"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Somberman’s actie

Dinsdag, 20 december, 2022

Geschreven door: Remco Campert
Artikel door: Quis leget haec?

Een licht tragisch leven

[Recensie] Remco Campert schreef met Somberman’s actie het Boekenweekgeschenk 1985. Toen was het recept ook om een korte novelle van goed 90 pagina’s te schrijven en dat gaat Campert prima af.

Het is de 156e dag van Somberman’s werkloze bestaan. Hij deed de boekhouding van een groot warenhuis, maar dat ging failliet. Campert zag het Vroom & Dreesmann-debacle al vroeg aankomen blijkbaar. Somberman’s naam is niet toevallig gekozen. Hij weet niet wat hij met zijn tijd aan moet en gaat weinig vrolijk door het leven. Zijn vrouw, Bezig, heeft wel werk. Zij is receptioniste van een hotel en Somberman is licht jaloers op het feit dat zij wel werkt;

“Soms betrapt hij zich op het verlangen dat ze ook haar ontslag zal krijgen, zo ver gaat het al bij hem. Waarom de een wel werk en de ander niet? […] Zou het niet veel eerlijker verdeeld zijn als niemand werk had?
Even vermeit hij zich met die gedachte. Voor zijn ogen verschijnt een zonnig beeld van gelukkige families die wandelen in een park. Er klinkt hemelse muziek. Somberman en Bezig lopen er ook, hand in hand, het lijkt wel of ze zweven.
Dit is de dood, beseft Somberman huiverend, en razendsnel doet hij het beeld verdwijnen.”

Somberman heeft een vriend, Domoor, die af en toe langs komt. Hij werkte ook in het warenhuis, maar was net op tijd met pensioen. Bezig mag Domoor niet, het is een kleurloze man volgens haar. Soms zoekt Somberman haar op in het hotel, zoals wanneer hij zijn haar heeft laten knippen. Zwart, bij de kapper die officieel dicht is op dinsdagmiddag, maar wel een borreltje schenkt.

Archeologie Magazine

Af en toe gaat Somberman naar een café, waar hij Blufkaak en zijn actievoerende zoon en kraker Lubbe ontmoet. Daar staat het meisje Soeza achter de bar en Somberman vraagt haar in een opwelling mee uit. Zijn vrouw Bezig ziet volgens hem wat in de barman Harry, dus hij mag ook wat afspreken nietwaar? Zo leert hij langzamerhand ook de andere kant van het leven kennen en hij bloeit zowaar een beetje op;

“Hij denkt aan zijn nacht met Soeza en heeft moeite een Tarzankreet te onderdrukken. Alles wijst erop dat zijn nieuwe leven is begonnen en hij verbaast zich over zijn onverhoeds teruggekeerde vitaliteit, want op de keper beschouwd zijn de omstandigheden nauwelijks veranderd.”

Dat gaat verder. Lubbe is erachter gekomen dat Somberman in het warenhuis heeft gewerkt en wil hem daarover spreken. Hij stemt toe en bevindt zich ineens in een krakersbeweging die het warenhuis wil bezetten. Hij geeft hen nuttige tips en verschijnt zelfs op het journaal. Domoor zit op de bank het journaal te kijken;

“Domoor valt bijna van de bank van verbijstering. Het is Somberman! Domoor staat op en loopt naar het televisietoestel toe. Even heeft hij het gevoel dat er iets mis is met het toestel, een technische storing van kosmische aard. Somberman hoort nu thuis te zitten en met zijn vrouw naar het journaal te kijken, in plaats van eròp te zijn.”

Domoor heeft weinig tijd meer over om van zijn verbazing te bekomen, maar dat moet u zelf maar gaan lezen. Net als hoe het Somberman vergaat. Hij heeft zijn kleurloze leven wat invulling weten te geven en wacht tot de politie het warenhuis in komt. Dan gaat hij over tot wat we nu kennen als Somberman’s actie, maar ook die geef ik niet weg hier. Al met al een vermakelijk boek waarin Campert met een vleug humor een licht tragisch leven neerzet.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

Open ogen

Te vroeg in het seizoen

Zonder roken bij mij geen poëzie