"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sferen tussen licht en donker

Dinsdag, 29 november, 2022

Geschreven door: Lieven van Groenenborgh
Artikel door: Jan Stoel

Lees langzaam en je wordt zen

[Recensie] Slow literature, zou je Sferen tussen licht en donker van Lieven Van Groenenborgh , het pseudoniem van Lieven Van Poeck (1956), kunnen noemen. Hij studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit Antwerpen en Neurolinguïstiek aan de Vrije Universiteit in Brussel. De zeven verhalen in deze bundel dwingen je je leessnelheid aan te passen. Dat is nodig om de tekst goed te begrijpen en te genieten van de poëtische taal die Van Groenenborgh gebruikt. Je gaat ook dieper op het verhaal in, neemt pauzes en reflecteert. Impliciet geeft de auteur commentaar op de snelheid van het moderne leven, waarin tweets elkaar razendsnel opvolgen, waar alles ‘kort, kort’ moet zijn. Het langzamer lezen is heerlijk. Of, zoals de schrijver zelf in zijn verantwoording schrijft: “De terugkeer naar het bezadigder tempo en de herhaalde focus op de schoonheid en waarde van zovele kleine dingen in al hun natuurlijke eenvoud vinden hun oorsprong in de actuele trend die streeft naar onthaasting en zen – het klinkt als een cliché.”

Van Groenenborgh creëert levensechte personages, laat je voelen wat zij ervaren, maakt je deelgenoot van hun twijfels, ambities, de strijd die ze moeten leveren om hun ideaal te bereiken. Je bekijkt de wereld door hun ogen. Alle verhalen gaan over vertrouwen hebben, keuzes maken, over ‘het hoofd en het hart.’

Eigen keuze
In het merendeel van de verhalen staan vrouwen centraal die gedreven hun eigen doel willen nastreven, onafhankelijk willen zijn. Bijvoorbeeld het verhaal Hoofd en handen. Dat speelt in 1896, de tijd van de Belle Époque met zijn opkomende welvaart, technologische vernieuwingen, ontwikkeling van de kunst. De ravisante Hildegard Podolski wil, in navolgimg van haar vader, wetenschapper worden. “Vader had een beetje lauw gereageerd. Hoe moeilijk was het toch om zelfs hoogopgeleide mannen aan het verstand te brengen dat vrouwen exact dezelfde intellectuele talenten konden hebben als zij.” Ze kiest voor fysica. Het wordt nog ingewikkelder als ze een Joodse vriend krijgt. Religieuze tegenstellingen en cultuurverschillen spelen op. In andere verhalen gaat het om wat het betekent om te lijden aan een postnatale depressie in de tijd dat daar nog geen woord voor bestond, zien we een Joods echtpaar uit Polen via Antwerpen en de Red Star Line naar de Verenigde Staten vluchten, komt de Eerste Wereldoorlog en het missen van frontsoldaten aan hun thuis in Engeland aan bod. Twee verhalen belicht ik nader.

Rebel
In het openingsverhaal De rebel is Jane Austen de centrale figuur. Van Groenenborgh maakt gebruik van het feit dat er weinig informatie over haar leven bewaard is gebleven. Er zijn zo’n honderdzestig brieven bewaard. Haar zus Cassandra aan wie de meeste brieven gericht waren, verbrandde het grootste deel. Het meeste dat we van Jane weten hebben we te danken aan wat familieleden in de jaren na haar dood lieten optekenen. Dat geeft een auteur de mogelijkheid om zelf leemtes in te vullen. Het verhaal speelt in 1810, dus voordat haar romans geschreven waren. We zien Jane aan het begin van haar schrijverschap zoeken, afwegen, nadenken. Het verhaal wordt ingekleurd door feiten en personages die we kennen uit het leven van Jane, hoewel er ook een aantal verzonnen is. Het is fictie, nietwaar? Jane bezoekt enkele mensen “omdat het inspiratie kan opleveren tot uitbouw van haar mensenkennis.” Zo gaat ze op de thee bij Mrs. Keane, een oudere vrouw. Jane: “Een serieuze gedachtewisseling werd gefnuikt omdat Mrs. Keanes geestelijke capaciteiten een dieper niveau niet lang konden aanhouden en haar gesprekstof al gauw, als een bruinvis in ademnood, weer naar de oppervlakte snelde.” Dit is een prachtig voorbeeld van poëtisch taalgebruik. Jane ziet haar rebelsheid ziet als een uiting van haar drang naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Mooi is het filosofisch gesprek met Ms. Eileen over gevoel en rede: deze twee zouden samen moeten werken. Natuurlijk komt ook de liefde ter sprake. Ms Eileen stimuleert haar om te schrijven, het nastreven van haar droom, “ook voor de verheffing van de sekse.” Het was namelijk niet zo gewoon dat vrouwen zich aan de literatuur wijdden aan het begin van de 19e eeuw. Jane wil haar talent zelf ontwikkelen, dwars tegen de opinie heen. Zie daar de verklaring van de titel. Van Groenenborgh laat de taal zingen. Bijvoorbeeld als een geliefde geen geld heeft om te trouwen en dus de relatie moet verbreken: “Hun levens waren uiteen gewaaid als zaadpluizen in een sterke bries die onmogelijk terug samen konden komen.”

Boekenkrant

Etty Hillesum
De ik-figuur, de auteur, kijkt naar een foto van Etty: “Het is een opmerkelijk wazige foto. Alsof er tussen mijn ogen en haar gezicht een plastic scherm is opgehangen.“ Hij wordt door haar geïnspireerd en start een lofrede, bladzijden lang. Dat is wel een beetje veel.

Het verhaal gaat over Liesje. Wat zij meemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog zou je kunnen zien als spiegeling van wat Etty zag en doormaakte alvorens ze gedeporteerd en vermoord werd. “Jouw persoon en levensgeschiedenis omringen het verhaal ergens als een zacht ruisende achtergrond, als een decor achter een toneelmist.” Deze zin verbindt zich zo met de foto van Etty die de schrijver voor zich heeft liggen. Van Groenenborgh heeft een originele vorm gevonden voor dit verhaal. In de loop van het verhaal zijn er momenten waarop hij ‘in gesprek’ gaat met Etty, haar vragen stelt over de voortgang van het verhaal. Door de langzame manier van schrijven wordt de spanning in het verhaal manifest. Ook in dit verhaal komen zaken aan het licht die destijds voor vrouwen not done waren: verliefd worden op iemand uit een andere zuil dan de jouwe (een katholiek mocht niet verliefd worden op een protestant), onafhankelijkheid. De auteur maakt wat foutjes in het verhaal: een diplomatisch antwoord? Liesje Van Heemskerck zou in het Nederlands toch echt Liesje van Heemskerck heten. En ‘nood hebben aan’ is een frase die je in de noordelijke Nederlanden niet gebruikt.

Schoonheid speelt in dit verhaal een belangrijke rol. Liesje herontdekt op haar boekenplankje ‘De kleine Johannes’ van Frederik van Eeden. Ze wordt getroffen door de schoonheid. En dat staat haaks op de wreedheden die Liesje ervaart. Van Groenenborgh laat die schoonheid vol gevoel doorklinken in zijn taal: “Ze moesten lachen om hun adem die in geschrokken neveltjes wegvluchtte en zonder tellen opgeslorpt werd door de strenge licht. Hopelijk is het leven niet zo vluchtig.”

Van Groeneborgh weet de sfeer van de tijd raak te treffen. Neem de tijd, lees rustig, laat de verhalen op je inwerken, sta langer stil bij een passage die dat vraagt, geniet van wonderschone taal, ga de diepte van het verhaal in en kom tot rust…

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow