komen. Zij botsen op een overheid die geen centimeter toegeeft. Het politiegeweld bij demonstraties lijkt logisch voort te komen uit deze starre houding. Deze past in een brede trend van efficiëntiedenken. Het risico van op deze manier schrijven is wel dat er weinig ruimte is voor praktische oplossingen. Als het systeem waar we kennelijk in vastzitten mondiaal is, wat zouden wij burgers eraan kunnen veranderen? Soms is de methode die Van Veelen gebruikt om een verhaal te maken wat simpel, zoals bij het onderwerp huisvuil. Hij begint bij het wegbrengen van een volle vuilniszak. De container is vol en de problemen stapelen zich vervolgens op. Het bruggetje naar een efficiënte vuilverwerking en de overconsumptie is snel gemaakt, maar het getut met een volle zak waarmee hij kennelijk niet een straat verder wil lopen is ergerlijk.

Hokjesdenken
Het hokjesdenken ziet Van Veelen overal terug. Zijn wijk is zogenaamd divers, maar er zijn twee soorten scholen: vrijwel geheel witte en vrijwel geheel zwarte. Sommige moderne woontorens, die verdacht veel op containers lijken, hebben een strikt toelatingsbeleid. Je moet een hoge opleiding gevolgd hebben, anders kom je er niet in. De zakelijke kijk op standsontwikkeling is in Rotterdam sterk ontwikkeld. Van Veelen maakt een uitstapje naar de wederopbouwtijd en het strikte functionele denken over stadsplanning met wijken om te wonen, naast een hart voor bedrijven en winkels. Critici in die tijd omschreven de nieuwe stad als een mensvijandige woestijn. Dit efficiëntiedenken is in onze tijd op alle maatschappelijke vlakken doorgevoerd. Voor veel flexwerkers is precies berekend hoeveel tijd zij waaraan dienen te besteden. Hij vergelijkt het met zijn eigen situatie. Ook hij staat altijd aan en is onbewust de hele dag bezig zijn tijd efficiënt in te delen. Hij verwijst naar de vrije markt, het neoliberalisme en het begrip lean. Dit komt erop neer het werkproces zo in te richten dat alle schakels precies op elkaar aansluiten en alle lucht eruit verdwenen is: geen voorraden en geen onnodige pauzes meer.

Grootkapitaal
Het zijn bijna te veel onderwerpen die Van Veelen behandelt. Toch overvoert hij de lezer niet. Hij legt zaken helder uit en betrekt ze op ons dagelijks leven. Hij is ook een participerend journalist, gaat werken in de haven en slaapt een nacht in de daklozenopvang. Hij houdt van paradoxen zoals dat arm zijn in deze stad erg duur is. De grootste paradox is wel de keurige façade van de opgeruimde stad tegenover het leed dat achter de voordeur plaatsvindt. De getroffenen zijn slachtoffers van het neoliberalisme, het efficiëntiedenken: flexwerkers, jongeren die geen opleiding kunnen betalen, ouders die toelagen moeten terugbetalen. Het blijken enorme aantallen mensen te zijn in Rotterdam. Geen wonder dat frustratie soms een uitweg zoekt. Hij besteedt veel aandacht aan de Coronarellen op en rond de Beijerlandselaan eind 2021. Hij bezoekt de rechtszaken en ziet dat de relschoppers geen misdadigers zijn met een strafblad maar jonge jongens die er normaal gesproken het beste van willen maken in hun leven. Aan het einde van dit verhaal (p.290) legt hij even een verband met vertegenwoordigers van het grootkapitaal, gesymboliseerd in de winkels waar de jongeren spullen uit meenamen. 

Fascinerend boek
Rotterdam is een fascinerend boek dat ik in twee dagen uitlas. Ik bleef wel achter met een hoop vragen. Ik had verwacht dat Arjen van Veelen meer in zou gaan op het verband tussen efficiency, het hokjesdenken en de protesten hiertegen, al dan niet gewelddadig. Overheden worden nu regelmatig door de gerechtelijke macht teruggefloten, maar grootschalig protest vanuit de bevolking blijft uit. Is de tegenstand ingekapseld? Zijn mensen al murw? Hier had hij wat meer over mogen schrijven. Daarnaast behandelt hij zulke complexe problemen, dat je weleens snakt naar een uitweg. Je kunt niet verwachten dat hij direct oplossingen weet, maar iets van een richting zou ik wel van hem willen horen. Een laatste punt van lichte kritiek gaat over de actualiteit. Veel stukken schreef hij denk ik al voor Corona, een aantal tijdens deze crisis, maar ik miste een paar actuele zaken. Hij gaat langdurig in op de geschiedenis van het containervervoer en hij gebruikt de container als symbool, maar hierin is de laatste tijd juist enorm veel veranderd. Hij stipt het heel even aan (p.340), maar er bestaat nu een nieuwe werkelijkheid, waarin de prijzen van vervoer van containers zijn verveelvoudigd. Dit jaar zijn daar natuurlijk de oorlog in Oekraïne en de gestegen energieprijzen bijgekomen. Ik miste de reflectie op deze nieuwe ontwikkelingen. Het goede nieuws is dat hij hiermee een mooi onderwerp heeft voor een volgend boek. Ik kijk ernaar uit.

Eerder verschenen op Uitgelezen Boeken