"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Spiritualiteit van de twijfel; eerherstel voor Thomas

Zondag, 11 augustus, 2019

Geschreven door: Roger Dewandeler
Artikel door: Jan Offringa

De deugd van de twijfel

Willen gelovigen zinvol met elkaar spreken over de Bijbel en traditie, dan moeten zij volgens Roger Dewandeler erkennen dat niemand van hen de waarheid in pacht heeft.

[Recensie] In Nederland bestaan nog altijd een aantal zogeheten Waalse gemeenten die het Frans als voertaal hebben. Zij leven binnen de Protestantse Kerk en worden ondersteund door een handvol predikanten. Een van hen is Roger Dewandeler, voorganger in Dordrecht, Breda en Middelburg. Hij schreef een overzichtelijk boek over de spiritualiteit van de twijfel. Daarin laat hij zien dat geloof en twijfel niet met elkaar in strijd zijn maar juist hand in hand gaan. Deze stelling onderbouwt hij aan de hand van filosofen, bijbelse figuren en moderne theologen.

Volgens de auteur is het hard nodig geloven los te maken uit de pretentie van zeker weten. Twijfel is de waarborg voor “een zekere bescheidenheid, openheid voor verschillen, een luisterend oor en gematigdheid.” Het beoefenen van twijfel vormt wat hem betreft – naast geloof, hoop en liefde – de vierde goddelijke deugd. Zo’n onderzoekende instelling is min of meer onmisbaar voor de geloofwaardigheid en authenticiteit van het christendom.

In zijn boek verkent Dewandeler vooral de houding van de twijfelende mens, ‘homo dubitans’. Wat doe ik als ik twijfel, welke mechanismes gaan dan aan het werk? Toch komt als vanzelf ook de inhoud van de twijfel voorbij. Moderne en postmoderne mensen stellen vragen bij het bestaan van God, bij de klassieke uitleg van de Bijbel en christelijke traditie en bij de betrouwbaarheid van hun zintuigen en verstand. Voor een zinvolle dialoog over deze dingen is het belangrijk te erkennen dat niemand de waarheid in pacht heeft.

Kookboeken Nieuws

Voor zijn filosofische verkenning gaat Dewandeler in drie stappen door de geschiedenis. Hij begint met Pyrrho van Elis, een Griekse denker uit de oudheid, een van de grondleggers van het scepticisme. Vervolgens vertelt hij hoe een nieuwsgierige Descartes in de zeventiende eeuw op zoek gaat naar betrouwbare kennis. Vanaf de negentiende eeuw zijn het, na Feuerbach, vooral Marx, Nietzsche en Freud die als ‘meesters van de achterdocht’ grote twijfel zaaien met hun kritiek op geloof. Volgens Dewandeler zoeken zij naar transparantie als ze de onvermoede drijfveren van de religieuze mens analyseren.

Iets minder overtuigend is het hoofdstuk waarin vier bijbelse figuren voorbijkomen. Op zich is het mooi te lezen hoe mensen als Abraham, Jakob, Job en Thomas worstelen met God. In hun geloof krijgen verzet, twist en debat alle ruimte. Maar met name de schetsen van Job en Jakob verdrinken in exegetische details. Dat wordt al snel weer rechtgetrokken in het verhaal over vrijdenker Miguel Servet, die in 1553 mede door toedoen van Calvijn op de brandstapel belandt. Tijdgenoot Sebastian Castellio neemt het voor hem op, en bestrijdt de intolerantie van Calvijn aldus: “Een mens doden, dat is niet een leer verdedigen; dat is een mens doden.” Twijfel hoeft niet door te slaan in atheïsme. Het alternatief is een gelovende twijfel die het niet van allerlei zekerheden moet hebben. Daarvoor is dit boek een overtuigend pleidooi.

Eerder verschenen in Volzin