"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Slapen in een zee van sterren

Zaterdag, 5 december, 2020

Geschreven door: Christopher Paolini
Artikel door: Sanne Wortman

Epische gevechten met aliens, maar matige karakters en plotlijnen

[Recensie] Ruim tien jaar nadat Paolini zijn wereldberoemde Erfenis-serie afsloot, en de magische wereld vol draken verliet, verschijnt zijn nieuwe boek Slapen in een zee van sterren. Het is een boek vol aliens, ruimtereizen, intergalactische oorlogen, technologie en avontuur. 

Zelf noemt Paolini zijn nieuwe sciencefictionverhaal ‘a love letter to the genre’ en het is inderdaad te merken dat hij heel veel onderzoek gedaan heeft om uiteindelijk tot dit resultaat te komen. De futuristische technologieën zijn gebaseerd op hedendaagse kennis – wat hij uitgebreid uitlegt in de appendices – en zijn hele sciencefiction-wereld is goed uitgedacht. 

Toch was het geen fantastisch boek. Hoe goed de sciencefictionwereld ook uitgedacht was, de karakters en het plot lieten helaas te wensen over. 

De karakters kwamen, vooral in het eerste deel van het boek, niet goed tot leven. Het beste voorbeeld hiervan is hoofdpersoon Kira, die vroeg in het boek een groot drama meemaakt, en hier vervolgens nauwelijks bij stilstaat, weinig over nadenkt, en er eigenlijk niet door beïnvloedt wordt. Dit terwijl het heel menselijk is om verdriet te voelen, er vaak onwillekeurig eraan te denken, en om minder productief te zijn na een trauma. Maar nee hoor, Kira huilt twee keer en dat is het. Het voelt niet realistisch en helpt niet om je in een karakter in te leven. Ook de andere personages en onderlinge dialogen zijn vaak wat ongeloofwaardig en voelen onecht. 

Boekenkrant

Het plot had op zich een interessante grote lijn en zat vol met avontuur en actie. Vaak wisten de hoofdpersonen het er maar net levend vanaf te brengen. Te vaak. Op een gegeven moment wist je dat het toch wel goed zou komen, want elke keer verscheen er op het laatste nippertje iets heel onwaarschijnlijks waardoor iedereen gered werd. Voor lezers van Eragon zullen bepaalde plotlijnen bovendien bekend voorkomen. 

Zowel de karakters, als het plot hadden veel potentie maar kwamen beiden gewoon net niet lekker uit de verf. Dit is zonde, want Paolini kan zeker schrijven. Dat heeft hij laten zien met de Erfenis-serie, maar ook in delen van Slapen in een zee van sterren. In het begin werd ik direct het verhaal ingezogen, kon ik alles levendig voor me zien en voelde ik me heel betrokken bij de personages – zoals ik van hem gewend ben. Ook vlak bij het einde zat er zo’n stuk waar ik me weer even helemaal thuis voelde bij deze schrijver en zijn schrijfstijl. Heel jammer dat niet het hele boek zo ongelooflijk sterk was. Als Christopher Paolini die manier van schrijven door het hele boek had kunnen vasthouden, dan had het me niks kunnen schelen dat de karakters steeds op het nippertje ontsnapten, of dat het plot op dat van Eragon leek, en ook mijn problemen met de personages en interactie hadden dan waarschijnlijk niet bestaan. 

Het was geen slecht boek, maar van Christopher Paolini weet ik dat hij beter kan dan ‘niet slecht’. Ik wilde meegesleept worden, verwachtte dat ook. In plaats daarvan was het een acceptabele sciencefiction van bijna 900 pagina’s die vooral erg wordldriven was en minder aandacht had voor plot en karakters. 

Als je zin hebt in een flink dik boek met aliens en veel actie, dan is Slapen in een zee van sterren zeker wel een aanrader. 


Voor het eerst gepublicerd op De Leesclub van Alles