"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Spiritueel moederschap

Zondag, 19 januari, 2020

Geschreven door: Kitty Bouwman
Artikel door: Marijke Laurense

Monnica verdient volgens Kitty Bouwman spirituele herwaardering

De schrijfster

[Recensie] Kitty Bouwman (1957) is een duizendpoot. Naast geestelijk verzorgster en begeleidster is ze ook docente ‘spiritualiteit en mystiek’ aan Bovendonk. Een opleidingsinstituut voor rooms-katholieke priesters en diaken. En ze is hoofdredacteur van Herademing, een oecumenisch tijdschrift voor ‘mystiek en spiritualiteit’. In 2015 promoveerde ze op de mystagogische functie van het moederschap van God en het geestelijke moederschap bij een van de meest bekende figuren uit de vroeg-christelijke kerk : Aurelius Augustinus (354-430 na Chr.). Het nu verschenen boek is de publieksbewerking daar van.

De thematiek

Om eerst maar even het moeilijkste woord uit de vorige alinea toe te lichten: ‘mystagogie’ definieert Bouwman als ‘een wijze van handelen die gericht is op inwijding in de geheimen van God’. In dit geval gaat het over de cruciale rol die Augustinus’ Berberse moeder Monnica heeft gespeeld bij zijn bekering en inwijding in het christelijk geloof. Want manneman, wat heeft die grote kerkvader zijn vrome moeder toch lang in de piepzak laten zitten over zijn zielenheil, zo weten we uit zijn autobiografische Belijdenissen.

Boekenkrant

Ze vond het al verschrikkelijk dat hij zich in het frivole studentenleven stortte en ging samenwonen met een vrouw en een kind had. En toen hij ook nog eens aanhanger werd van het ketterse, had haar bloedend moederhart er een dagtaak aan om in tranen voor hem te bidden. Helemaal toen hij er op z’n 29ste ook nog eens fysiek vandoor ging, de zee over, naar Italië. En wat was ze gelukkig dat hij ‘dankzij de voorzienigheid en haar standvastige bemiddeling bij God uiteindelijk nog op tijd ontdekte dat de naam van Christus die zij hem met haar moedermelk had ingegoten, de waarheid was’.

In Spiritueel moederschap gaat Bouwman uitgebreid in op de spirituele transformaties in Monnica’s leven en de legendarische, berucht hechte relatie met haar zoon, met wie ze vlak voor haar dood zelfs nog een gezamenlijke godservaring mocht beleven. Het is kortom niet voor niks dat Augustinus inzake het geloof zo opvallend vaak spreekt in moederlijke beelden en symbolen als barensnood, verlossing, borsten, melk en zogen.

Opvallendste stelling

Niet alleen Monnica, ook de naamloos gebleven vriendin met wie Augustinus veertien jaar heeft samengewoond, verdient volgens Bouwman spirituele herwaardering. Want al associeert hij haar na zijn bekering vooral met seks en zonde, toch moet hij veel en echt van haar gehouden hebben, concludeert Bouwman. De auteur vermoedt dat zij, toen hij wellicht gezien heeft hoe ze hun zoontje de borst gaf, ‘gestalte heeft gegeven’ aan de vergeten herinnering aan de goddelijke vertroosting van Monnica’s ‘op God afgestemde’ moedermelk.

Typische zin

“Tijdens het zogen openbaarde Gods werkelijkheid zich als een overvloed van troost aan de vrouwen. Deze troost werd hun op goddelijke­­ wijze geschonken en was niet te herleiden tot de vrouwen zelf of tot iets anders wat daaraan voorafgegaan was. Deze vertroostingen stroomden via hun moederborst uit naar de zuigeling Aurelius.”

Waarom moet je dit boek niet lezen

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar met een mystieke zin als hierboven kan ik weinig, hoe wonderschoon en eeuwig het beeld van een moeder met kind ook is. Daarnaast is Bouwman mij iets te goed op de hoogte van Gods rol en bedoelingen in deze geschiedenis.

Waarom moet je dit boek wel lezen

Het is altijd interessant om een redelijk bekend levensverhaal, zoals dat van Augustinus, te belichten vanuit een ander. In dit geval, spiritueel opgevat, het moederlijk perspectief. Bouwman, die momenteel werkt bij het Nijmeegse Titus Brandsma Instituut en het spirituele moederschap bij Hildegard van Bingen onderzoekt, heeft vanuit haar eigen ideeën en ervaringen als mystagoge duidelijk veel respect en bewondering voor de twee vrouwen uit Augustinus’ leven. Maar ze verdoezelt geenszins dat de verhouding tussen de aardse, dominante Monnica en moederskindje Aurelius van oudsher ook al als ‘ongezond’ is beoordeeld.

Of de nadelen daarvan inderdaad rechtgebreid worden door haar verdiensten van haar tweede, spirituele moederschap, maakt u het beste zelf uit. Het liefst natuurlijk met De belijdenissen bij de hand.

Eerder verschenen in Trouw en op Marijke Laurense