"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sieg Maandag – leven en kunst in de schaduw van Bergen Belsen

Donderdag, 25 februari, 2021

Geschreven door: Dawn Skorczewski
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Kleurige kunst van het verdriet

[Recensie] Sieg Maandag (1937-2013) was de zoon van een Amsterdams-Joodse diamanthandelaar. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog kwam de kleine Sieg, toen 6 jaar, met zijn ouders en zusje in Bergen-Belsen terecht. De Duitsers waren zuinig op de Amsterdamse diamantbewerkers- en handelaren. Ze dachten zelf een diamantindustrie te starten en hadden de kennis van deze bijzondere groep van veelal Joden nodig. Daarom werden de diamantwerkers en hun gezinnen lange tijd ontzien. Uiteindelijk versleepten de nazi’s Siegs familie samen met andere diamantgezinnen via Westerbork naar Duitsland met het idee om in Bergen-Belsen een diamantwerkplaats te openen. Het gezin kwam zo begin februari 1944 in dat kamp.

Lange tijd was het onduidelijk wat er ging gebeuren. Aan het eind van het jaar vervloog de Duitse droom van eigen diamantindustrie. De nazi’s hadden te veel te stellen met de overal om Duitsland heen oprukkende geallieerden. Veel van de mannen uit de groep waaronder Siegs vader werden afgevoerd naar andere kampen om daar te werken. Sieg zou zijn vader nooit meer zien, hij overleed in Sachsenhausen. Ook zijn moeder moest elders gaan werken. Sieg, zijn zusje en nog 51 andere diamantkinderen bleven in Bergen-Belsen achter. Een Pools-Joods vrouw ontfermde zich over de groep en wist de SS’ers in het kamp ervan te overtuigen de kinderen te laten leven.

Bevrijding

15 april 1945 bevrijdden de Britten het kamp. Er is een iconische foto van Sieg in Bergen-Belsen, als hij met afgewend hoofd langs een lange rij doden loopt. Sieg was toen zeven jaar. De foto verscheen in Life Magazine en zou ervoor zorgen dat Sieg en zijn zusje werden herenigd met hun moeder. De beide kinderen waren vanuit Bergen Belsen teruggebracht na Nederland en ondergebracht in weeshuizen. De moeder, ook terug in Nederland, dacht dat haar beide kinderen de oorlog niet hadden overleefd. Een neef van haar in Amerika zag de foto van Sieg in het tijdschrift, herkende hem en stuurde het blad naar Nederland. En toen vond de moeder haar kinderen snel terug. Een andere iconische foto is als 40 jaar later de Poolse vrouw die zich bekommerde om Sieg en de andere kinderen, wordt herenigd met ‘haar’ kinderen uit Bergen-Belsen. Als zij er niet was geweest had die groep de oorlog niet overleefd.

Boekenkrant

Terug in Nederland groeit Sieg op maar kan hij lange tijd zijn draai niet vinden. Zijn oorlogsverleden met alle gruwelijke herinneringen maakt dat hij geen ‘normaal’ kan leiden. Eenmaal adolescent reist hij de wereld rond, vooral naar het Oosten, naar India, Afghanistan, Thailand, Indonesië, waar hij geïnspireerd raakt door de Aziatische manier van leven en denken, en de religie. Hij komt er ook de vrouw van zijn leven tegen, de Amerikaanse Karen Ralph.

Levensverhaal

Na twaalf ambachten en dertien ongelukken besluit Sieg kunstenaar te worden. Dat geeft eindelijk voldoening en richting in zijn leven. Het stel krijgt twee kinderen. Sieg overlijdt in 2013 na een ziekte van meer dan 10 jaar, een bijzondere vorm van dementie was zijn lot.

Zijn indrukwekkende levensverhaal is te lezen in de recent verschenen monografie Sieg Maandag, leven en kunst in de schaduw van Bergen-Belsen. Het boek is geschreven en samengesteld door zijn vrouw Karen en Dawn Skorczewski, research professor Engels, Brandeis University en ook verbonden aan de VU in Amsterdam. Skorczewski is gespecialiseerd in de raakvlakken tussen poëzie, psychoanalyse en trauma.

Het is op zich jammer dat er niet een kunsthistoricus aan het project verbonden is. Want ook al wordt Siegs kunst uitvoerig getoond en tientallen van zijn schilderijen afgebeeld, toch ontbreekt een kunsthistorische duiding. Het levensverhaal staat centraal in het boek en wordt zelfs twee keer verteld. Eerst als een opsomming in de tijd, geschreven door zijn vrouw Karen en ondersteund door foto’s van Sieg en het gezin waar hij uit komt, en foto’s van zijn eigen gezin, foto’s ook van de oorlog. En daarna lezen we nog een keer het verhaal maar dan door middel van fragmenten van Siegs getuigenis voor de Shoah Foundation uit 1995. Dan zijn het afbeeldingen van zijn werk die als illustratie dienen. Maar een kunsthistorische lijn of chronologie zit daar niet in. Zo zie je slecht de ontwikkeling van Sieg als kunstenaar, wat hij in welke fase maakte, de stijlen die hij gebruikte. En dat is nogmaals jammer, want het werk van deze kunstenaar is zondermeer de moeite waard. Ik had nog nooit van hem gehoord, heb zijn werk ook niet ‘live’ kunnen bewonderen, maar alleen al in dit boek maakt het indruk.

Verwrongen koppen

Sieg Maandag hield van kleur. Ondanks of misschien wel dankzij zijn zwarte en sombere verleden adopteerde hij duidelijk de kleuren van zuidoost Azië. De scenes zijn verstild, vaak mensen die je aankijken, die fronsen, verwrongen koppen, met een ruw penseel neergezet. Ook vaak dieren, honden, katten, fantasiedieren met grote tanden, angstaanjagend, nachtmerries. Het meest lijkt zijn kunst nog op de expressionistische schilders aan het begin van de 20ste eeuw. In zijn kunst wordt het nergens gezellig, het zijn geen vredige plaatjes die je zorgeloos boven de bank hangt. De kunst van Sieg Maandag zou je therapeutisch kunnen noemen. In zijn eigen woorden: “Naarmate ik dichter bij mezelf en wie ik echt was, kwam, begon ik te schilderen.”

Een gedachte bleef bij me, een hoopvolle: wat is de mens toch veerkrachtig. Sieg Maandag laat zien hoe iemand die een gruwelijk jeugdtrauma opliep toch uiteindelijk een leven in liefde en schoonheid kon leiden. Dat ging niet vanzelf, daar was een lange zoektocht voor nodig. Maar het is hem wel gelukt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles