"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Schipbreuk in Oman

Woensdag, 25 april, 2018

Geschreven door: Klaas Doornbos
Artikel door: Vera Weterings

Het verslag van de derde stuurman van De Amstelveen, Cornelis Eyks

[Recensie] Galeriehouder Gert-Jan Keizer vond in 1997 in een Franse brocante-winkel tussen Lyon en de Zwitserse grens het in 1766 uitgegeven: Tydkorting of magazyn der Heeren; inhoudende een Verzameling van uitgezochte stukken en verhandelingen, aangaande de Natuur- en Zedekunde, Historien, Reis- en Levensbeschrijvingen en Gemengde Stoffen. Uit verscheidene Schryvers, zo uit het Engelsch en Fransch vertaalt, als in het Nederduitsch opgestelt en toegezonden, ten dienste der Liefhebbers by-een gebragt door C.S.M. Eerste deel, 1766. Deze publicatie betrof een uitgebreid verslag van de dertig zeelieden die de schipbreuk van het VOC-schip De Amstelveen op de zuidkust van Oman nabij Ras Masdrakah op 5 augustus 1763 overleefden. Keizer las in het journaal over De Amstelveen en vroeg een van zijn vrienden, Klaas Doornbos, na te gaan waar het schip was vergaan. Hoewel Doornbos hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam is en dit soort historisch onderzoek niet tot zijn vakgebied behoorde, was hij gefascineerd door het journaal. Hij heeft drie jaar lang intensief onderzoek gedaan in literatuur en de archieven van het Nationaal Archief en Zeeuws Archief. In het Nationaal Archief maakte Doornbos voor deze uitgave gebruik van de nautische atlassen, historische atlassen en de VOC-archieven. Bij het onderzoek door de VOC-archieven had hij het geluk dat met hulp van Diederik Kortlang, senior medewerker collectiebeheer bij het Nationaal Archief, een deel van het VOC-archief kon worden gedigitaliseerd, waardoor in 2010 met zijn hulp in enkele weken een monsterrol van de laatste intra-Aziatische reis van de Amstelveen kon worden gereconstrueerd. Het journaal is herdrukt en voorzien van aanvullende informatie in de publicatie Schipbreuk in Oman van Klaas Doornbos.

Het oorspronkelijke journaal is afkomstig van de derde stuurman van De Amstelveen, Cornelis Eyks. Zijn verslag beschrijft de barre tocht die de overlevende zeelieden liepen. Het verslag is het oudste westerse document over Bedoeïen aan de zuidkust. Bij de schipbreuk op 5 augustus 1763 verdronken van de 105 zeelieden aan boord 75 man. De dertig overlevenden begonnen aan een barre voettocht, ruim 500 kilometer legden zij blootsvoets in de hitte af en onderweg werden zij beroofd door Bedoeïen, waardoor ze de bewoonde wereld uiteindelijk vrijwel naakt en zonder bezittingen bereikten. Uiteindelijk werd na zo’n vijf weken op 11 september 1763 Muskat bereikt door 22 overlevenden. Bij aankomst in Muskat schreef Eyks een brief aan resident Buschman op Kareek, die brief gaf in kort bestek een helder beeld van de impact van het ongeval van De Amstelveen. De brief bevindt zich momenteel in het VOC-Archief van het Nationaal Archief (inv. Nr. 8298, p. 20-21). Drie jaar later toen Eyks weer thuis was in Middelburg bracht hij ook zijn journaal uit.

In het journaal vertelt Eyks over de omgeving waar de overlevenden doorheen trekken, de Bedoeïen die zij tegenkomen en het eten dat het gezelschap verschillende keren krijgt aangeboden. Zo beschrijft hij meerdere malen lammer uitvoerig in het journaal, hiermee doelde Eyks op dadels en dadelkoek. Ook gaat Eyks in op de mannen die de schipbreuk hebben overleefd. Hij noemt voor zo ver hij dat weet hun namen en functies:

“Ik, Cornelis Eyks, Derde-waak
1 Jonas Daalberg, Bootsman
1 Pieter Coene, Derde-Meester
1 Pieter van Holland, Schiemans-Maat
1 Hans Lutjes, Koks-Maat
21 Matrozen
3 Soldaten
1 Kleine Zwarte Jonge” (p. 156)

Boekenkrant

In Schipbreuk in Oman wordt naast een reconstructie van de reis, ook achtergrond gegeven over het VOC-schip, commentaar op het journaal en achtergrondinformatie over de tocht na de schipbreuk. Daarnaast wordt extra aandacht besteed aan de Zeeuwse logboekschrijver Cornelis Eyks. Achterin de publicatie kan de originele tekst van Eyks worden gelezen. Bij het lezen van deze tekst wordt levendig beschreven wat voor lijdensweg de overlevenden hebben doorstaan om Muskat te bereiken. Het journaal geeft niet alleen een aangrijpend beeld van een schipbreuk, maar vormt ook een interessant historisch verslag. Daarbij wordt het journaal in deze publicatie verrijkt met het onderzoek dat Doornbos heeft gedaan naar de strandingslocatie en reconstructie van de voettocht.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus