"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Shakespeares sonnetten

Vrijdag, 11 december, 2020

Geschreven door: William Shakespeare
Artikel door: Karl van Heijster

Vergelijk je jou ‘ns met een zomerdag…

[Recensie] Het is tegenwoordig moeilijk voor te stellen, maar toen Shakespeares Sonnets voor het eerst verschenen in 1609, waren ze geen overdonderend succes. Sterker nog, sonnetten waren op dat moment dusdanig uit de mode, dat het publiek er dertig jaar niet naar omkeek. Nog sterker nog, de eerstvolgende uitgave van die 154 gedichten, was een frauduleuze uitgave van Londense boekhandelaar Jon Benson, die zichzelf de vrijheid had gepermitteerd het werk van de grootste schrijver van Engeland naar hartelust te “verbeteren”. Pas in 1780 – ruim honderdzeventig jaar na dato! – verscheen er een betrouwbare tekst van Shakespeares sonnetten.

Anno 2020 bevinden we ons gelukkig in een luxueuzer positie dan in de zeventiende en achttiende eeuw. Aanmerkelijk luxueuzer, zelfs, want dit jaar verscheen er bij uitgeverij Athenaeum een tweetalige uitgave van Shakespeares Sonnetten – inclusief het verhalende gedicht A Lover’s Complaint -, bezorgd door dichter Bas Belleman. Het lijvige boek is er eigenlijk drie ineen: een weergave van de sonnetten in het oorspronkelijke Engels, een toelichting op elk van hen, en een fantastische nieuwe vertaling.

Laten we beginnen met het laatste. Belleman is er in geslaagd om Shakespeares oud-Engels om te zetten naar een sprankelend, hedendaags Nederlands. De dichter mag de thy’s en thou’s dan wel vervangen hebben door je’s en jouw’s, hij is er wonderwel in geslaagd om Shakespeares stem te behouden. Cru gezegd: zijn vertaling is op het eerste gezicht net zo ondoorgrondelijk als het origineel. Het taalgebruik is zo overdonderend dat er soms wel drie lezingen nodig zijn voordat er überhaupt een besef van betekenis ontstaat, laat staan begrip. Engels of Nederlands, dat maakt niet uit: Shakespeare is ongeschikt om met een half oog te lezen. 

Maar, laat dat duidelijk zijn, het zou ook eeuwig zonde zijn om dat te doen. Het is een fascinerende gewaarwording hoe de betekenissen van Shakespeares sonnetten zich – in beide talen – maar langzaam openbaren. Elke herlezing van het sonnet onthult een nieuwe invalshoek. Voor een deel komt dat door de hermetisch gesloten structuur van het Engelse sonnet. Elk gedicht heeft hetzelfde rijmschema: abab cdcd efef gg. (Dat wil zeggen: in het Engelse origineel. Belleman varieert hier en daar met gepaard en gekruist rijm.) Dit snijdt de mogelijkheid af de vorm te laten bepalen door de inhoud – of de inhoud af te kunnen lezen aan de vorm. Dat moet uitdagend zijn geweest voor de schrijver, maar dat is net zozeer voor de lezer. Het loont zich echter door te zetten. Wie bij zijn twaalfde lezing nog iets nieuws in een gedicht ontdekt, kan onmogelijk zuur blijven over zijn eerste drie.

Het Weer Magazine

De vertaling beslaat de eerste honderdtwintig pagina’s van het ruim vierhonderdvijftig pagina’s tellende boek. Het is een slimme keuze geweest om deze gescheiden van het origineel te houden. Zoals Belleman in zijn inleiding al aangeeft: ze naast elkaar afdrukken, zou afleiden van de poëtische kwaliteit van het werk. Het zou de aandacht verleggen naar de kwaliteit van de vertaling. Er is slechts één moment waarop die naar de voorgrond treedt, namelijk wanneer Belleman achter elkaar drie varianten van Shakespeares beroemdste gedicht presenteert. De drie openingszinnen alleen al illustreren de veelheid aan keuzes waar hij voor heeft gestaan:

Origineel: “Shall I compare thee to a Summer’s day? / Thou art more lovely and more temperate, / …”

Variant nr. 1: “Zal ik je vergelijken met een Zomerdag? / Wat fijner en wat minder fel ben jij; / …”

Variant nr. 2: “Zal ik eens jou zien én een Zomerdag? / Zo heerlijk en zo vriendelijk ben jij. / …”

Variant nr. 3: “Vergelijk je jou ‘ns met een zomerdag, / Ben jij een trouwer, hechter, lomer dag. / …”

In de overige driehonderd pagina’s van het boek, zijn Shakespeares sonnetten in hun originele vorm te vinden, toegelicht door Belleman. Zijn commentaar – doorgaans één bladzijde lang – is uitgebreid genoeg om onverwachte dubbelzinnigheden bloot te leggen, maar summier genoeg om genoeg aan de verbeelding over te laten. Zijn interessantste commentaar is echter zijn langste, en niet toevallig van het hierboven al aangehaalde gedicht. Want wat zegt Shakespeare in de eerste twee zinnen? Is de geadresseerde nu te vergelijken met een zomerdag of niet? En is dat omdat deze zo’n zomerdag overtreft, of juist niet? Zo onthult Belleman de spanningen die in Shakespeares dichtkunst onder de oppervlakte van een eerste (of tweede, of twaalfde) lezing blijft. Na elke toelichting heb je als lezer zin om het gedicht nog een keer tot je te nemen.

Dat Shakespeares sonnetten tot het beste behoren wat de literatuur heeft voortgebracht, behoeft geen betoog. Het Engelse origineel rechtvaardigt dus alleen al de aanschaf van deze nieuwe uitgave – al helemaal voor wie ze nog nooit heeft gelezen. Maar Bellemans fantastische vertaling en inzichtelijke commentaar maakt Shakespeares Sonnetten ook de moeite waard voor wie al bekend is met Shakespeares poëzie – of dat meent te zijn. Ruim vierhonderd jaar na dato is het in elk geval een stuk minder controversieel om te stellen dat deze uitgave wél een overdonderend succes is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: