"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Schaduwschepen

Zaterdag, 7 september, 2019

Geschreven door: Tais Teng
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Wonderlijk veelzijdige fantasie van Nederlandse genremeester

[Recensie] Het zal voor wie mijn recensies volgt ondertussen geen geheim meer zijn dat ik liefhebber ben van de verhalen van Tais Teng. Een van de meest fantasievolle schrijvers die ons taalgebied rijk is, met een passie voor vervreemding in zowel SF als fantasy en vaak levendige, sympathieke hoofdpersonen. Als we in het fantastische genre al een grootmeester hebben voortgebracht in ons taalgebied, een schrijver van wereldniveau, dan is dat volgens mij Tais Teng. Wellicht dat er schrijvers zijn die gepolijster schrijven, die metaforen dieper uitwerken, die nog meer verwondering weten op te roepen. Maar dan nog is het oeuvre van Teng nog veel groter en diverser. Ik snap echter dat lezers van deze recensie niet komen voor een lofzang op de auteur maar voor mijn mening over het onderhavige boek. Daar komt ie: dit boek onderstreept mijn hierboven gedeelde opinie. Ik had, voor ik me ging verdiepen in het Nederlandse SF- en fantasywereldje al wel eens van de Gran Terre Saga gehoord, ik wist af van het bestaan van verhalen over een wereld die groter was dan onze Aarde, met enorme continenten eromheen. Ik had echter het rare idee opgevat dat het van een buitenlandse auteur moest zijn. Pas later, toen ik meer van Tais Teng had gelezen, realiseerde ik me dat dit natuurlijk een Teng-idee pur sang is. En toen ik het boek in de Slegte tegenkwam kon ik het niet laten liggen.

Zoals gezegd is deze wereld groter dan de onze: onze continenten vallen in het niet bij de werelddelen die er omheen liggen en de oceanen zijn zo groot dat vloten er tientallen jaren over doen om ze over te steken. Dat is niet het enige: de techniek die bij ons werkt, wordt daar inactief, terwijl hun magie het bij ons niet doet. Wel zijn producten van ons daar in zwang als handelswaar en de Hanze weet de grenzen tussen de werelden over te steken. De jonge Marek komt in aanraking met een Hanzefamilie die in Utrecht verblijft. De familie wordt echter bedreigd door een geheimzinnige organisatie die haar magie wil stelen. Als dan ook nog eens de vader van het gezin niet thuiskomt van een handelsreis zit er niks anders op voor Marek om samen met Cirnja de grens tussen de werelden over te steken …

Meer moet ik niet verklappen, want de verrassingen die je als lezer tegenkomt maken het boek juist zo leuk. Tengs verbeelding draait overuren. Verrassende combinaties van techniek en magie, waar goed over is nagedacht. Torens die tot in de hemel reiken, met gletsjers op de bovenste verdiepingen. Waakvissen die zeemonsters verslinden. Djinns en magische spiegels. Prachtig is bijvoorbeeld het idee achter de Nocchio’s, dat ik hier niet zal verklappen, maar dat slechts een van de voorbeelden is van de diverse invloeden die Teng bij elkaar brengt. Van mobiele telefoons en filmverwijzingen tot oude mythologie en wereldverhalen. En de toren van Babel van het bekende schilderij van Breughel. Alles beschreven in de bijna ademloze stijl van Teng. Ik had best wel meer tijd willen spenderen bij sommige vergezichten die hij me voorschotelde. Nu blijven het vaak schetsen in plaats van ingekleurde schilderijen, suggesties van verwondering in plaats van beschrijvingen die die verwondering ook echt bevatten. Aan de andere kant zijn de beschrijvingen die Teng wel geeft gewoon prachtig: ‘Zijn gedachten zwemmen rond als goudvissen in een doorzichtige schedelkom en erg fraaie goudvissen zijn het niet.’ Het slot van het verhaal bevat een aantal onverwachte wendingen en verhaallijnen komen op een mooie manier bij elkaar. Ik moest wel doorlezen! Ik denk alleen dat ik het verhaal nog beter zou hebben gevonden als de karakters iets meer diepgang hadden gehad (er is best weinig reflectie) en de beschrijvingen nog net wat uitgebreider waren geweest. Nu lijkt het verhaal vooral over de oppervlakte te gaan. Wat ook prima is natuurlijk, maar ik weet niet of het lang blijft hangen. Ik moest voor deze bespreking namelijk al opzoeken of de naam van een van de hoofdpersonen Cirkja of Cirnja was. Ik kan dat natuurlijk ook als iets positiefs zien, want het betekent dat ik over een paar jaar dit boek gewoon opnieuw kan lezen en opnieuw verrast kan worden. Warm aanbevolen voor iedereen met een levendige verbeelding die ernaar verlangt wonderen te zien die op onze aardbol niet voorkomen!

Wandelmagazine

Eerder verschenen op Hebban