"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Slapende herinneringen

Vrijdag, 4 mei, 2018

Geschreven door: Patrick Modiano
Artikel door: Ger Leppers

De ruïnes van het geheugen

[Recensie] Voor liefhebbers is het bij elke nieuwe roman van Patrick Modiano alsof je bij de beste banketbakker van de stad je favoriete taartjes mag gaan halen. Je weet, na ruim 25 steeds soberder romans, wat de ingrediënten zijn en hoe het gebakje smaakt. Weinig schrijvers hebben een zo vaste thematiek – het verlies van het verleden, de ontoereikendheid van het geheugen –, zo’n onverwisselbare eigen toon en zijn zo trouw aan één decor: het Parijs van weleer.

Voor de verteller van Slapende herinneringen is de Franse hoofdstad bezaaid met “fantomen even talrijk als de metrostations” en hun lampjes die vroeger oplichtten wanneer je op de knoppen drukte van het overzichtsbord dat alle verbindingen toonde.

Zoals vaak in de boeken van Modiano heeft ook deze verteller ooit een kostschool bezocht. Er is ook nu weer sprake van cafés waar geheimzinnige vrouwen boeken zitten te lezen of mysterieuze mannen ontmoeten. De achtergrond wordt bevolkt door rijke of juist arme bohemiens met exotische namen en louche inkomsten.

Is die voorspelbaarheid erg? Integendeel! Er valt volop te genieten van alle vertrouwde ingrediënten. Tegelijk blijft Modiano, op de rustige manier die zo kenmerkend is voor zijn oeuvre, zich ontwikkelen naar een steeds groter minimalisme.

Dans Magazine

De slapende herinneringen die Modiano’s hoofdpersoon te binnen schieten zijn brozer en langs nog dunnere lijnen met elkaar verbonden dan voorheen, ze worden met nog meer terughoudendheid beschreven. Ze ontlenen hun belang nauwelijks aan een expliciete samenhang, maar vooral aan de onontkoombaarheid waarmee zij zich opdringen, of – andersom – aan de moeite die het kost om ze terug te halen. Juist dat doet vermoeden dat ze belangrijk zijn en maakt ze intrigerend. Het einde van Slapende herinneringen is, in lijn daarmee, nog opener dat dan van eerdere romans.

Het boek speelt in de jaren zestig. Een bewogen tijd, zeker in Frankrijk. Maar de seksuele revolutie, de bloedige dekolonisatie van Algerije, de Vietnamprotesten en de gebeurtenissen van mei ‘68 lijken grotendeels aan de hoofdpersoon voorbij te gaan. Hij zwerft, afzijdig van alle woelingen, door Parijs. “De kans dat je in augustus alleen bent in Parijs is vrij groot, en dan beland je vanzelf op de onwerkelijke plekken die bij dat seizoen schijnen te horen, waar je het gevoel krijgt dat de tijd er is blijven stilstaan.”

Uit zijn verleden herinnert de verteller zich zes zeer verschillende vrouwen die hij nooit helemaal doorgrond heeft, en die hij lang geleden uit het oog verloor. Eén van hen is Mireille Ourousov, die tijdelijk woonde in het appartement van de moeder van de verteller, waar het gas was afgesloten. Zij hielp hem los te komen van zijn ouders. Maar vooral is er Geneviève Dalame, een secretaresse met een klaplopende broer en grote belangstelling voor esoterie, die hem in contact brengt met de arts Madeleine Péraud (“Maar misschien vergis ik me in de voornaam”). Door de laatste vrouw uit het boek, wier naam ongenoemd blijft, raakt de verteller zijdelings betrokken bij een moord waarvan hij later nooit het fijne te weten zal komen. De levens van al deze mensen waren ooit met elkaar verbonden. Maar als smeltende ijsschotsen zijn alle betrokkenen in de loop der jaren uiteengedreven. De tijd heeft hen opgeslokt, een paar herinneringen blijven, zolang het duurt.

Nieuw voor mij was het gevoel voor humor in deze nieuwe roman. Voor het eerst betrapte ik mij erop dat ik bij het lezen van een roman van Modiano moest grinniken op momenten dat de schrijver een satirische toon aanslaat. “Je moet de mensen nemen zoals ze zijn, met of zonder bontjas,” merkt de verteller op een gegeven moment droogjes op. Ook komen de in Frankrijk in de jaren zestig hoog aangeschreven universitaire goeroes kort ter sprake: denkers zoals Roland Barthes, wier opinies toentertijd een ijkpunt waren in elke discussie tussen zichzelf respecterende Franse intellectuelen. Hun gedachtegoed laat de verteller koud. Het enige gedenkwaardige dat hem met betrekking tot de beroemde “meesterdenkers” te binnen wil schieten is dat hij ooit één van hen, behoorlijk boven zijn theewater, in een taxi geholpen heeft.

De paleizen van het geheugen luidt de titel van één van de boeken van Gerrit Komrij. Voor Modiano is het geheugen allesbehalve een paleis, maar eerder een veld van ruïnes die onbeantwoordbare vragen oproepen.

Eerder verschenen in Trouw

 

 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Kleedkamer in kindertijd

Onzichtbare inkt

Het gras van de nacht

De ringboulevards