"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Soldaat van Oranje

Woensdag, 12 augustus, 2020

Geschreven door: Erik Hazelhoff Roelfzema
Artikel door: Evert van der Veen

Diepgaander dan de musical

[Recensie] Miljoenen mensen hebben de musical Soldaat van Oranje inmiddels gezien en nóg trekt de voorstelling volle zalen. Het is de langstlopende voorstelling uit de Nederlandse theatergeschiedenis.

Het gelijknamige boek werd in 1977 verfilmd en was toen ook een groot succes. Dit jaar verscheen de 36e druk. Engelandvaarder Erik Hazelhoff Roelfzema beschrijft zijn herkomst en haalt herinneringen uit zijn jeugd en studententijd op. Vanaf 1937 beginnen internationale politieke ontwikkelingen op de achtergrond mee te spelen. Hij steekt zijn bewondering voor koningin Wilhelmina niet onder stoelen of banken. Zij was “iets anders… Ze was een onderdeel van mijn bestaan, het brandpunt van mijn vaderlandsliefde, en eens per jaar op prinsjesdag gaf ik daar uiting aan”, pagina 37.

De capitulatie maakt veel in Erik los: “Opeens begon ik te huilen”. Al snel daarna ontstaan de eerste, ondoordachte plannen om per boot(je) naar Engeland te gaan. De pogingen getuigen van onbezonnen en ondoordachte moed en mislukken dan ook jammerlijk. Achteraf kommen ze nogal amateuristisch over.

Mooi zijn de motto’s in dit boek. Zo wordt deel 1 geopend met: “In het leven van ieder mens komen ogenblikken voor waarop hij tot zichzelf zegt: ‘Tja, dat kán niet’. En dan dóet hij het”. Het motto van deel 2 is afkomstig van prins Bernhard die ook het voorwoord schreef (dat eerlijk gezegd niet zo heel veel aan dit boek toevoegt): “Ik ben erbij geweest, en zo was het”.

Boekenkrant

Erik kan situaties en mensen raak typeren zoals de ontmoeting met minister-president Gerbrandy, de ontvangst door koningin Wilhelmina en de typering van prins Bernhard. Erik krijgt toestemming om een geheime landing voor te bereiden en zo contact in Nederland te leggen. De vele vergeefse pogingen en mislukkingen, waarvoor anderen en hoger geplaatsten verantwoordelijk zijn, lijken niet van grondige voorbereiding en kennis van zaken te getuigen. Erik is kritisch over het ‘Londen’: de traagheid en het gebrek aan visie bij de Nederlandse regering, allerlei intriges en de machtsbelustheid van sommige mensen en de gevolgen daarvan. Het zijn “de zetten en tegenzetten in het dorre spel om de macht”, pagina 186. Het meest ingrijpende gevolg daarvan is het Englandspiel dat aan 54 geheim agenten het leven kost. Het aanvankelijk bijna ongetemperde idealisme van Erik wordt door zijn verblijf in Londen sterk beïnvloed: “Niet de Noordzee, niet het Hollandse strand,maar Londen had ons uiteindelijk toch kleingekregen”, pagina 205. Hilarisch is de manier waarop de ogentest verloopt en wordt Erik toegelaten tot de RAF. Spannend is de vlucht naar Berlijn waar hij de te bombarderen doelen moet markeren. Hij maakt in totaal 72 vluchten. Later wordt hij adjudant van koningin Wilhelmina en op treffende wijze typeert hij haar persoon en optreden met grote bewondering. Zij komt over als een uiterst krachtdadige en soms ook eigenzinnige vrouw, bevlogen van haar taak: “Zij had zich zo hartstochtelijk vereenzelvigd met haar volk onder de bezetting, dat het weergaloze lijden in Nederland háár lijden werd. Zij leed voor iedereen, zij leed het meeste”, pagina 272 – 273.

Iedereen die de musical heeft gezien en het verhaal in dit boek wel denkt te kennen, zal tot de ontdekking komen dat de werkelijkheid die Erik Hazelhoff beschrijft vaak ingewikkelder en genuanceerder is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles